Zooals bekend is, kregen bij de oude regeling de gemeenten in de kosten van werkloozenzorg een bijdrage-percentage uit het Werkloosheidssubsidiefonds, welk percentage afhankelijk was van de belastingcapaciteit en de totale werkloosheids uitgaven van elke gemeente, terwijl de desbetreffende subsidieschaal aldus was samengesteld, dat per saldo jaarlijks een vrijwel constant bedrag van de werkloosheidsuitgaven ten laste van de gemeenten bleefdit bedrag was voor onze gemeente rond 250.000. Ad. III. Het besluit houdende nadere voorziening met betrekking tot de financiën der provinciën, is voor de ge meenten alleen van belang voor zooveel betreft de heffing van opcenten op de personeele belasting. Aan de provinciën is n.l. de bevoegdheid toegekend op centen op de hoofdsom der personeele belasting te beffen en wel tot een maximum van 50. Als belasting-capaciteit werd voor de personeele belasting in den regel als uiterste (practische) grens aangenomen de hoofdsom volgens de wettelijke tarieven, vermeerderd met 200 opcenten. Die grens is door de gemeente Leiden sedert 1941 bereikt. Waar het echter niet de bedoeling is, dat de nieuwe belas tingheffingsbevoegdheid van de provinciën tot verzwaring van den belastingdruk zal leiden, geldt ook nu het aantal van 200 opcenten als het practische maximum, doch thans voor het totaal aantal opcenten van provincie en gemeente te zamen. In verband met de omstandigheid, dat de provincie Zuid-Holland het aantal te heffen opcenten op de hoofdsom der personeele belasting voor 1943 heeft vastgesteld op 41 en voor 1944 op 50, is het aantal opcenten op deze belasting voor deze gemeente mitsdien voor 1943 bepaald op 200 41 159 en voor 1944 op 150 (voor 1942 moet de gemeente de opbrengst van 50 opcenten aan het Kijk restitueeren). Op de vraag, op welke wijze en in hoeverre het beeld van de begrooting voor 1944 door de nieuwe wijzigingen beïnvloed wordt, kan voorloopig het volgende worden ge antwoord. Oude toestand Uitkeeringen uit het Gemeentefonds a. bijdrage jaarwedden Burg. en Secretaris, b. formule-uitkeering c. garantie-uitkeering (restant) Grondbelasting aandeel hoofdsom (35% gebouwd, 50% on gebouwd) 80 opcenten gebouwd 20 ongebouwd Personeele belasting aandeel hoofdsom (na de wijziging) 200 opcenten Plaatsvervangende uitkeeringen 1°. 38 opcenten Vermogensbelasting 2°. 55 Gemeentefondsbelasting 3°. uitk. Gem. Fonds per aangeslagene in de Gemeentefondsbelasting 4°. uitk. uit Werkloosheidssubsidiefonds per aangeslagene in de Gemeentefondsbel. Bijzondere uitk. uit de 2e afd. van het Gem. Fonds wegens verschil tusschen de opbrengst van 75 en 55 opc. Gemeentefonds - belasting 3.000. 814.488. 8.817, 82.462, 180.380, 1.418, Nieuwe toestand TJitkeeringen uit het Gemeentefonds a. bijdrage jaarwedden Burg. en Secretaris, 3.000. b. formule-uitkeering (waaronder blijvend garantie-uitkeering 1942)920.299. c. uitkeering per inwoner244.500. Grondbelasting 190 opcenten gebouwd428.400. 110 ongebouwd7.800. Personeele belasting 37.385.150 opcenten 373.865.— 32.157.— 339.525.— 59.898.— 9.983.— 123.463.— Ondernemingsbelasting Opbrengst van de ondernemings belasting bij vermenigvuldigings- cijfer 2,4 Memorie Hiervan komt ten goede aan het Gemeentefonds 10/24 Memorie blijft ten bate van de Gemeente (zie de hiernavolgende toelichting) 280.400.— Memorie Werkloosheidsuitgaven Volgens de regeling van het Werkloosheids subsidiefonds bleef van de totale werkloos heidsuitgaven jaarlijks per saldo een vrijwel gelijk bedrag ten laste van de gemeentevoor Leiden was dit bedrag rond 250.000. W erklooshèidsuitgaven Vergoeding van de totale werkloosheids uitgaven (voordeel)250.000. Af kosten briefport als nieuwe last 2.134.399. 16.000, 2.066.841.— 2.118.399, Uitgaven terzake van de vennootschaps- en de ondernemingsbelasting van de bedrijven Memorie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1944 | | pagina 8