10
Onder de algemeene beschouwingen zijn reeds genoemd de
hoogere uitgaven van de politie en de brandweer van totaal
rond 150.000.alsook een bedrag van 16.000.door
het vervallen van den vrijdom van briefport.
Voor de kosten van bewaking tegen sabotage van eenige
gebouwen en objecten, waarvan de beveiliging aan de
gemeente is opgedragen, is op den grondslag van de
huidige regeling een netto-bedrag van 29.400.uitgetrokken.
Verder moesten verschillende uitgaafposten hooger worden
uitgetrokken zooals: jaarwedden ambtenaren en bedienden
gemeentesecretarie enz. (zie hierna onder hoofdstuk II)
25.321.verlies Slachthuis 6.350.verlies Beinigings-
en Ontsmettingsdienst 7.900.verlies Volkscredietbank
5.677.kosten van maatregelen ten behoeve van de
voedselvoorziening 9.000.
Ook enkele ontvangsten dienden als gevolg van de tijds
omstandigheden lager te worden geraamd, zoo bijv. de
marktgelden en weegloonen 10.900.overige inkomsten
terzake van openbare werken 7.000.
Overigens mag het wel overbodig heeten er op te wijzen,
dat onder de huidige omstandigheden (onzekerheid van het
prijspeil, voorziening van onverwacht opkomende behoeften
e. d.) aan de verschillende ramingen slechts een betrekkelijke
waarde kan worden toegekend.
In verband hiermede en verder met het oog op de om
standigheid, dat de kosten van de nog in overweging zijnde
plannen inzake de bemoeienissen ten aanzien van de jeugd
zorg, evenals het vorig jaar, ook thans nog niet kunnen
worden geraamd, is het noodzakelijk de post voor onvoorziene
uitgaven evenals voor 1943 weer op 100.000.uit te trekken.
Voordat nu de gedetailleerde beschouwingen van elk
hoofdstuk afzonderlijk worden weergegeven, volgen hier
onder nog de eindcijfers van den gewonen dienst van de
begrootingen 1943 (bij de vaststelling) en 1944 (de kapitaal-
dienst geeft tot geen opmerkingen aanleiding).
Uitgaven 194311.383.472.
194410.703.167.—
minder uitgaven 680.305.
Ontvangsten 19439.869.153.
19449.606.975.—
minder ontvangsten 262.178.
- .llid.böG biro hobu ümmoa i-m
Lager tekort 1944 dan 1943418.127.
Tekort 1943 1.514.319.—
Tekort 1944 1.096.192.-
HOOFDSTUK I (Vroegere diensten).
Minder uitgaven 130.041.
Voordeeliger f 130.041.
De voordeelige uitkomst op dit hoofdstuk is slechts van
administratieve beteekenis. Ingevolge de voorschriften moet
in de begrooting worden verantwoord het saldo van de
gemeenterekening van den voor-vorigen dienst. Dienovereen
komstig is ten laste van de begrooting 1943 gebracht het
nadeelig saldo van de rekening 1941 ad 130.041.
Met het oog op de verrekeningen, welke voortvloeien uit
de nieuwe besluiten inzake de financieele verhouding tus-
schen het Bijk en de gemeenten en de uitgaven van werk-
loozenzorg is de dienst 1942 nog niet afgesloten, zoodat het
saldo van de rekening 1942 nog niet bekend is.
Ter afsluiting van de begrooting 1944 is het saldo van de
rekening 1942 in deze begrooting voorshands voor Memorie
uitgetrokken.
HOOFDSTUK II (Algemeen beheer).
Meer ontvangsten
Meer uitgaven
Voordeeliger
350.184.—
48.921.—
301.263.—
In verband met het besluit van de Secretarissen-Generaal
van de Departementen van Financiën, van Binnenlandsche
Zaken en Sociale Zaken d.d. 15 Juli 1943 betreffende de
financieele verhouding tusschen het Bijk en de gemeenten,
is de uitkeering uit het Gemeentefonds (1ste afdeeling)
overeenkomstig artikel 3, onder c der wet van 15 Juli 1929
(Stbl. 388) sedert gewijzigd, juncto artikel 5 sub 2 en 6 van
genoemd besluit, voor 1944 als volgt uitgetrokken.
Ie. Formule-uitkeering.
