54
De uitgifte van schoenen heeft regelmatig plaats gehad.
Doordat het distributiekantoor in verband met de geringe
toewijzing slechts een zéér gering aantal schoenenbonnen
heeft kunnen uitgeven is het gebrek aan behoorlijke schoenen
onder de kinderen ontstellend groot.
Voor zoover mogelijk zijn daarom ook dit jaar klompen
uitgereikt. Door de slechte klompenpositie en de geringe
toewijzing aan de klompenleveranciers echter is deze ver
strekking met groote moeite gepaard gegaan. Het niet
aanwezig zijn, juist van de courante maten, waardoor zéér
vele schoolkinderen, hoewel zij overigens voor klompen in
aanmerking kwamen, gedupeerd werden en het schoeisel-
vraagstuk in 't algemeen, voorzoover het in verband staat
met de verstrekking van klompen aan schoolkinderen, heeft
zeer veel hoofdbrekens gekost.
In het laatste kwartaal van het verslagjaar werd over
gegaan tot het repareeren van klompen van de school
kinderen, waarvoor door den N. V. D. bonnen werden uit
gereikt. De aflevering der herstelde klompen is ook steeds
met groote moeilijkheden gepaard gegaan, aangezien door
gebrek aan lijm, hout en stroom dikwijls stagnatie heeft
plaats gehad. Om het schoolverzuim tegen te gaan en het
schoolgaan zooveel mogeüjk te bevorderen is overgegaan
tot het uitgeven van leenklompen. Deze worden den kinderen
in bruikleen gegeven gedurende den tijd, dat het eenige
paar schoenen of klompen dat zij bezitten, in herstelling
is. Door het geringe aantal, dat daarvoor beschikbaar was
en door het ontbreken van de courante maten heeft ook
deze uitgifte vele moeilijkheden opgeleverd.
Om de schoenen en klompen zooveel mogelijk te sparen,
zijn van 1 Mei t/m 30 September in plaats van klompen,
houten sandalen uitgereikt. Vele kinderen kunnen op deze
plankjes echter moeilijk loopen, terwijl het euvel van het
losgaan of scheuren van het band veelvuldig voorkomt. Om
de laatste reden is overgegaan tot het oprichten van een
sandalenhersteldienst. Deze dienst werkt tot groote tevreden
heid van ouders, leerlingen en onderwijzend personeel en
werpt zeer goede resultaten af.
Om te voorkomen, dat schoolkinderen, die met natte
voeten op school komen, daarmede gedurende den schooltijd
blijven zitten en daarvan nadeelige gevolgen voor hun ge
zondheid zouden ondervinden, zijn maatregelen getroffen
opdat kon worden overgegaan tot het uitreiken van school-
pantoffels. Deze blijven in beperkt aantal in de scholen
aanwezig en zijn alleen bestemd voor die kinderen bij wie
bovengenoemd euvel zich voordoet.
De uitgifte van kleeding heeft in verband met den be
perkten voorraad in de courante maten, de ongunstige
textielpositie en het gebrek aan de benoodigde punten,
vele zorgen gebaard. Voorzoover eenigszins mogeüjk is
echter aan de aanvragen voldaan.
De voorwaarden, bedoeld in art. 10 van het aangehaald
Koninklijk besluit werden behoorlijk nageleefd".
N°. 101. Leiden, 16 Juni 1944.
De met de ziekenfondsen en de daaraan verbonden
medische- en pharmaceutische medewerkers aangegane rege
ling, in zake het verleenen van reductie op de ziekenfonds
premie aan bepaalde categorieën van ondersteunden, eindigde
met ingang van 1 Januari 1944. In verband met de omstandig
heid, dat een onderzoek aanhangig was naar de vraag, of
het gewenscht was een reorganisatie van de geneeskundige
armenverzorging tot stand te brengen een vraag, welke
intusschen ontkennend is beantwoord werd de reductie-
regeüng geheel voor rekening van de gemeente tot 1 Februari
d.a.v. voortgezet. De kosten van die voortzetting bedroegen
1056.—.
