50 van 175.per h.a. en per jaar en een vergoeding ineens van 200.in totaal als tegemoetkoming aan den pachter van Egmond voor het gemis van het weiland uit zijn bedrijf een en ander voor den tijd van ten hoogste 2 jaren, in gegaan 1 Januari 1943 en onder nader door den Burgemeester te bepalen voorwaarden; II. voor den aanleg van oorlogsvolkstuinen beschikbaar te stellen het aan de gemeente toebehoorende perceel weiland in den Cronesteinschepolder, kad. bekend gemeente Leiden, sectie O, No. 1624 ged. (oud No. 227), groot 1.73.40 h.a., op de situatieteekening E met groene kleur aangeduid, en aan de pachters L. P. van der Geer en A. Stuifzand een vergoeding ineens van f 150.per h.a. uit te keeren wegens het gemis van het weiland uit hun bedrijf; III. aan den Leidschen Bond van volkstuindersvereeni- gingen voor oorlogsvolkstuintjes gedurende 2 jaren, ingegaan 1 Januari 1943, a. in onderhuur te geven de onder I genoemde perceelen weiland, t.w. 1°. de perceelen weiland nabij den Bijnsburgerweg, kad. bekend gemeente Leiden, sectie P nis. 620, 1043 en 2264, groot 5.13.57 h.a.; 2°. de perceelen weiland aan de Boomburgerlaan, kad. bekend gemeente Leiden, sectie M nis. 998 en 999, groot 2.15.20 h.a.; 3°. de perceelen weiland aan de Boomburgerlaan, kad. bekend gemeente Leiden, sectie M nis. 3849 en 2912, groot 1.38.22 h.a.; 4°. het perceel weiland aan den Lage Morschweg, kad. bekend gemeente Leiden, sectie P No. 243, groot 1.63.10 h.a. b. te verpachten het onder II genoemde perceel in den Cronesteinschepolder, kad. bekend gemeente Leiden, sectie O nis. 1624 (ged.) (oud no. 227), groot 1.73.40 h.a.; tezamen voor een pachtsom van 5.937.50 per jaar en voorts onder de nader door den Burgemeester vast te stellen voorwaarden IV. door het vaststellen van den bij dit besluit behoorenden begrootingsstaat No. 17 op de gemeentebegrooting 1943 een bedrag van 7.782.27 te brengen voor de kosten van het aanleggen van oorlogsvolkstuinen en voor de schadeloos stellingen van de pachters van de desbetreffende perceelen weiland, terwijl verder in dien begrootingsstaat zullen worden geregeld de te ontvangen en te betalen huren van de genoemde perceelen. N°. 93. Leiden, 10 Juni 1943. Op 31 December j.l. eindigden de verpachtingen van de hier na te noemen perceelen weiland. Met uitzondering van het aan L. P. van der Geer en A. Stuifzand verhuurde perceel, sectie O, No. 227, dat bestemd is voor oorlogs volkstuinen, kunnen deze weilanden opnieuw verpacht worden. Met de pachters werd overeenstemming bereikt over de verlenging van de huurovereenkomsten op den bestaanden voet. De pachttermijn is behoudens goedkeuring van de grondkamer voor Zuid-Holland, wederom bepaald op één jaar. De Burgemeester heeft alsnu op 10 Juni 1943 het volgende besluit genomen: De BUBGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Bijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie de navolgende perceelen weiland op de bij dit besluit be- hoorende kaarten met groene kleur aangeduid, te ver pachten aan: 1°. C. J. Zwetsloot, te Leiden, de perceelen weiland aan de Houtlaan, sectie P, No. 2115 (ged.), groot i 1.59.80 h.a., voor een pachtsom van 160.per jaar; 2°. L. P. van der Geer en A. Stuifzand, te Leiden, de perceelen weiland in den Cronesteinsche polder, sectie O, nis 207, 215, 216, 931 (alle ged.), 933, 935, 938, 941, 1053 ged. en 1054 ged., groot 6.27.00 h.a., voor een pacht som van 625.per jaar; 3°. C. en M. Eoeloffs, te Leiden, de perceelen weiland in den Stadspolder, sectie N, nis 122 en 200, groot 0.99.10 h.a., voor een pachtsom van 105.per jaar, de perceelen weiland in den Stadspolder, sectie K, nis 34 ged. en 35 ged., groot 2.30.00 h.a., voor een pachtsom van 230.