27 Van deze hoogere uitgaaf is de helft of 974.35 van het personeel terugontvangen. Zie de verhooging van volgn. 26 der ontvang sten „Verhaal van bijdragen aan het Neder- landsche Politie-Ziekenfonds" met 974.35. Volgn. 331a. Af te dragen contributie aan den Kameraadschapsbond (nieuw volgnummer) f 3.091.74 De kosten van het lidmaatschap van boven- genoemden bond bedroegen over 1943 3.091.74, welk bedrag op de loonen van het politiepersoneel werd ingehouden. Zie in verband hiermede de toevoeging aan de ontvangsten van volgn. 26a „In te houden contributie van den Kameraadschapsbond" met eveneens 3.091.74. Volgn. 336. Uitkeeringen als bedoeld bij art. 91 van het ambtenarenreglement 1934 2.15 De uitgaven ter zake, welke waren geraamd op 780.bedroegen 782.15. Volgn. 373. Afdracht van de rechten als bedoeld in art. 3, juncto art. 2 van het Koninklijk Besluit van 26 Juni 1937 (Stbl. No. 850), tot uitvoering van de artikelen 13, lid 2, en 33 van de Warenwet (Stbl. 1935 No. 793)303. De afdracht ter zake bedraagt over 1943 4.703.een bedrag van 4.400.was uitgetrokken. Zie de verhooging van volgn. 43 der ont vangsten „Hechten als bedoeld in art. 3, juncto art. 2 van het Koninklijk Besluit van 26 Juni 1937 (Stbl. No. 850), tot uitvoering van de artikelen 13, 2e lid, en 33 van de Warenwet (Stbl. 1935 No. 793) met eveneens 303. Volgn. 384. Omzetbelasting. 108.04 De ter zake ten laste van Hoofdstuk IY komende uitgaaf bedraagt 350.04een bedrag van 242.was uitgetrokken. Volgn. 399. Rente van de door woningbouw - vereenigingen en de woningstichting bij den Gemeente-Ontvanger a deposito geplaatste gelden 576.19 De uitgaven, geraamd op 4.000.be dragen 4.576.19. Volgn. 453a. Teruggaaf van betaalde huur voor de Stadsgehoorzaal (nieuw volgnummer). 390.47 Vermits de Stadsgehoorzaal, in verband met den spertijd, niet op de gehuurde avonden beschikbaar kon worden gesteld, werd over 1943 van de betaalde huur een bedrag van 390.47 gerestitueerd. Volgn. 463. Jaarwedden en wedden der onder wijzers (O.G.L.O)14.976.85 De uitgaven ter zake, geraamd op 220.230. bedragen 235.206.85, d. i. 14.976.85 meer. De oorzaken der overschrijding zijn: 1°. de aanstelling, ingevolge art. 56, 2e lid, der Lager Onderwijswet, van eenige extra onderwijzers 2°. de kosten van vervanging van in krijgs gevangenschap zijnde onderwijzers. Tegenover deze hoogere uitgaaf kan een hoogere vergoeding van het Kijk tot hetzelfde bedrag worden tegemoet gezien. Zie de verhooging van volgn. 94 der ont vangsten „Vergoeding van het Bijk, a. krach tens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920" met eveneens 14.976.85. Volgn. 464. Bezoldiging van de vakonder wijzers (O.G.L.O.)1.597.74 De uitgaven bedragen op dit volgnummer 10.144.74; een bedrag van 8.547.is uit getrokken. In de uitgaaf is evenwel begrepen een bedrag van 1.473.87 wegens gegeven vakonderwijs ten behoeve van het openbaar voortgezet ge woon lager onderwijs, welk bedrag derhalve door een administratief mandaat gebracht be hoort te worden ten laste van volgn. 488 „Be zoldiging van de vakonderwijzers (O.V.G.L.O.) van Hoofdstuk VIII 2a. Tegenover de verhooging van volgn. 464 der uitgaven met 1.597.74 staat derhalve een verhooging van volgn. 100 der ontvangsten „Overige inkomsten ter zake van het openbaar gewoon lager onderwijs" met 1.473.87. Volgn. 