GEMEENTE LEIDEN.
1
INGHEKOMEHï STUKKEN.
N°. 1. Leiden, 7 Januari 1943.
Naar aanleiding van het aan Mej. Dr S. Hofker verleend
eervol ontslag als leerares in het Nederlandsch aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes heeft de Burgemeester op 7 Januari
1943 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
Mevr. T. KleinhoutMoerman, met ingang van 12 Januari
1943, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den verderen
duur van den cursus 19421943, te benoemen tot tijdelijk
leerares in het Nederlandsch aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes.
N°. 2. Leiden, 7 Januari 1943.
Teneinde te voorzien in de vacature welke aan de
Meisjesschool voor U.L.O. ontstond tengevolge van het aan
de onderwijzeres Mej. A. Driesens verleend eervol ontslag,
heeft de Burgemeester op 7 Januari 1943 het volgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
Mejuffrouw N. H. Blaak, onderwijzeres bij het openbaar
lager onderwijs te Haarlem, met ingang van een nader te
bepalen datum, te benoemen tot onderwijzeres aan de
Meisjesschool voor U.L.O.
N°. 3. Leiden, 7 Januari 1943.
Ter voorziening in door periodieke aftreding ontstane
vacatures in den Raad van Beheer van de Sportstichting,
heeft de Burgemeester op 7 Januari 1943 het navolgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
tot leden van den Raad van Beheer van de Sportstichting
opnieuw te benoemen de periodiek aftredende leden J. P.
Karstens, P. H. Steenhauer en C. A. de Bruyn.
N°. 4. Leiden, 7 Januari 1943.
De Inspecteur der Domeinen heeft namens het Rijk aan
de gemeente te koop aangeboden het aan het politiebureau
grenzend woonhuis aan de Zonneveldstraat No. 9. Met hem
werd overeenstemming bereikt over den aannemeliikén prijs
van 6.000.
Aangezien het bezit van dit pand voor de gemeente met
het oog op zijn ligging van belang is, heeft de Burgemeester
op 7 Januari 1943 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier Verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
a. aan te koopen van het Rijk het perceel Zonneveldstraat
No. 9, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G, No. 1330,
groot 71 m2, voor 6.000.
b. een bedrag van 6.080.op den kapitaaldienst der
gemeentebegrooting, dienst 1943, te brengen ten behoeve
van den sub a bedoelden aankoop en de daarop vallende
kosten.
N°. 5. Leiden, 7 Januari 1943.
Bij besluit van 21 Mei 1942 (Ingek. Stukken No. 64) werd
aan de vakorganisaties een vergoeding toegekend van één
cent per wekelijksche door haar tusschenkomst verstrekte
steunuitkeering in de kosten, voortvloeiende uit de mede
werking dier organisaties aan de uitvoering van de steun
regeling voor valide werkloozen en uit het inhouden op de
steunuitkeeringen van door of vanwege de gemeente ver
leende voorschotten. Met het oog op de wijzigingen, welke
zich toen op het gebied van de organisatie van de werknemers
voltrokken, werd de vergoeding voorloopig voor niet langer
dan zes maanden, ingaande 1 Januari 1942, toegekend.
Intusschen kwamen de vorenbedoelde wijzigingen tot stand
en heeft het Nederlandsche Arbeidsfront de werkzaamheden
van de vakorganisaties met ingang van 29 Juni 1942 voort
gezet.
Aangezien er derhalve aanleiding bestond om de bedoelde
vergoeding, gerekend met ingang van 1 Juli 1942, aan het
Nederlandsche Arbeidsfront toe te kennen, heeft de Burge
meester op 7 Januari 1943 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
a. aan het Nederlandsche Arbeidsfront (plaatselijk kantoor
Leiden) een vergoeding toe te kennen van één cent per
wekelijksche door zijn tusschenkomst verstrekte steun
uitkeering in de kosten voortvloeiende uit zijn medewerking
aan de uitvoering van de steunregeling voor valide werk
loozen en uit het inhouden op de steunuitkeeringen van door
of vanwege de gemeente verleende voorschotten, zulks ge
rekend te zijn ingegaan op 1 Juli 1942;
b. in verband met het sub a vervatte besluit:
1°. behoudens goedkeuring van den Commissaris der
Provincie door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden
begrootingsstaat No. 48 een bedrag van 200.op de be
grooting 1942 te brengen;
2°. op de begrooting 1943 een bedrag van ƒ400.uit
te trekken.
N°. 6. Leiden, 7 Januari 1943.
De Buurtvereeniging „Groenoord" heeft eenige jaren ge
leden bij den Haarlemmerweg een kinderspeeltuin aangelegd.
Op het terrein is geen W.C. aanwezig, hetgeen uit hygiënisch
oogpunt zeer ongewenscht is. Het bestuur heeft nu aan de
gemeente het verzoek gericht om medewerking te verleenen
voor het maken van een W.O.-gebouwtje.
Aangezien van den speeltuin een zeer druk gebruik ge
maakt wordt, is er aanleiding, om de gevraagde medewerking
te verleenen, en wel op den volgenden voet. De gemeente
zal het materiaal leveren, ter waarde van 400.en zorg
dragen voor den aanleg van de waterleiding met sanitair
(kosten 250.terwijl de leden van de buurtvereeniging
het werk belangeloos zullen uitvoeren. Het bestuur der
vereeniging ging met deze regeling accoord, weshalve de
Burgemeester op 7 Januari 1943 het volgende besluit heeft
genomen