GEMEENTE LEIDEN. 37 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 57. Leiden, 4 April 1944. De gemeente ontving een aanbieding voor een 33-jarige geldleening ad 288.750.tegen een rente van 3| bij parikoers en verder op de voorwaarden in de offerte vermeld. De opbrengst van de leening kan worden bestemd tot algeheele aflossing van bet schuldrestant na aftrek van de normale jaarlijksche aflossing in 1944 van een nog 33 jaren loopende 35/8 leening; over conversie van deze leening kon met den betrokken geldgever geen overeenstem ming worden bereikt. Aangezien de aanbieding aannemelijk was te achten, heeft de Burgemeester op 4 April 1944 het volgende besluit ge nomen De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie ten laste van de gemeente Leiden bij de instelling, in de aangehechte aanbieding vermeld, aan te gaan een 33-jarige geldleening van 288.750.tegen parikoers en een rente van 3^ en verder onder de voorwaarden mede in die aanbieding omschreven. N°. 58. Leiden, 6 April 1944. Naar aanleiding van een verzoek van J. Voorwinden om ontslag als hoofd van de Opleidingsschool voor u.l.o. aan den Rijnsburgersingel, heeft de Burgemeester op 6 April 944 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied N°. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT J. Voorwinden, met ingang van een nader te bepalen datum, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van hoofd van de Opleidingsschool voor u.l.o. aan den Rij nsburgersingel N°. 59. Leiden, 6 April 1944. Op 30 April a.s. eindigt de pacht van het baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden, welke pacht laatstelijk ingevolge het besluit van den Burgemeester van 8 April 1943 (Ingek. Stukken No. 60) met ingang van 1 Mei 1943 voor één jaar bij verlenging werd opgedragen aan Kuyf's Vuil- en Baggerbedrijf N.V., te Nieuwkoop, tegen een door de gemeente te betalen pachtsom van 674.62 per maand. Met de Vennootschap zijn onderhandelingen gevoerd over een nieuwe verlenging, waarbij wegens gebrek aan bagger- lieden en wegens schaarschte aan schuiten en gereedschappen uitgegaan moest worden van het tewerkstellen van 6 bagger- lieden inplaats van 8. Op deze basis werd overeenstemming bereikt t. a. v. een verlenging van de pacht voor den tijd van één jaar tegen een pachtsom van 620.83 per maand. Aangezien dit bedrag voor de gemeente aannemelijk is, heeft de Burgemeester op 6 April 1944 het volgende besluit ge nomen De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad, n-gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie het baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaam heden voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1944, weder onderhands te verpachten aan Kuyf's Vuil- en Bagger bedrijf N.Y., te Nieuwkoop, tegen een door de gemeente te betalen pachtsom van 620.83 per maand en voorts onder de bestaande voorwaarden, evenwel met dien verstande, dat inplaats van met ten minste 8 met ten minste 6 bemande vaartuigen moet worden gebaggerd. N°. GO. Leiden, 6 April 1944. Bij besluit van den Burgemeester dd°. 15 October 1942 (Ingek. Stukken No. 140) is met wijziging van het raads besluit van 21 Januari 1929 (Ingek. Stukken No. 16) de subsidie voor de Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens" tot wederopzeggens, ingaande 1 Januari 1942, geregeld over eenkomstig de Rijkssubsidie-voorwaarden, zulks in verband met de Provinciale subsidie en het aantal inwoners op 1 Januari. De gemeente mag op de subsidie maximaal een zelfde percentage korten als het Rijk, evenwel met dien verstande, dat het bedrag van de gemeentelijke- en provinciale subsidie te zamen niet minder bedraagt dan het volgens art. 26 van het Rijkssubsidiereglement geldende minimum-percentage van het bedrag der Rijkssubsidie. Zooals in Ingekomen Stuk No. 140 van 1942 is vermeld, heeft het Rijk ingaande 1 Januari 1942 het kortingspercentage op de Rijkssubsidie van 161/4 tot 71/4 verminderd. Op de gemeente-begrooting voor 1943 is de subsidie voor „Reuvens" dienovereenkomstig met inachtneming van dit kortingspercentage van 71/4 uitgetrokken op 6.485. Bij schrijven dd°. 31 Maart 1944 deelde de Secrëtaris- Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kuituurbescherming mede, dat de kortingen op de rijks subsidie voor de openbare leeszalen en bibliotheken van 1 Juli 1943 af zijn ingetrokken en te rekenen van dien datum de Grondtabel voor de subsidies, bedoeld in art. 26 van de Rijkssubsidie-voorwaarden, wederom van kracht is. In verband hiermede is het Rijkssubsidiebedrag voor „Reuvens" voor het jaar 1943 verhoogd van 2.954.tot 3.069.50 en als gevolg hiervan dient, op grond van het bepaalde in artikel 29 van de Rijksregeling, de op de ge meente-begrooting voor 1943 uitgetrokken subsidie van 6.485.nader te worden gesteld op 6.705.zijnde een verhooging van 220. Mitsdien heeft de Burgemeester op 6 April 1944 het vol gende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie vast te stellen staat No. 44, model E, tot wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1943, groot 220.zulks ten behoeve van de verhooging van de gemeentelijke subsidie voor 1943 aan de Openbare Leeszaal en Bibliotheek,,Reuvens" van 6.485.tot 6.705.als uitvloeisel van het per 1 Juli 1943 vervallen van de korting op de Rijkssubsidie. N°. 61. Leiden, 6 April 1944. Ter bevordering van de lichamelijke ontwikkeling van het gemeente-personeel is overgegaan tot het invoeren van zwemmen als bedrijfssport. De deelnemers aan de bedrijfssport de deelneming is geheel vrijwillig zullen daartoe in diensttijd één uur per week in de overdekte zweminrichting onder leiding van den ambtenaar voor de Lichamelijke Opvoeding buiten school verband, de zwemsport beoefenen. Behalve enkele kleine kosten voor drukwerk enz. zullen de hieraan verbonden uitgaven voornameüjk bestaan in de vergoeding voor het gebruik van de zweminrichting. Ter bestrijding van de kosten wordt van de deelnemers een bijdrage van 1.per maand gevorderd; in verband met het groot aantal aanmeldingen (72) zullen de bijdragen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1944 | | pagina 1