83 tingshoofdstuk kunnen worden ingesteld, wordt genoemd bedrag voorshands hier gereserveerd. Alvorens nu de gedetailleerde beschouwingen van elk hoofdstuk afzonderlijk volgen, worden hieronder nog afgedrukt de eindcijfers van den gewonen dienst van de begrootingen 1942 en 1943. De kapitaaldienst geeft tot geen opmerkingen aanleiding. Ontvangsten. 1942 1943 minder ontvangsten Uitgaven. 1942 1943 minder uitgaven 10.561.641.- 9.832.413.- 11.380.572. 11.246.732. Hooger tekort 1943 dan 1942 tekort 1942 Tekort 1943 729.228, 133.840.— 595.388.— 818.931.— 1.414.319.— HOOFDSTUK I (Vroegere diensten). Minder uitgaven 121.225. Voordeeliger f 121.225. Dit hoofdstuk is 121.225.voordeeliger doordat, gelijk reeds werd opgemerkt, de gemeenterekening over 1941 een exploitatie-tekort oplevert van 130.040,38 en het tekort van de gemeenterekening over 1940, hetwelk ten laste van de begrooting 1942 komt, 251.265,08 bedroeg. HOOFDSTUK II (Algemeen beheer). Meer ontvangsten Meer uitgaven 56.951.— 33.434.— Voordeeliger 23.517. Overeenkomstig de in de circulaire van het Departement van Binnenlandsche Zaken d.d. 1 October 1942 gegeven aan wijzingen, kan de uitkeering uit het gemeentefonds, ook ondanks de jaarlijksche vermindering van het garantiebedrag met 47.026,79, voor het jaar 1943 worden uitgetrokken op 861.944.tegenover een bedrag van 829.102.over 1942, of wel hooger 32.842. De raming voor 1942 was gebaseerd op 100,61 de definitieve uitkeering 1939/40, terwijl voor 1943 kon worden uitgegaan van het inmiddels bekend geworden werkelijke bedrag van het uitkeeringsjaar 1940/41, hetwelk aanzienlijk gunstiger is dan dat over 1939/40. Tengevolge van de algemeene loonsverhooging en periodieke verhoogingen, de overplaatsing van een ambtenaar van de Politie naar de Secretarie (in verband met de reorganisatie van de politieadministratie), alsmede de kosten van de nachtbewaking van het Stadhuis, welke niet meer door de Politie, doch door den Leidschen Nacht veiligheidsdienst ge schiedt, moest de jaarweddenpost van de ambtenaren en bedienden ten Stadhuize 15.336.hooger worden uit getrokken. Voorts was voor schrijfloonen wegens de toeneming van het schrijfwerk in deze tijden 6.500.meer vereischt. Hiertegenover staan échter ook eenige voordeelige factoren, t.w. presentiegelden van de raadslieden, welke post thans overeenkomstig de aanwijzingen van den Commissaris der Provincie voor Memorie is uitgetrokken tegenover voor 1942 op 765.verlichting en verwarming van het Stadhuis lager 1.342.Archief 1.020.pensioenen 2.623. kosten uitbreidingsplan 4.150.terwijl voorts het ver vallen van de couponbelasting een besparing beteekent van 9.367.—. Mede in verband met de algemeene loonsverhooging en de verhooging van de belastingtarieven moesten ten behoeve van de inhouding en afdracht van de loonbelasting de ont vangsten en uitgaven administratief met 28.000.worden verhoogd. Overeenkomstig het bij de begrooting voor 1922 genomen besluit was tot nog toe f gedeelte der ten laste van de ge meente blijvende pensioenen, voorzoover toegekend aan de als ambtenaar of werkman van de bedrijven gepensionneerden, voor rekening van deze instellingen. Aangezien tegenover het l gedeelte, dat op de algemeene begrooting drukte sinds lang geen compensatie meer stond, is besloten, dat met ingang van het jaar 1942 de bedoelde pensioenen voortaan geheel door de bedrijven zullen worden gerestitueerd. Dit besluit werd genomen, nadat de posten van de begrootingen waren afgesloten; het kon daarin dus niet meer worden verwerkt. Het brengt uiteraard in de uiteindelijke resultaten geen ver andering; de in verband met een en ander in de gemeente en bedrijfsbegrootingen noodige veranderingen zullen t.z.t. worden aangebracht. HOOFDSTUK III (Openbare veiligheid). Meer uitgaven Meer ontvangsten 189.853. 