Overeenkomstig de definitieve uitkeering
over 1942 ad 814.488,59 105.810,27
(garantie-uitkeering) 920.298,86, is de
formule-uitkeering voor 1944 uitgetrokken op 920.298.
2e. Uitkeering per inwoner.
Ingevolge de door het Departement van
Financiën bij circulaire d.d. 2 November 1943
gegeven aanwijzingen is de uitkeering per
inwoner voor 1944 gebaseerd op 3.per
inwoner; in verband hiermede is deze uit
keering, berekend naar 81.500 inwoners, ge
steld op244.500.
De totale uitkeering is mitsdien uitgetrok
ken op1.164.798.
Op de gemeentebegrooting voor 1943 is op
basis van de oude regeling de uitkeering
geraamd op861.944.
alzoo hooger 302.854.
Overeenkomstig het besluit van den Burgemeester d.d.
25 Februari 1943 (Ingek. Stukken no. 41) is als aandeel van
de gemeentebedrijven in de algemeene bestuurskosten een
nieuwe ontvangstpost uitgetrokken tot een totaal bedrag
van 35.600.
Ingevolge art. 19 van het nieuwe besluit betreffende de
financieele verhouding tusschen het Bijk en de gemeenten
komen de kosten van briefport voor rekening van de ge
meente, in verband waarmede de post schrijf- en bureau
behoeften, briefporten enz. 16.000.hooger is geraamd.
De jaarweddenpost van de ambtenaren en bedienden der
gemeentesecretarie, den concierge en de boden en van het
kantoor van den gemeente-ontvanger moest o. a. in verband
met de aanstelling in vasten dienst van eenige arbeids
contractanten 8.700.de aanstelling van een tweetal
nieuwe ambtenaren 5.280.periodieke verhoogingen en
bevorderingen 4.640.alsmede door het feit, dat de
kindertoeslag 5.130.niet meer op een afzonderlijken
post wordt geraamd, doch thans onder de jaarweddenposten
is begrepen, in totaal f 25.321.hooger worden uitgetrokken.
Hiertegenover kon echter de post schrijfloonen met
5.000.worden verlaagd.
In verband met de toegenomen onderhoudskosten is het
onderhoud wan het Stadhuis f i2:500.>wi hooger geraamd,
terwijl de post overige inkomsten van dit hoofdstuk met
2.850.is verlaagd als gevolg van het feit, dat het dividend
van de aandeelen van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten
voor Memorie moest worden geraamd.
Mede in verband met den verhoogden kindertoeslag, de
hoogere belooning van het politiepersoneel enz. zijn voorts
ten behoeve van de inhouding en afdracht van de loon
belasting de ontvangsten en uitgaven te dezer zake admini
stratief met 10.000.verhoogd.
HOOFDSTUK III (Openbare veiligheid).
Meer uitgaven
Meer ontvangsten
Nadeeliger
198.605.—
6.781.—
191.824.—
Bij schrijven van den Gevolmachtigde voor de Beorganisatie
van de Nederlandsche Politie d.d. 14 Januari 1943 is de
sterkte van het politiepersoneel voor deze gemeente vast
gesteld op 139 man. De afvloeiing van de bestaande meerdere
sterkte moet zeer geleidelijk en in voortdurend overleg met
de afdeeling Organisatie en Uitvoerende Dienst van het
Directoraat-Generaal van Politie geschieden.
In verband hiermede is de begrooting van de Politie voor
1944 opgesteld naar het personeel van 150 man, ten tijde
van de samenstelling van de begrooting.
In de begrooting 1943 zijn de politie-uitgaven gebaseerd
op een sterkte van 175 man of wel 25 man meer; tengevolge
van deze omstandigheid bleven de uit de reorganisatie der
politie voortvloeiende hoogere uitgaven voor 1944 ten op
zichte van 1943 tot 64.740.beperkt.
Als gevolg van de scheiding van de politie en de brandweer
(zie het hieromtrent medegedeelde in Ingek. Stukken nis 42
en 86 van 1943) zijn de uitgaven voor de brandweer voor
1944 als volgt geraamd:
personeelskosten, gebaseerd op 40 man en
2 administratieve krachten106.389.
materieele exploitatielasten14.742.
transporteeren totaal 1944121.131.-