62
No. 101. Leiden, 18 Juni 1943.
Teneinde te voorzien in de vacature, welke aan de school
voor voortgezet gewoon lager onderwijs ontstond tengevolge
van het aan de onderwijzeres mejuffrouw J. Lafeber ver
leend eervol ontslag, heeft de Burgemeester op 18 Juni 1943
het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
den onderwijzer J. C. Bartelsman met ingang van 19 Juni
1943 over te plaatsen van de opleidingsschool voor U.L.O.
aan den Rijnsburgersingel, naar de school voor voortgezet
gewoon lager onderwijs.
N°. 102. Leiden, 24 Juni 1943.
Met ingang van 16 September 1940 werd aan Professor
dr P. C. T. van der Hoeven eervol ontslag verleend uit
zijn betrekking van stadsvroedmeester in verband met het
neerleggen van zijn functie als hoofd van de gynaecolo
gische kliniek.
Sindsdien werden deze beide functies waargenomen door
dr H. van der Hoeven, die inmiddels tot beheerend directeur
der gynaecologische kliniek is benoemd.
Aangezien beide functies, in verband met de wijze
waarop hier ter stede de verloskundige armenverzorging is
geregeld, in één persoon vereenigd dienen te blijven, is het
aangewezen dat dr van der Hoeven thans tot stadsvroed
meester wordt benoemd.
Ingevolge de verordening van 13 Februari 1890, houdende
instructie voor den stadsvroedmeester te Leiden enz., wordt
de stadsvroedmeester benoemd voor drie jaren. In verband
met de mogelijkheid dat in het beheer van de gynaecolo
gische kliniek binnen den tijd van drie jaren wijziging wordt
gebracht, verdient het aanbeveling dr van der Hoeven voor
ten hoogste drie jaren te benoemen.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 24 Juni 1943 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/194.1 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
dr H. van der Hoeven met ingang van 1 Juli 1943 te
benoemen tot stadsvroedmeester voor den tijd van ten
hoogste drie jaren.
N°. 103. Leiden, 24 Juni 1943.
Tot voor kort werd de verloskundige armenverzorging
alhier, onder leiding van den stadsvroedmeester, uitge
oefend door semi-artsen.
Aangezien thans niet voldoende semi-artsen aanwezig zijn
worden de stadsverlossingen sinds 14 April 1943 grootendeels
verricht door een arts, die daartoe op arbeidsovereenkomst
in dienst is genomen. Ten behoeve van de salarieering van
deze arts dienen op de begrooting gelden te worden uit
getrokken. Voor het loopende jaar zal maximaal rond
2480.aan salaris verschuldigd zijn.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 24 Juni 1943 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie,
door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden staat
No. 19, een bedrag van 2480.op de gemeentebegrooting,
dienst 1943, te brengen ten behoeve van het op arbeids
overeenkomst in dienst nemen van een arts voor de ver
loskundige armenverzorging.
No. 104. Leiden, 24 Juni 1943.
Naar aanleiding van een door Mejuffrouw T. B. Hoff
gedaan verzoek om ontslag als onderwijzeres aan de
Opleidingsschool voor U. L. O. aan de Drie-Octoberstraat,
heeft de Burgemeester op 24 Juni 1943 het volgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
Mejuffrouw T. B. Hoff, met ingang van een nader te be
palen datum, eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking
van onderwijzeres aan de Opleidingsschool voor U. L. O.
aan de Drie-Octoberstraat.
N°. 105. Leiden, 24 Juni 1943.
Van de 51 bij raadsbesluit van 19 December 1938 onbe
woonbaar verklaarde woningen werd laatstelijk bij besluit
van den Burgemeester van 10 December 1942 voor 8
woningen de termijn van ontruiming verlengd tot 3 Juli
1943. De bewoners van deze woningen hebben'in-verband-
met het nijpend woninggebrek in deze gemeente nog geen
andere passende woning kunnen verkrijgen, zoodat genoemde
termijn voor die 8 woningen weder dient te worden verlengd.
De Burgemeester heeft mitsdien op 24 Juni 1943 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BEPAALT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
dat uiterlijk 3 Januari 1944 moeten zijn ontruimd de onbe
woonbaar verklaarde woningen 4e Binnenvestgracht Nis 45
en 74, Geerestraat No. 3 en le Gortestraat Nis 13, 31,
35, 37 en 43.
N°. 106. Leiden, 24 Juni 1943.
In het besluit van den Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Binnenlandsche Zaken d.d. 6 Februari 1943
(Legesbesluit Bevolkingsregisters) zijn regelen vastgesteld
betreffende de heffing van rechten ter zake van het geven
van inlichtingen uit het bevolkingsregister of het verblijfs
register. Ingevolge art. 16 van dit besluit vervallen de
bepalingen van de plaatselijke belastingverordeningen, in
zooverre deze betrekking hebben op het verstrekken van
inlichtingen uit het bevolkingsregister of het verblijfsregister.
Art. 9 (3) bepaalt voorts het recht, verschuldigd door
particulieren, voor elke inlichting op ƒ0.50.
De op het verstrekken van inlichtingen uit het bevolkings
register betrekking hebbende tarieven konden derhalve uit
de legesverordening worden geschrapt tegelijk met de nog
niet goedgekeurde wijzigingsverordening van 21 Januari
1943 (Ingek. Stukken No. 16).
Daar in het Oud-Archief alhier geen akten van den