Aangezien de betreffende post op de gemeentebegrooting
voor den dienst 1944 voor memorie werd uitgetrokken,
dient gemeld bedrag alsnog op de gemeentebegrooting te
worden gebracht.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 16 Juni 1944 het
volgende besluit genomen
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste üd, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door vaststelling van den hierbij behoorenden staat een
bedrag van 1056.op de gemeentebegrooting, dienst 1944,
te brengen ten behoeve van het verleenen van een reductie
op de ziekenfondspremie aan armlastigen en gesteunde
werkloozen over Januari 1944.
N°. 102. Leiden, 22 Juni 1944.
De heer D. Kret, alhier, heeft verzocht van de gemeente
te mogen koopen het perceel grond aan den Hooge Rijndijk,
waarop het voormalig politieposthuisje staat. Tegen verkoop
van dezen grond is voor de gemeente geen bezwaar, omdat
de opstal voor genoemd doel niet meer wordt gebruikt en
t.z.t. zal moeten worden gesloopt.
Met adressant is overeenstemming bereikt in dien zin dat
de gemeente in ruil voor den aan D. Kret over te dragen
grond, groot 66 m2, den eigendom zal verkrijgen van
de voortuinen van de aan den Hooge Rijndijk gelegen
perceelen, kadastraal bekend sectie M, nis 2332, 2468 en
3574, te zamen groot 118 m2. Deze strooken grond zijn
voor de gemeente van belang voor de verbreeding van den
Hooge Rijndijk. De thans 10 m. in den weg uitstekende
scherpe hoek van de voortuinen zal n.l. tot 4 m. gereduceerd
kunnen worden en van een afronding worden voorzien,
waardoor een soepeler beloop van de weggrens en een niet
onbelangrijke verkeersverbetering kan worden verkregen.
De heer Kret gaat accoord met de aan de ruiüng te
verbinden voorwaarden.
De Burgemeester heeft derhalve op 22 Juni 1944 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste üd, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
met D. Kret, te Leiden, een overeenkomst van ruiling aan
te gaan, waarbij D. Kret aan de gemeente in eigendom
afstaat de op de bij dit besluit behoorende situatieteekening
met groene kleur aangeduide strook grond, groot 118 m2,
gelegen aan den Hooge Rijndijk, kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie M, nis 2332, 2468 en 3574 (alle gedeeltelijk),
en de gemeente aan D. Kret in eigendom afstaat de met
roode kleur aangeduide strook grond, groot 66 m2,
eveneens gelegen aan den Hooge Rijndijk, kadastraal bekend
gemeente Leiden, sectie M, no. 4322 ged., een en ander
zonder betaling van toegift en onder de bij dit besluit
behoorende voorwaarden.
N°. 103. Leiden, 22 Juni 1944.
Op last van den Gewestelijk Politiepresident heeft de
Korpscommandant van Poütie aangedrongen op uitbreiding
van de bewaking van het Stadhuis.
Ten behoeve daarvan is met ingang van 1 April 1944
personeel op arbeidsovereenkomst aangesteld. Voor dit
personeel is over het loopende jaar een bedrag aan loonen
vereischt van 3125.Derhalve moet de post afdeeling I,
hoofdstuk II, volgnummer 275 „Jaarwedden van de ambte
naren en bedienden der gemeentesecretarie, den concierge en
de boden en van het kantoor van den gemeenteontvanger"
van de begrooting 1944 met dit bedrag worden verhoogd. De
verhooging kan worden bestreden uit den post „Onvoorziene
uitgaven".
Mitsdien heeft de Burgemeester op 22 Juni 1944 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door vaststelling van den staat No. 18, model E, tot
wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1944, den post
No. 275, hoofdstuk II, afdeeling I dezer begrooting, ten
behoeve van de uitbreiding van de bewaking van het
Stadhuis, te verhoogen met 3125.en dit bedrag af te
schrijven van den post „Onvoorziene uitgaven".