32
III. te bepalen, dat het sub II bedoelde voorschot zal
worden uitgekeerd aan de besturen van de daar genoemde
scholen in vier zooveel mogelijk gelijke termijnen, waarvan
de eerste zoodra mogelijk, de tweede, derde en laatste termijn
respectievelijk in den loop der maanden Mei, Augustus en
November 1944.
N°. 39. Leiden, 2 Maart 1944.
De Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en
Gezinsleiding heeft verzocht haar voor het jaar 1944 een
bijdrage van 150.uit de gemeentekas te verleenen in
de kosten van gedurende dat jaar te houden kinderver-
zorgings- en opvoedingscursussen, kookdemonstraties en
naaicursussen.
De kosten van de cursussen en demonstraties worden
in totaal geraamd op 430.-. Een bedrag van 280.
zal worden gevonden uit de opbrengst van cursusgelden,
bijdragen van derden en verkoop van goederen.
Sedert jaren werd aan de commissie subsidie toegekend,
laatstelijk over 1942 een bedrag van 900.Over het
jaar 1943 behoefde de commissie geen financieelen steun
van de gemeente, omdat zij voor dat jaar kon beschikken
over een batig saldo van 1942.
Het werk, dat de commissie verricht mag zeer nuttig,
de belangstelling voor de cursussen zeer goed genoemd
worden.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 2 Maart 1944 het
volgende besluit genomen:
De BUEGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
a. aan de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting
en Gezinsleiding voor het jaar 1944 een subsidie toe te
kennen van 150.onder voorwaarde, dat hem in
Januari 1945 een rekening en verantwoording over 1944
en een verslag van de werkzaamheden der commissie in
dat jaar worden overgelegd;
b. behoudens goedkeuring van den Commissaris der
Provincie vast te stellen den bij dit besluit behoorenden
staat No. 8, model D, tot wijziging van de gemeentebe-
grooting, dienst 1944.
N°. 40. Leiden, 2 Maart 1944.
Ter bevordering van de sportbeoefening door de jeugd
wordt het wenschelijk geacht van gemeentewege cursussen
van beperkten tijdsduur in de beoefening van de sport te
organiseeren, waaraan de jeugd gratis kan deelnemen. Het
doel van deze cursussen, welke 3 maanden zullen duren,
is de jeugd van 1118 jaar kennis te laten maken met
de sport en aldus de aansluiting van de jeugd bij de in
de gemeente aanwezige sportorganisaties te stimuleeren. De
beoefening van het korfbalspel en de athletiek komt thans
het meest in aanmerking. Oefenterrein is beschikbaar, terwijl
over het benoodigde oefenmateriaal kosteloos de beschikking
kan worden verkregen.
Van een cursus ter beoefening van het korfbalspel, be
stemd voor 90 deelne(e)m(st)ers, die elk 1 uur per week
kunnen oefenen, zullen de kosten bedragen 85,50, in welk
bedrag is begrepen voor terreinhuur 27,en voor honorarium
van den cursusleider 58,80.
De kosten, verbonden aan een cursus ter beoefening van
de athletiek worden geraamd op 116,t.w. 64,voor
terreinhuur en 52,voor honorarium van den cursus
leider. Daarbij is gerekend op 80 deelne(e)m(st)ers, gesplitst
in 2 groepen, elk van 40 en een oefentijd van 1 uur per
week en per groep.
De totale ten laste van de gemeente komende kosten van
de beide cursussen bedragen mitsdien rond 205,
Mochten deze cursussen het gewenschte resultaat opleveren,
dan ligt het in het voornemen ook een cursus te geven in
het handbalspel.
Teneinde de bovenbedoelde sportbeoefening door de jeugd
mogelijk te maken, heeft de Burgemeester op 2 Maart 1944
het volgende besluit genomen:
De BUEGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden staat
No. 1 een bedrag van 205,op de begrooting voor 1944
beschikbaar te stellen ter bevordering van de sportbeoefening
door de jeugd.
N°. 41. Leiden, 2 Maart 1944.
Met het oog op het bestrijden van phosphorbranden is
het wenschelijk de blokslangenwagens van den gemeen
telijken luchtbeschermingsdienst uit te rusten met sproeiers,
welke op de straalpijpen kunnen worden aangebracht.
De kosten van die aanschaffing bedragen 900.
(45 X 20.—).
Deze uitgave dient op de begrooting 1944 geregeld te
worden.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 2 Maart 1944 het
volgende besluit genomen:
De BUEGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden staat
No. 2 een bedrag van 900.op de begrooting voor 1944
beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van 45 sproeiers
ten behoeve van de blokslangenwagens.
N°. 42. Leiden, 2 Maart 1944.
Bij besluit van 3 Februari 1944 (Ingek. Stukken no. 23)
werd op de gemeentebegrooting, dienst 1944, en op de
bedrijfsbegrooting van het Openbaar Slachthuis, dienst 1944,
een bedrag van 17000.gebracht ten behoeve van het
maken van twee nieuwe waterboringen op het terrein, van
het Openbaar Slachthuis.
Tevens werd besloten de bestaande drie bronnen te doen
reinigen en de kosten van die reiniging ten laste van de
exploitatie van het slachthuis te brengen. Verwacht werd
dat deze bronnen na de reiniging tezamen met de twee
nieuwe bronnen voldoende koelwater zouden kunnen leveren.
Thans blijkt evenwel, dat een der bestaande bronnen
niet meer bruikbaar is, terwijl aan een andere geen groote
hoeveelheden water meer kunnen worden onttrokken. Der
halve zal moeten worden overgegaan tot het slaan van
een derde bron. Indien deze boring plaats vindt tegelijker
tijd met de bovenbedoelde twee boringen zullen de kosten
van aanleg van de derde bron 6000.bedragen.
Dit bedrag, te verkrijgen uit geldleening, af te lossen in
veertig jaar, zal aan het Openbaar Slachthuis worden ver
strekt en door dit bedrijf in tien jaren worden afgeschreven,
evenals bovenvermeld bedrag van 17000.
Een en ander dient op de gemeentebegrooting 1944 en
op de bedrijfsbegrooting van het Openbaar Slachthuis 1944
geregeld te worden.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 2 Maart 1944 het
volgende besluit genomen:
De BUEGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door vaststelling van de bij dit besluit behoorende staten
op de gemeentebegrooting, dienst 1944, en op de bedrijfs
begrooting voor het Openbaar Slachthuis, dienst 1944, een
bedrag van 6000.beschikbaar te stellen voor het maken
van een derde waterbron op het terrein van het Openbaar
Slachthuis.