69
N°. 147. Leiden, 29 October 1942.
Aangezien de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland volgens art. 2 der Verordening op de Commissie
van toezicht op het middelbaar onderwijs het recht had
twee leden dier Commissie te benoemen en die Kamer in
middels is vervangen door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Zuid-Holland, heeft de Burgemeester op
29 October 1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 14 Maart 1938
(Gemeenteblad No. 4) voor de Plaatselijke Commissie
van Toezicht op de 'scholen voor Middelbaar Onder
wijs te Leiden.
Eenig artikel.
In het eerste lid van art. 2 van bovengenoemde ver
ordening wordt voor de woorden „voor Rijnland" in de
plaats gesteld „voor Zuid-Holland".
N°. 148. Leiden, 29 October 1942.
De Commissie voor het Stedelijk Museum de Lakenhal is
voornemens een in het Museum aanwezige z.g. Hollandsche
Tweedeurs-kolommenkast met opgelegd palissanderhout, die
indertijd door het Museum werd aangekocht, te verkoopen.
Aangezien het Museum nog een dergelijke kast bezit,
bestaat tegen den voorgenomen verkoop geen bezwaar.
De Burgemeester heeft mitsdien op 29 October 1942 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
de Commissie voor het Stedelijk Museum de Lakenhal
te machtigen tot verkoop van een overcomplete z.g. Holland
sche Tweedeurs-kolommenkast.
N°. 149. Leiden, 29 October 1942.
De Heer F. Scholten, in leven auteur, gewoond hebbende
te Katwijk, overleden te Leiden den 29 Augustus 1942,
heeft de Gemeente Leiden, onder den last van eenige legaten,
benoemd tot zijn eenige erfgename.
De erflater heeft aan de erfstelling enkele opdrachten
verbonden, welke van wetenschappelijken aard zijn en het
nabije Oosten betreffen.
De gemeente Leiden is gehouden het kapitaal afzonderlijk
te beheeren en de revenuen aan de Stichting Nederlandsch
Archaeologisch Pliilologisch Instituut voor het Nabije Oosten,
gevestigd te Leiden, ter beschikking te stellen.
Aangezien de erfstelling zal bijdragen tot dén luister van
het wetenschappelijke leven in deze gemeente, terwijl ook
door de bepalingen van het testament baten voor het Leidsche
bedrijfsleven zullen ontstaan is er voor de gemeente alle
aanleiding de erfenis te aanvaarden.
De Burgemeester heeft mitsdien op 29 October 1942 het
volgende besluit genomen.
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
en onder het voorrecht van boedelbeschrijving de door den
heer F. Scholten, overleden te Leiden den 29 Augustus 1942,
aan de gemeente Leiden vermaakte erfenis met de daaraan
verbonden opdrachten te aanvaarden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.