12
Op basis van de werkelijke ontvangsten over de eerste
5 maanden van 1943, is de opbrengst van bet bruggeld
900.en het havengeld 1.500.hooger geraamd.
Daarentegen moesten in verband met den geringen aanvoer
van vee op de markten, de marktgelden 9.000.en de
weegloonen 1.900.lager worden uitgetrokken.
In verband met de te eerwachten geringe uitvoering van
bouwwerken en dergelijke ten gevolge van de schaarschte
aan bouwmaterialen, is de ontvangstpost „aandeel in de
algemeene kosten terzake van de voorbereiding en uitvoering
van werken voor particulieren, bedrijven, enz." uitgetrokken
op 15.000.tegenover 22.000.voor 1943.
HOOFDSTUK VII
(Eigendommen niet voor den openbaren dienst bestemd).
Meer ontvangsten 9.948.
Minder uitgaven 9.021.
Voordeeliger 18.969.
De hoogere ontvangst betreft voornamelijk de huur van
huizen o. a. als gevolg van hoogere lokaalhuur van de Stads
gehoorzaal en voorts doordat de huur van de peiceelen
Breestraat nis 117 en 119 in verband met de opheffing van
het Stadhuisfonds thans mede op dit hoofdstuk is verant
woord.
De lagere uitgaven houden verband met een vermindering
van de onderhoudskosten van verhuurde huizen en dgl. tot
een bedrag van 5.300.terwijl voorts de bijdragepost aan
hoofdstuk VII van den kapitaaïdienst 2.562.en de rente
van geldleeningen 886.lager konden worden uitgetrokken.
HOOFDSTUK VIII
(Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen).
Dit hoofdstuk is in totaal 28.113.voordeeliger.
Het, in vergelijking met de begrooting 1943, niet onbelang
rijk lager geraamd nadeelig saldo van dit hoofdstuk vindt
zijn verklaring voornamelijk in de omstandigheid, dat in
verband met door den Commissaris der provincie gemaakte
opmerkingen, verschillende maatregelen tot bezuiniging op
de kosten van het bewaarschoolonderwijs zijn genomen. Door
die maatregelen kon de post „Subsidie aan bijzondere bewaar
scholen" 17.390.lager worden geraamd.
Van belang was daarbij ook, dat de opbrengst van het
schoolgeld voor het middelbaar en gymnasiaal onderwijs in
totaal 11.500.hooger kon worden uitgetrokken.
Met betrekking tot de raming van enkele hierna te noemen
posten, welke min of meer verschilt met die van 1943, wordt
nog het volgende opgemerkt.
In verband met de daling van de kosten van salarieering
van vakonderwijzers bij het openbaar uitgebreid lager onder
wijs kon de post vergoeding wegens salarieering van vak
onderwijzers bij het bijzonder uitgebreid lager onderwijs
2.500.lager worden geraamd.
De post rente van waarborgsommen, voorzooveel het
gewoon lager onderwijs betreft, kon 1.900.lager worden
uitgetrokken als gevolg van het feit, dat in den loop van
1944 aan schoolbesturen een bedrag van 46.233.wegens
indertijd door die besturen gestorte waarborgsommen, moet
worden terugbetaald.
Voorts is de subsidie aan den Neder 1. Volksdienst voor
verstrekking Van voeding en kleeding aan schoolkinderen
overeenkomstig de desbetreffende aanvrage voor 1944 op
60.000.uitgetrokken tegenover f 65.000.voor 1943 of
wel 5.000.lager.
Daarentegen was verhooging van verschillende posten van
uitgaaf niet te vermijden. Zoo moesten de uitgaven wegens
vergoeding ten behoeve van het bijzonder voortgezet gewoon
lager onderwijs, welke vergoeding op de begrooting voor 1943
slechts voor vier maanden was uitgetrokken, thans voor een
vol jaar worden geraamd en moesten de kosten van het
onderwijs in schoolzwemmen, in verband met een uitbreiding
van het aantal lessen, 1.800.hooger worden uitgetrokken.
Kaar aanleiding van de door den Secretaris-Generaal van
het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kuituur
bescherming te dezer zake gegeven richtlijnen is voor een
ambtenaar voor de gemeentelijke bemoeiingen met de sport
en de lichamelijke opvoeding buiten schoolverband, alsmede
voor eenige bijkomende kosten, in totaal een bedrag van
3.650.geraamd.
Terzake van de kosten van opmetingen en het maken van
fotografische opnamen van monumenten, alsmede voor de
uitgaven voor het ophoogen van een sportterrein in den
Stadspolder, welke kosten resp. over 3 en 10 jaren worden
verdeeld, moest voorts de bijdragepost aan hoofdstuk VIII
16 van den kapitaaïdienst rond 2.000.hooger worden
gesteld.