— per jaar; de perceelen weiland in den Stadspolder, sectie K, nis 29, 30, 1748, 1752, 1753, 1754, 2696, 2697, 2698, 2862 ged., 4373 en 3939 ged., groot 4.65.40 h.a., voor een pachtsom van 485.— per jaar en de perceelen weiland in den Stadspolder, sectie N, nis 1103, 144, 143 en 148, groot 4.07.72 h.a., voor een pachtsom van 428.10 per jaar: 4°. W. Bamp, te Leiderdorp, het perceel weiland in den Stadspolder, sectie N, nis 145 ged. en 1102 ged., groot 1.44.70 h.a., voor een pachtsom van 120.per jaar; een en ander voor den tijd van een jaar, ingegaan 1 Januari 1943 en onder de door den Burgemeester nader vast te stellen voorwaarden. N°. 94. Leiden, 10 Juni 1943. In 1926 dreigde te Bleiswijk een kerkinterieur, dat tot 1865 eigendom was geweest van de Bemonstrantsch Gere formeerde Gemeente aldaar, voor afbraak verkocht te worden. Teneinde dit typische kerkinterieur niet verloren te doen gaan, werd het, met financieelen steun van de Bemonstrantsch Gereformeerde Gemeente alhier, uit de fondsen van het Stedelijk Museum ,,de Lakenhal" aangekocht en in „de Lakenhal" geplaatst. Thans wordt te Gouda overwogen, onder toezicht van de rijkscommissie voor de monumentenzorg en met overheids subsidie, de voormalige Agnietenkapel te restaureeren en deze kapel, met gebruikmaking van het Bleiswijksche meubilair ten behoeve van de Goudsche Bemonstrantsch Gerefor meerde Gemeente in te richten. De Kerkeraad der Bemonstrantsch Gereformeerde Ge meente te Gouda heeft in verband hiermede verzocht bedoeld kerkmeubilair aan hem af te staan. De commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" heeft tegen inwilliging van dat verzoek geen bezwaar o.m. omdat door de plaatsing in de kapel aan het interieur zijn oorspronkelijke bestemming wordt teruggegeven. De koopsom is in verband met de kosten van aankoop en verder daarmede gepaard gegaan zijnde kosten bepaald op ƒ1000.ook aangaande de aan den verkoop te verbinden voorwaarden is overeenstemming verkregen. De Bemonstrantsch Gereformeerde Broederschap kan zich met den verkoop vereenigen. Mitsdien heeft de Burgemeester op 10 Juni 1943 het volgende besluit genomen: De BUBGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Bijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: tot verkoop van den preekstoel en verder meubilair, afkomstig uit Bleiswijk, aan de Bemonstrantsch Gerefor meerde Gemeente te Gouda, voor een bedrag van 1000. en verder onder de door de commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" voorgestelde voorwaarden. N°. 95. Leiden, 10 Juni 1943. Den Hen Maart 1943 besloot de Burgemeester, behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie, een bedrag van 750.op de begrooting voor 1943 uit te trekken, teneinde een subsidie tot dat bedrag toe te kennen aan de groep Leiden der Technische Noodhulp voor de aanschaffing van een luchtcompressor, pneumatische hamers en slangen (Ingek. Stukken No. 48). Inmiddels werd echter van den Commissaris der Provincie bericht ontvangen, dat het Bijk voor de materiaal- en gereedschappenvoorziening der plaatse lijke groepen voldoende middelen beschikbaar heeft gesteld en ook overigens nog financieelen steun heeft verleend. De Commissaris verzocht daarom het desbetreffende besluit in te trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1943 | | pagina 12