131.635. Nadeeliger 58.218. De stijging van het eindcijfer der uitgaven en dat van de ontvangsten betreft voor een bedrag van 80.000.het loon van de vaste kern van het personeel van den Lucht beschermingsdienst en de restitutie daarvan door het Kijk. Van 25 Januari 1942 af kunnen ook de sociale lasten van de vaste kern aan het Kijk worden gedeclareerd, hetgeen voor de gemeente een verlichting van lasten beteekent van 36.250.De ten laste van de gemeente blijvende kosten van den Luchtbeschermingsdienst voor 1943 kunnen dien tengevolge worden geraamd op 27.900.tegenover een bedrag van 54.250.(waarvan 22.750.op Onvoorziene uitgaven) voor 1942. De subsidie aan de Afd. Leiden van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming is overeenkomstig de desbetreffende aanvrage voor 1943 uitgetrokken op 6.710. (1942 5.990.waarvan 1.290.— op Onvoorziene uitgaven). Het nadeelig verschil met 1942 ad 58.218.heeft voorts voor een bedrag van 45.839.betrekking op den salarispost van de inspecteurs en agenten (algemeene loonsverhooging, tijdelijke toelage ad 5 voor overwerk, alsmede verhooging van het onderdeel „schrijfloonen" in verband met de reor ganisatie van de politie-administratie). De bijdrage van de gemeente aan het Nederlandsche Politie Ziekenfonds, ten bedrage van de helft van de premie, vordert een uitgaaf van 3.500. Mede in verband met de verhooging van de loonen van het politiepersoneel, moest voorts de post inzake verzekering, pensionneering enz. rond 11.000.hooger worden uit getrokken. De kosten van de straatverlichting zijn, overeenkomstig de raming van de Stedelijke Lichtfabrieken, uitgetrokken op 17.350.tegenover 17.000.voor 1942, waarbij is aan genomen, dat voor 1943 de verlichting op dezelfde wijze in exploitatie zal zijn als gedurende 1941/42. HOOFDSTUK IV (Volksgezondheid). f Minder ontvangsten Meer uitgaven 126.590.— 12,991.— Nadeeliger 139.581. De lagere ontvangst op dit hoofdstuk heeft voor het grootste gedeelte betrekking op de uitkeering van de Leidsche Duinwater Maatschappij. In verband n.l. met de invoering van de vennootschaps belasting, waaraan ook de L.D.M. is onderworpen, kan de totale uitkeering over 1943, op basis van de werkelijke ont vangst over 1941 (zonder nog rekening te houden met de vanaf 1942 bovendien verschuldigde ondernemingsbelasting), slechts op 176.500.worden geraamd, of 133.500.min der dan het in de laatste jaren gebruikelijk bedrag van ƒ310.000.—. De baten, die de gemeente aldus uit het aandeelenbezit en de aangekochte concessionarisrechten zou trekken, zijn zelfs niet voldoende om de rente van de desbetreffende geld- leening te dekken. Door deze daling van het rendement is de waarde van het aandeelenbezit dermate gedaald, dat het restant-bedrag van de leeningschuld deze waarde thans belangrijk overtreft. Onder deze omstandigheden dient de afschrijving op het aandeelenbezit, welke over de jaren 1937 t/m. 1942 achterwege was gelaten, te worden hervat, zoodat ditmaal de aflossing ad 31.825.op de desbetreffende geldleening weder ten laste van den gewonen dienst is ge bracht. Hiertegenover staat, dat het Kijk over 1943 nog {- (voor 1941 en 1942 van de door de L.D.M. voor dat jaar ver schuldigde vennootschapsbelasting aan de gemeente als aandeelhoudster restitueert, waarvoor een bedrag van ƒ31.242.is geraamd. Uiteindelijk bedraagt het\ nadeelig verschil met 1942 alzoo ƒ133.500.-j- ƒ31.825. ƒ31.242.— 134.083.—.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1942 | | pagina 9