94 model D, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1942, groot f 625.ten behoeve van de kosten, voort vloeiende uit de sub a vermelde verordening. No. 172. Leiden, 10 December 1942. Tengevolge van de toeneming van het aantal leerlingen moet met ingang van 1 Januari 1943 aan de opleidings school voor Gymnasium en H. B. S. aan de Kernstraat een leerkracht meer verbonden zijn dan thans het geval is. De Burgemeester heeft daarom op 10 December 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: met ingang van een nader te bepalen datum de onderwijzeres mejuffrouw L. G. Tuk van de o. 1. school aan de Boommarkt over te plaatsen naar de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Kernstraat. N°. 173. Leiden, 10 December 1942. Ten aanzien van de hierna genoemde, bij de gemeente ingediende stukken heeft de Burgemeester op 10 December 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: goed te keuren de rekening, dienst 1941, en de begrooting, dienst 1943, van het College van Yrouwenkraammoeders te Leiden. N°. 174. Leiden, 10 December 1942. Ingevolge een bij de behandeling van de gemeentebe grooting voor het jaar 1922 genomen besluit werd tot nog toe door de bedrijven ®/4 gedeelte der ten laste van de ge meente büjvende pensioenen, voor zoover toegekend aan de als ambtenaar of werkman dezer instellingen gepension- neerden, bijgedragen; voor rekening van den algemeenen dienst der gemeente-begrooting kwam dus 1/i gedeelte. Overeenkomstig het in de nota betreffende de begrooting 1943 (Ingek. Stukken No. 169) medegedeelde, dient deze regeling met ingang van het jaar 1942 aldus te worden gewijzigd, dat de bedrijven de bedoelde pensioenen voortaan ten volle restitueeren. Met het oog hierop heeft de Burgemeester op 10 December 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: met wijziging van het bij de begrooting voor 1922 genomen raadsbesluit te bepalen, dat de ten laste van de gemeente blijvende pensioenen van de als ambtenaar of werkman der bedrijven gepensionneerden van 1 Januari 1942 af ten volle door de desbetreffende bedrijven aan den gewonen dienst der gemeentebegrooting moeten worden gerestitueerd. N°. 175. Leiden, 10 December 1942. Bij raadsbesluit van 19 December 1938 werden 51 woningen onbewoonbaar verklaard, terwijl laatstelijk bij besluit van den Burgemeester van 11 Juni 1942 voor 9 van deze woningen de termijn van ontruiming werd verlengd tot 3 Januari 1943. Van die 9 woningen zijn er thans nog 8 bewoond, voor welke de termijn van ontruiming opnieuw dient te worden verlengd. De Burgemeester heeft mitsdien op 10 December 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BEPAALT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie, dat uiterlijk 3 Juli 1943 moeten zijn ontruimd de onbe woonbaar verklaarde woningen 4e Binnenvestgracht nis 45 en 74, Geerestraat no. 3 en le Gortestraat nis 13, 31, 35, 37 en 43. N°. 176. Leiden, 17 December 1942. Bij besluit van 11 Augustus 1941 werden de heeren P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman, S. A. de Graaff en Dr J. H. F. Lahr bestendigd in de betrekking van stads geneesheer; bij besluit van 2 October d. a. v. werden de heeren Dr E. J. J. G. Renaud en C. Verhoog in die be trekking benoemd. Deze benoemingen geschiedden, in af wijking van de verordening, betreffende de geneeskundige armenverzorging en den werkkring en de bezoldiging van de stadsgeneesheeren, die een benoeming voor den tijd van twee jaren voorschrijft, voor het tijdvak van 1 Juli 1941 t/m 31 December 1942 resp. 1 October 1941 t/m 31 December 1942. Tegen herbenoeming van genoemden tot stadsgeneesheer bestaat geen bezwaar. In verband met een mogelijke reorganisatie van de ge neeskundige armenverzorging, waaromtrent een onder zoek wordt ingesteld, verdient het aanbeveling de herbe noeming thans, in afwijking van de vorenvermelde ver ordening, te doen geschieden voor den tijd van ten hoogste twee jaren. Mitsdien heeft de Burgemeester op 17 December 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN: Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: in afwijking van de desbetreffende verordening, de artsen P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman, S. A. de Graaff, Dr J. H. F. Lahr, Dr E. J. J. G. Renaud en C. Verhoog tot wederopzeggens, doch ten hoogste voor den tijd van twee jaren, ingaande 1 Januari 1943, weder te benoemen tot stadsgeneesheer. N°. 177. Leiden. 17 December 1942. Bij besluit van den Burgemeester van 3 Juli j.l. (Ingek. Stukken No. 101) is het vischrecht in de Haarlemmer- trekvaart van Leiden tot aan den limietpaal „Halfweg" onder Noordwijkerhout voor dit jaar verpacht aan den beroepsvisscher C. D. Zandvliet, alhier, tegen een pacht som van 200. Ingevolge het eerste uitvoeringsbesluit, behoorende bij het Pachtbesluit Vischrecht 1941, dient de pachtovereen komst op den bestaanden voet met een jaar te worden verlengd. De Burgemeester heeft mitsdien op 17 December 1942 het volgende besluit genomen:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1942 | | pagina 2