HOOFDSTUK IX 1 (Ondersteuning aan behoeftigen).
Minder uitgaven 157.836.
Minder ontvangsten 17.828.
Voordeeliger f 140.008.
Overeenkomstig de door den Dienst voor Maatschappelijk
Hulpbetoon ingediende begrooting zijn de netto-uitgaven van
dien dienst voor 1944 geraamd op totaal 1.012.000.
tegenover f 1.127.150.over 1943, hetgeen alzoo een voor-
deelig verschil van 115.150.oplevert.
Deze niet onbelangrijk lagere uitgave, welke uitsluitend
betrekking heeft op de ondersteuningen, vindt haar verklaring
in den teruggang van het aantal ondersteundenondanks het
feit, dat ingaande 1 Mei 1943 een nieuwe normverhooging
werd ingevoerd, maakte deze daling het mogelijk het totaal
bedrag voor ondersteuningen voor 1944 rond 119.000.
lager uit te trekken dan voor 1943.
De netto-uitgaven voor verpleging van arme-krankzinnigen
konden in verband met een vermindering van het aantal
patiënten 11.155.lager worden gesteld.
De post betreffende de kosten voortvloeiende uit de regeling
met de ziekenfondsen inzake een reductie op de ziekenfonds
premie, is door het beëindigen van de regeling, komen te
vervallen; dit beteekent, mede in verband met de afname
van het aantal in steun zijnde personen, voor de Gemeente
en voor den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon ten
opzichte van 1943 voor ieder een besparing van 10.000.
Voorts was het mogelijk de subsidie voor de Stedelijke
Werkinrichting in verband met vermindering van het aantal
tewerkgestelden, alsook door een reorganisatie, 4.147.
lager uit te trekken.
Tenslotte werden de ontvangst- en de uitgaafpost betref
fende distributie van voedingsmiddelen onder de onder
steunden, op grond van de werkelijke bedragen over 1942,
beide -verlaagd met 5.000.
HOOFDSTUK IX 2 (Ondersteuning aan werkloozen).
Minder uitgaven 848.857.
Minder ontvangsten 601.752.
Voordeeliger 247.105.
De belangrijke wijzigingen in <jeze paragraaf houden ver
band met het besluit van de Secretarissen-Generaal van de
Departementen van Sociale Zaken, van Binnenlandsche
Zaken en van Financiën tot vaststelling van algemeene
regelen met betrekking tot uitgaven van werkloozenzorg,
waaromtrent wordt verwezen naar de algemeene be
schouwingen.
Hoewel de omvang van de werkloosheid voor 1944 momen
teel nog niet is te beoordeelen, gaf de belangrijk toegenomen
werkgelegenheid niettemin aanleiding de uitgaven voor 1944
niet onaanzienlijk lager uit te trekken dan voor 1943daarbij
gold ook de overweging, dat de gemeente thans geenerlei
bemoeiingen meer heeft met betrekking tot de door bet Bijk
uitgevoerde werkverruimingsobjecten (z.g. centrale werkver
ruimingen).
Op basis van de uitgaven over de eerste 10 maanden van
1943 is voor 1944 geraamd voor steun151.250.
kosten gemeentelijke werkverruimingsobjecten 6.400.
kosten wachtgeldregelingen12.500.
totaalf 170.150.
Ingevolge de nieuwe regeling worden deze kosten tot het
volle bedrag door het Bijk aan de gemeente vergoed, zoodat
te dezer zake thans geen uitgaven meer op de gemeente-
begrooting drukken, terwijl op de begrooting 1943 volgens
de oude regeling het netto ten laste van de gemeente blij vend
bedrag met betrekking tot deze uitgaven op 246.375.
werd gesteld.
Yoor eventueele uitkeeringen aan werkloozen, welke niet
voor Bijkssubsidie in aanmerking komen, is thans een bedrag
van 250.geraamd, tegenover 500.voor 1943.
Zoowel met het oog op de omstandigheid, dat omtrent het
door het Bijk voor 1944 beschikbaar te stellen bedrag voor
extra hulp aan gesteunde werkloozen (z.g. B-steun) nog niets
bekend is, als in verband met het feit, dat het Bijk thans
deze kosten tot het volle bedrag aan de gemeente vergoedt,
is de desbetreffende post voor 1944 voorshands voor Memorie
uitgetrokken. Op de begrooting 1943 werd voor dit doel uit
getrokken 10.982.f 7.752.(rijksbijdrage) 3.230.
De uitgaven terzake van het gratis beschikbaar stellen
van melk aan kinderen van ondersteunde werkloozen, welke
kosten eveneens geheel van het Bijk worden terugontvangen,