GEMEENTE LEIDEN. 65 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 132. Leiden, 1 October 1942. Tri zijn vergadering van 18 November 1940 besloot de Gemeenteraad overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders (Ingek. Stukken No. 149) o.m. het Gravensteen, na verbouwing tot industrieele inrichtingen met tehuis voor mannen en asyl voor passanten, en de voormalige Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijze ressen aan de Oude Vest No. 35, na verbouwing tot volks logement, aan het Leger des Heils, voorloopig voor den tijd van tien jaren, te verhuren tegen een gezamenlijke huur- som van 1.500.per jaar. De verbouwing van de v.m. Kweekschool is nagenoeg voltooid. Voor wat dit gebouw aangaat zou derhalve aan voormeld besluit uitvoering kunnen worden gegeven, ware het niet, dat het Leger des Heils inmiddels is opgeheven. Thans heeft de Nederlandsche Yolksdienst verzocht het gebouw van de v.m. Kweekschool te mogen huren ten einde het in te richten tot en te bezigen als kindertehuis. De Yolks dienst is bereid voor het gebouw een huur te betalen van 2.000.per jaar, mits nog eenige wijzigingen in het ver bouwingsplan worden aangebracht. Die wijzigingen zullen een verhooging van de voor de verbouwing uitgetrokken gelden met 6.100.ten gevolge hebben, doch de Volks- dienst is genegen bevonden hiervan een bedrag van 5.000. voor zijn rekening te nemen. Verder heeft de gemeente het recht om steeds ten hoogste tien kinderen tegelijk voor haar rekening in de inrichting te doen opnemen en verplegen. Met het oog op een en ander en gelet op het sociale doel, hetwelk de Volksdienst met de oprichting van het kinder tehuis beoogt, kan een huurprijs van 2.000.per jaar zeker voldoende worden geacht. De overeenkomst van huur en verhuur kan worden aan gegaan voor den tijd van één jaar met stilzwijgende ver lenging van jaar tot jaar, tenzij de huur drie maanden voor het verstrijken van den huurtermijn door een der partijen schriftelijk wordt opgezegd, en met dien verstande, dat de huur in elk geval eindigt tien jaren na den datum van ingang, welke datum afhangt van de voltooiing van de verbouwing en derhalve nader moet worden bepaald. De Burgemeester heeft mitsdien op 1 October 1942 het volgende besluit genomen: De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie het gebouw Oude Vest No. 35 (voormalige Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen) met ingang van een nader te bepalen datum aan den Nederlandschen Volksdienst te verhuren met de bestemming tot kindertehuis, zulks tegen een huursom van 2.000.per jaar en voor den termijn van een jaar, met dien verstande, dat de huur telkens geacht wordt met een jaar te zijn verlengd, indien de over eenkomst niet door een der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van den huurtermijn schriftelijk is opgezegd en dat de huur in elk geval eindigt 10 jaar na den datum waarop de huur is ingegaan, zonder dat een opzegging is vereischt en verder overeenkomstig de bij dit besluit behoorende concept-overeenkomst. N°. 133. Leiden, 5 October 1942. Ter voorziening in een vacature in de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", in de Commissie voor de Gemeentelijke Volkscredietbank en in de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon heeft de Burge meester op 5 October 1942 het volgende besluit genomen: De BUEGEMEESTEE van LEIDEN Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak Van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: 1°. te benoemen tot lid van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" in de vacature Prof. Dr. J. A. J. Barge, den heer A. J. M. van Dijk. 2°. te benoemen tot Commissaris van de Gemeentelijke Volkscredietbank in de vacature Mevr. C. P. Braggaarde Does, Mevr. E. PardoenWestra. 3°. te benoemen tot lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon in de vacature Mevr. C. P. Braggaarde Does, Mevr. E. J. O. PollmannSchoondergang. N°. 134. Leiden, 8 October 1942. Aangezien de wenschelijkheid was gebleken het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand, bestemd om den ambtenaar, belast met alle aan den ambtenaar van den Burgerlijken Stand opgedragen werkzaamheden, bij ont stentenis of afwezigheid om andere redenen, te vervangen, met twee uit te breiden, diende de verordening, regelende het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand te Leiden en de verdeeling hunner werkzaamheden, te worden herzien. Tevens verdiende het aanbeveling, nu de verordening toch gewijzigd werd, haar aan te passen aan het besluit van Gedeputeerde Staten dd. 13/25 Maart 1935, G.S. No. 35/2, ingevolge hetwelk de ambtenaren van den Burgerlijken Stand in de gemeenten met 25000 en meer inwoners in deze provincie en derhalve ook hunne vervangers uit hoofde van die functie geen aparte bezoldiging meer genieten. Mitsdien heeft de Burgemeester op 8 October 1942 de volgende besluiten genomen: I. De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: a. in te trekken de verordening van 14 April 1904 (Ge meenteblad No. 16), regelende het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand te Leiden en de verdeeling hunner werkzaamheden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 13 Februari 1928 (Gemeenteblad No. 2); b. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENUNG, regelende het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand te Leiden en de verdeeling van hunne werkzaamheden. Eenig aetikel. Het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand te Leiden bedraagt veertien, te weten: a. negen onbezoldigde ambtenaren, beurtelings en uit sluitend belast, volgens in onderling overleg vast te stellen regeling, met het sluiten van de huwelijken; b. één ambtenaar, belast met alle aan den ambtenaar van den Burgerlijken Stand opgedragen werkzaamheden; c. vier ambtenaren bestemd om den sub b bedoelden ambtenaar, bij ontstentenis of afwezigheid om andere reden, te vervangen. II. De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: te benoemen tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand bestemd om den ambtenaar, belast met alle aan den ambte naar van den Burgerlijken Stand opgedragen werkzaamheden, bij ontstentenis of afwezigheid om andere reden, te vervangen 1°. M. H. van den Upwich, commies 2e klasse ter ge meentesecretarie 2°. H. Yeldstra, commies 3e klasse ter gemeentesecretarie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1942 | | pagina 1