101
De verhooging van de ontvangsten be
draagt 8.448.580.03
de verlaging van de uitgaven12.270.31
d. i. tezamen8.460.850.34
Hiervan moet dienen tot dekking van de
bovengenoemde hoogere uitgaven8.445.538.46
Het verschil ad15.311.88
kan worden toegevoegd aan volgn. 750
„Onvoorziene Uitgaven".
Voorts moeten worden herzien de begrootingsposten
ter zake van het „Fonds voor huurverlaging van arbeiders
woningen, gefinancierd met gemeentelijke voorschotten",
van het „Fonds voor huurverlaging van arbeiderswoningen,
gefinancierd met rijkswoningbouwvoorschotten" en van het
„Huurtoeslagfonds voor woningen voor groote gezinnen".
De noodige wijzigingen ter zake zijn op den begrootingsstaat
aangegeven.
Vervolgens werd ter overboeking op den kapitaaldienst
op Hoofdstuk XV een bedrag van 10.500.uitgetrokken
voor reserveering van aflossingen van nog niet in een vaste
leening opgenomen kapitaalsuitgaven.
Het bedrag, waarover moet worden gereserveerd, bedraagt
rond 668.300.zoodat berekend naar een aflossings
percentage van 2\ (40 jaren) de bijdrage aan den kapitaal-
dienst op ƒ16.707.50 moet worden uitgetrokken; een ver
hooging van het geraamde bedrag van 10.500.met
6.207.50 is derhalve noodig.
De verdeeling van het bedrag van 16.707.50 over de
verschillende hoofdstukken, alsmede de in verband hier
mede verder aan te brengen wijzigingen zijn op den be
grootingsstaat aangegeven.
Het hoogere bedrag van 6.207.50 kan worden gedekt
door verlaging van volgn. 750 „Onvoorziene Uitgaven".
De ontvangsten van het „Fonds voor uitvoering van
werken, bedoeld in art. 2, 2e lid sub b, van de verordening
op den aanleg van straten en wegen (Gemeenteblad Xo. 33
van 1931) (fonds voor bovennormalen straataanleg) welke
voor 1942 waren geraamd op ƒ34.702.-, hebben bedragen
ƒ34.934.d. i. ƒ232.meer; het „fonds" steeg hierdoor
van ƒ215.170.61 tot ƒ215.402.61.
De uitvoering van verschillende werken en de toekenning
van bijdragen uit het „fonds", waarvoor in totaal 88.100.
was beschikbaar gesteld, vereischten een uitgaaf van
76.987.89, d. i. 11.112.11 minder.
In verband hiermede moeten de navolgende posten met
de daarachter vermelde bedragen worden verlaagd:
Volgn. 908:
sub 1°, bijdrage kosten gedeeltelijken aan
leg Burggravenlaan
(raming 18.600.uitgaaf 16.950.
sub 2°, bijdrage kosten aanleg gedeelte
stamriool Burggravenlaan
(raming ƒ25.000.uitgaaf ƒ23.289.47)
sub 3°, bouw de Sitterbrug
(raming 32.500.uitgaaf 32.305.-
sub 4°, bovennorm straataanleg van de
Brandelerkade
(raming 10.000.uitgaaf 3.513.42)
sub 5°, plantsoenaanleg bij de Da Costa-
straat
(raming 2.000.uitgaaf 930.
1.650.—
1.710.53
195,
6.486.58
1.070,
11.112.11
Het naar den kapitaaldienst 1943 over te boeken
saldo van het „fonds" bedraagt derhalve 138.414.72
215.402.61 76.987.89), zoodat de ter zake op
volgn. 909 voor overboeking naar den kapitaaldienst
1943 uitgetrokken som van 127.070.61 met 11.344.11
232.11.112.11) moet worden verhoogd.
Een en ander is op den begrootingsstaat geregeld.
Vervolgens moeten nog eenige ontvangsten aan den
kapitaaldienst worden toegevoegd, t. w.
Volgn. 772b. Opbrengst verkoop van bouw
terrein behoorende tot het onteigeningsplan
GeeregrachtLevendaalKraaierstraat4e
Binnenvestgracht4.806.
De verkoop van een tweetal perceelen bouw
terrein aldaar bracht over 1942 een bedrag
van 4.806.op.
Zie de verlaging van volgn. 767 der ont
vangsten „Geldleening overgebracht van
Hoofdstuk XVI" met eveneens 4.806.
Volgn. 732b. Subsidie van het Rijk in de
kosten van het aanbrengen van verschillende
verbeteringen in het Stedelijk Museum „de
Lakenhal"1.000.
Door het Rijk werd in bovengenoemde
kosten een subsidie Tan 1.000.toegekend.
Zie de verlaging van volgn. 829 der ont
vangsten „Geldleening overgebracht van
Hoofdstuk XVI" met 1.000.
Op den gewonen dienst dient vervolgens nog te worden
geregeld het aandeel ad 6.435.77 van den Xederlandschen
Volksdienst in de winst over 1942 van de fabriekskeuken,
welk bedrag in mindering komt van de door de gemeente
voor verstrekking van voeding en kleeding aan dien dienst
uitgekeerde subsidie, en derhalve in de gemeentekas moet
worden teruggestort.
In verband hiermede moet aan de ontvangsten worden
toegevoegd
Volgn. 134c. Terugontvangst van te veel
uitgekeerde subsidie aan den Nederlandschen
Volksdienst voor verstrekking van voeding en
kleeding aan schoolkinderen''' met6.435.77
waartegenover
Volgn. 750. Onvoorziene Uitgavenmet 6.435.77
kan worden verhoogd.
Dit volgnummer zal dus in totaal worden
verhoogd met ƒ15.540.15 (ƒ15.311.88
6.207.50 6.435.77), waardoor de nog
beschikbare som van 40.193.65 ten slotte
zal stijgen tot 55.733.80.
Ten slotte dienen in verband met de afsluiting van den
dienst 1942 verschillende bedrijfsbegrootingen in overeen
stemming met de rekeningcijfers worden gebracht.
Op grond van het bovenstaande heeft de Burgemeester
op 21 October 1943 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEX;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Xederlandsche gebied
Xo. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
vast te stellen:
a. den begrootingsstaat Xo. 58, model D (wijziging van
verschillende begrootingsposten, waarvan de raming te laag
is gebleken enz.);
b. de suppletoire begrootingen, dienst 1942, van:
1°. de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
2°. de gestichten „Endegeest" c.a.
3°. het Openbaar Slachthuis;
4°. het Grondbedrijf;
5°. den Reinigings- en Ontsmettingsdienst
6°. de Gemeentelijke Yolkscredietbank;
7°. het Gemeentelijk Waschbureau;
8°. de Stedelijke Werkinrichting.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEX ZOOX.