475. Teruggave van schoolgelden (O.G.L.O.)203.83 Over 1943 moest een bedrag van f 203.83 worden gerestitueerdde post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 483. Andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het onderwijs (O.G. L.O) De uitgaven ter zake, geraamd op 100. bedragen 267.44. De overschrijding wordt veroorzaakt door de kosten van voorziening in verschillende vacatures (plaatsing van advertenties en reis- en verblijfkosten in verband met het bezoeken van sollicitanten). Volgn. 487. Jaarwedden en wedden der onder wijzers (O.V.G.L.O.) De uitgaven ter zake, geraamd op 19.000. bedragen 19.516.70. De overschrijding is een gevolg van de aan stelling van een extra-onderwijzer ingevolge art. 56, 2e lid, der Lager Onderwijswet. Zie hiertegenover de verhooging van volgn. 102 der ontvangsten „Vergoeding van het Bijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920" met eveneens 516.70. Volgn. 488. Bezoldiging van de vakonder wijzers (O.V.G.L.O.) De uitgaaf ter zake, geraamd op 1.350. bedraagt 1.473.87. De overschrijding is een gevolg van de uit breiding van het aantal lesuren. Zie voorts de toelichting bij volgn. 464. Volgn. 504. Andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het onderwijs (O.V.G.L.O.) De voorziening in de betrekking van hoofd der school vereischte aan advertentiekosten en aan reis- en verblijfkosten voor het bezoeken van sollicitanten een uitgaaf van 51.25; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 507. Belooning der onderwijzers (O. Vervolgonderwijs) De kosten, geraamd op 2.150.bedragen f 2.388.62, d. i. 238.62 meer. De overschrijding is voornamelijk een gevolg van de uitbreiding van het aantal lesuren. Volgn. 512. Jaarwedden en wedden der onder wijzers (O.U.L.O.) De uitgaven, geraamd op 56.640.be dragen 60.508.50 of 3.868.50 meer. De overschrijding, welke een gevolg is van de aanstelling van extra-onderwijzers, inge volge art. 56, 2e lid, der Lager Onderwijswet, wordt door de hoogere Bijksbijdrage gedekt. Zie de verhooging van volgn. 112 der ont vangsten „Vergoeding van het Bijk: a. krach tens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920" met 3.868.50. Volgn. 513. Bezoldiging van de vakonder- wijzers (O.U.L.O.) De uitgaven, geraamd op 6.640.be dragen f 7.087.43, of 447.43 meer. De hoogere uitgaaf is een gevolg van de uitbreiding van het aantal lesuren. Volgn. 530. Andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het onderwijs(0. U.L.O.) De voorziening in eenige vacatures ver eischte aan advertentiekosten en aan reis- en verblijfkosten voor het bezoeken van solli citanten een uitgaaf van 131.de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 565. Uitkeeringen aan gemeenten in gevolge art. 86 der Lager Onderwijswet 1920 G.L.O. f 167.44 (B De uitgaven ter zake, geraamd op 4.300. bedragen 5.434.07. Volgn. 566. Belooning van onderwijzers voor het waarnemen van de betrekking van hoofd eener school, op grond van hunne aanwijzing als plaatsvervanger van het hoofd (B.G.L.O) Bovenbedoelde belooning vereischte over 1943 een uitgaaf van 254.05de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 571. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in artikel 205 der Lager Onderwijswet 1920 (B.G.L.O.) De uitgaven, geraamd op 500.bedragen 586.94. Volgn. 573. Teruggave van schoolgelden (B.G.L.O.) Een bedrag van 307.19 moest worden ge restitueerd; de post was voor „memorie" uit getrokken. 516.70 123.87 51.25 238.62 3.868.50 447.43 131 1.134.07 254.05 86.94 307.19

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1944 | | pagina 3