35
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
a. aan te koopen het perceel Levendaal no. 28, kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie D, no. 483, groot 47 m2,
voor 7500.met het recht van de eigenaren om het
pand vrij van huur te blijven bewonen tot 1 Juni 1944;
b. door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden
begrootingsstaat no. 7 een bedrag van 7850.op den
kapitaaldienst van de gemeentebegrooting, dienst 1944, te
brengen ten behoeve van den onder a bedoelden aankoop
en de daarop vallende kosten.
N°. 50. Leiden, 23 Maart 1944.
Teneinde het bezoek door de jeugd aan de speeltuinen
te bevorderen, wordt het wenschelijk geacht de jeugd in
de speeltuinen openluchtspel onder leiding te laten beoefenen.
De leiding van dit spel zal berusten bij spelleiders, die als
vergoeding voor hun diensten een belooning van ƒ0.75 per
lesuur zullen ontvangen. Aangezien het, ter bereiking van
het gestelde doel, noodig is, dat gedurende de zomerperiode
van 1 April1 October, 8 uur per week, en gedurende de
winterperiode van 1 October1 April, 4 uur per week
gelegenheid tot beoefening van spel onder leiding in de
speeltuinen wordt gegeven, kunnen de jaarlijksche kosten
wegens belooning aan spelleiders per speeltuin worden ge
raamd op ƒ234,Het is de bedoeling, dat de gemeente
deze kosten voor haar rekening neemt en daartoe subsidie
verleent aan de speeltuinorganisaties. Voor de invoering
van spel onder leiding komen 5 speeltuinen in aanmerking,
t. w. 4, waarvan de beheerende vereenigingen zijn aange
sloten bij de Federatie voor Leidsche speeltuinvereenigingen,
benevens de speeltuin in beheer bij de buurtvereeniging
„Groenoord", zoodat de totale jaarlijksche subsidie zal
bedragen ƒ1170,Met het toezicht op het besteden van
de subsidie zal de Gemeentelijk ambtenaar voor de Lichame
lijke Opvoeding buiten Schoolverband worden belast.
Voor de aanschaffing van spelmateriaal zal een uitgaaf
ineens noodig zijn van rond 255,terwijl met het jaar
lijksche onderhoud van het spelmateriaal een bedrag van
ƒ50,zal zijn gemoeid. Waar het spelmateriaal tevens
gebruikt zal worden bij het onderwijs in de lichamelijke
oefening aan de openbare scholen, zal aanschaffing van het
benoodigde spelmateriaal door de gemeente plaats hebben.
De ten laste van de gemeente komende kosten voor het
tijdvak van 1 April t/m. 31 December 1944 kunnen worden
geraamd op 1230,in welk bedrag is begrepen 975,
subsidie ter bestrijding van de kosten wegens belooning
aan spelleiders en 255,voor aankoop van spelmateriaal.
Voor onderhoud van het spelmateriaal behoeven voor 1944
nog geen gelden te worden uitgetrokken.
Teneinde de invoering van spel onder leiding in de speel-
tjiinen met ingang van 1 April a.s. mogelijk te maken,
heeft de Burgemeester op 23 Maart 1944 het volgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie,
door vaststelling van den staat, model D, no. 6 een bedrag
van 1.230,op de begrooting voor 1944 beschikbaar te
stellen voor de kosten van het invoeren van spel onder
leiding in de speeltuinen.
N°. 51. Leiden, 30 Maart 1944.
Naar aanleiding van een verzoek van Dr. A. A. van
Rijnbach om eervol ontslag als leeraar in Nederlandsche
taal en Geschiedenis aan het Gymnasium, heeft de Burge
meester op 30 Maart 1944 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
Dr. A. A. van Rijnbach, met ingang van 16 Augustus
1944, eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van
leeraar in Nederlandsche taal en Geschiedenis aan het
Gymnasium.
N°. 52. Leiden, 30 Maart 1944.
Naar aanleiding van een door Mevr. M. van Heyningen
van Bohemen gedaan verzoek om ontslag als onderwijzeres
aan de o.l. school aan de Paul Krugerstraat, heeft de Bur
gemeester op 30 Maart 1944 het volgende besluit genomen
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
N°. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
Mevr. M. van Heyningenvan Bohemen, met ingang
van een nader te bepalen datum, eervol ontslag te verleenen
uit hare betrekking van onderwijzeres aan de o.l. school
aan de Paul Krugerstraat:
N°. 53. Leiden, 30 Maart 1944.
Naar aanleiding van een verzoek van C. J. Nonnekes om
ontslag als onderwijzer aan de school voor voortgezet
gewoon lager onderwijs, heeft de Burgemeester op 30 Maart
1944 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
N°. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
met ingang van een nader te bepalen datum aan C. J.
Nonnekes eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking
van onderwijzer aan de school voor voortgezet gewoon lager
onderwijs.
N°. 54. Leiden, 30 Maart 1944.
Tengevolge van een wijziging in de werkverdeeling is het
noodzakelijk, dat ook ambtenaren ter gemeentesecretarie
worden aangewezen om toe te zien op de naleving van de
Woningbeursverordening.
In verband hiermede dient die verordening wijziging te
ondergaan.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 30 Maart 1944 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 9 Juli 1942
(Gemeenteblad No. 3 van 1943), houdende voorschriften
als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de
Woningwet (Woningbeursverordening
Eenig artikel.
Art. 8 van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
Met het opsporen van overtredingen van het bepaalde
in deze verordening zijn mede belast de ambtenaren van
den dienst der gemeentewerken en de door den Burge
meester aangewezen ambtenaren ter gemeentesecretarie.