22 R°. 32. Leiden, 24 Februari 1944. In verband met de wenschelijkheid, de regeling in zake het toekennen van een belooning aan plaatsvervangende hoofden van scholen, eveneens van toepassing te verklaren op het voortgezet gewoon lager onderwijs, heeft de Burge meester op 24 Februari 1944 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDER; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Bijkscommissaris voor het bezette Rederlandsche gebied Ro. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: onder intrekking van het desbetreffend raadsbesluit van 5 Maart 1928 en het wijzigingsbesluit van 20 Januari 1944, te rekenen met ingang van 1 Juli 1943 vast te stellen de navolgende regeling: REGELING, in zake het toekennen van een belooning aan plaatsvervangende hoofden van scholen. I. aan de onderwijzers van de scholen voor gewoon-, voort gezet gewoon-, uitgebreid- en buitengewoon lager onderwijs, wordt op grond van hunne aanwijzing tot plaatsvervanger van het hoofd der school, een belooning toegekend; II. De sub I bedoelde belooning wordt naar tijdsduur berekend over het bedrag, uitmakende het verschil tusschen de jaarwedde van den onderwijzer, plaatsvervangend hoofd, en de jaarwedde, welke hij zou genieten indien hij in de tijdelijk waargenomen betrekking vast was aangesteld, zulks met dien verstande, dat voor de berekening van de belooning, de eerste 6 schooldagen der waarneming steeds buiten aan merking blijven en dat bij de berekening alleen dan de vacantiën zullen medetellen, indien het hoofd der school ook na afloop der vacantie nog moet worden vervangen; III. geen belooning, bedoeld sub I wordt toegekend, indien en voorzoover voor de waarneming van het hoofdschap, krachtens de voor de onderwijzers geldende Rijkssalaris- regeling, aanspraak op de hoofden-marge kan worden gemaakt. R°. 33. Leiden, 24 Februari 1944. Krachtens het vijfde lid van artikel 3 van de verordening, regelende de voorwaarden, waaronder ten behoeve van bij zondere bewaarscholen subsidie uit de gemeentekas wordt verleend, is het mogelijk in bijzondere gevallen af te wijken van de voorschriften betreffende de personeelsbezetting dier bewaarscholen. Aangezien het gewenscht bleek een soortgelijke bepaling vast te stellen ten aanzien van de personeelsbezetting van de openbare bewaarscholen, heeft de Burgemeester op 24 Februari 1944 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDER; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Rederlandsche gebied Ro. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening, besluit vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 30 Januari 1933 (Gem. Blad No. 1) regelende het openbaar betvaarschool- onderwijs in de gemeente Leidenlaatstelijk gewijzigd bij verordening van 29 Juni 1943 (Gem. Blad No. 28). Eenig aktikel. Aan artikel 5 van bovengenoemde verordening wordt als nieuw lid toegevoegd: „5. In bijzondere gevallen kan de Burgemeester afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel toestaan." R°. 34. Leiden, 26 Februari 1944. De gemeente ontving een aanbieding voor een 28-jarige geldleening ad 420.000.tegen een rente van 3V2%, bij parikoers en verder op de voorwaarden in de offerte vermeld. De opbrengst van de leening kan worden bestemd tot algeheele aflossing van het schuldrestant na aftrek van de normale jaarlijksche aflossing in 1944 van een nog 28 jaren loopende 3s/4% geldleening; over conversie van deze leening kon met den betrokken geldgever geen over eenstemming worden bereikt. Aangezien de aanbieding aannemeüjk was te achten, heeft de Burgemeester op 26 Februari 1944 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDER; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Rederlandsche gebied Ro. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie ten laste van de gemeente Leiden bij de instelling, in de aangehechte aanbieding vermeld, aan te gaan een 28-jarige geldleening, groot 420.000.tegen parikoers en een rente van 37? en verder onder de voorwaarden mede in die aanbieding omschreven. R°. 35. Leiden, 29 Februari 1944. In de ontwerp-gemeentebegrooting van het jaar 1944, gelijk deze ter visie werd gelegd (zie ook de toelichtende nota, vervat in Ingek. Stukken R°. 18) zijn als uitvloeisel van inmiddels genomen besluiten, alsnog de volgende wijzigingen gebracht: I. Volgn. 347. Onderhoud van brandweerkazernenbrand spuithuizen en ambtswoningen, verhoogd met ƒ490. Voor het maken van een rijwielherstelplaats c.a. achter de brandweergarage, is deze post met een bedrag van 490.verhoogd. Volgn. 377. Kosten van het geneeskundig toezicht op de openbare- en bijzondere scholen, verhoogd met 747. (Ingek. Stukken n°. 22). Volgn. 598. Bijdrage aan Hoofdstuk VIII 7a van den kapitaaldienst, verhoogd met ƒ400. (zie omtrent deze verhooging onderdeel Y). II. Post Onvoorziene uitgaven (volgn. 833). Als gevolg van vorengenoemde wijzigingen is dit volgnummer verlaagd met 1.637.en mitsdien nader gebracht op 98.363. III. Volgn. 826a. Kosten in verband met de toekenning aan de onder art. 11 letter d van het Arbeidsovereenkomstenreglement vallende arbeidscontractanten, van het z.g. ambtelijk loon en den z.g. ambtelijken kindertoeslag, (nieuw volgnummer) ƒ20.000.—. Ru de Commissaris der Provincie bij schrijven dd 8/10 Februari 1944 B n°. 926/12 -f- 45 res. n°. 40 aan het des betreffend besluit zijn goedkeuring heeft gehecht, is deze post alsnog opgenomen. De voor 1944 op ƒ20.000.geraamde kosten zijn voors hands op Hoofdstuk XV uitgetrokken; t.z.t., wanneer meer gegevens bekend zijn omtrent de werkelijke ten laste van de verschillende onderdeelen komende kosten, zal de split sing over de betrokken hoofdstukken en paragrafen geschieden. IY. Volgn. 829a. Voorschot-premie over het tijdvak van 18 Februari 1944 tot ultimo December 1944 en bijkomende kosten voor molestverzekering van de roerende en onroerende goederen der gemeente, alsmede van de bijzondere scholen in Leiden in verband met de toetreding tot de Molest-Risico voor gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen, aangesloten bij de Coöperatieve Vereeniging „Centraal-Beheer" G. A. te Amsterdam, (nieuw volgnummer) ƒ13.960. (Ingek. Stukken n°. 30). V. Volgn. 898. Bijdrage van Hoofdstuk VIII 7a van den gewonen dienst, verhoogd met ƒ400. Volgn. 1019. Kosten van stichting, uitbreiding, verbouw of verandering van inrichting van gebouwen en van aankoop en inrichting van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening 1°. voor het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen en meubilair ten behoeve van de school voor voortgezet gewoon lager onderwijs aan de Pelikaanstraat n°. 20, verhoogd met ƒ400. (Ingek. Stukken n°. 26). VI. Volgn. 1056. Kapitaalverstrekking aan het bedrijf (Openbaar Slachthuis), verhoogd met 17.000. Volgn. 946. Geldleening overgebracht van Hoofdstuk XVI, verhoogd met 17.000. (Ingek. Stukken n°. 23).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1944 | | pagina 4