30
Volgn. 816a. Kosten van de verruiming van
den kindertoeslag aan gemeenteambtenaren en
-werklieden, ingevolge besluit van den Burge
meester d.d. 11 Februari 1943 36.243.75
Vermits de kosten van de verruiming van
den kindertoeslag thans op eenige posten wordt
geregeld kan volgn. 816a met 36.243.75 wor
den verlaagd.
Verlaging der uitgaven 79.193.43
3°. door vermindering van:
Volgn. 823 „Onvoorziene Uitgaven''' met 1.744.82
Op dezen post is thans nog 74.627.90 be
schikbaar.
Door hoogere ontvangsten kan dus worden
gedekt105.911.03
door overschotten op uitgaafposten 79.193.43
en door afschrijving van den post voor „On
voorziene Uitgaven"1.744.82
186.849.28
Op grond van het bovenstaande heeft de Burgemeester
op 6 April 1944 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDER;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijks
commissaris voor het bezette Rederlandsche gebied Ro.
152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en
gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening:
BESLUIT:
1°. in te trekken zijn besluit d.d. 20 Mei 1943, tot vast
stelling van den begrootingsstaat, model E, no. 13 tot een
bedrag van 500.voor de kosten van ambtskleeding voor
den chef van den huishoudelijken dienst en voor 3 gemeente
boden
2°. behoudens goedkeuring van den Commissaris der
Provincie vast te stellen den begrootingsstaat no. 43, model D
(wijziging van verschillende begrootingsposten, waarvan de
raming te laag is gebleken).
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROER ZOOR.
-A Uv «K>
'U r' n Ji-fl.-. .li
j {.- .u »k c'l». \i ei---At: V'. .:j i, u
jTl.. UtLt ij Ui. w 't U'l l'J