41 De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUII: a. in te trekken den bij zijn besluit van 21 Mei 1942 vast- gestelden staat no. 15 tot wijziging van de gemeentebegroo- ting 1942, model E, waarbij een bedrag van ƒ4.000.werd beschikbaar gesteld ten behoeve van het inrichten van eenige noodziekenhuizen b. behoudens goedkeuring van den Commissaris der Pro vincie vast te stellen staat no. 22 tot wijziging van de gemeen- tebegrooting 1942, model D, ter beschikbaarstelling op den kapitaaldienst van een bedrag van 4.000.ten behoeve van het inrichten van eenige noodziekenhuizen, welk bedrag in 5 jaren, aanvangende in 1942, uit den gewonen dienst zal worden afgelost. N°. 100. Leiden, 24 Juli 1942. De jongste wijziging van de steunregeling voor valide werkloozen heeft aanleiding gegeven om ook de steunnormen voor hen, die door de Gemeentelijke Commissie voor Maat schappelijk Hulpbetoon worden ondersteund te herzien. De aanpassing is zoodanig tot stand gebracht, dat de ondersteuningen voor armlastigen in het algemeen zijn ver hoogd en gebracht op bedragen, welke gemiddeld 0.50 per week beneden den steun voor ongeorganiseerde werkloozen blijven. De hieraan gepaard gaande verhooging van het subsidie aan genoemde Commissie'voor het jaar 1942 moet nog op de gemeentebegrooting worden geregeld. Eveneens dient nog op de gemeentebegrooting te worden geregeld de verhooging van het subsidie over 1942, voort vloeiende uit het mede verstrekken van een extra-winter- uitkeering aan door de Commissie ondersteunden. Beide verhoogingen te zamen worden begroot op ƒ133.000. Ook zal aan de kinderen van armlastigen op overeen komstige wijze als aan de kinderen van werkloozen kosteloos melk worden verstrekt. De kosten van deze verstrekking worden voor 1942 geraamd op 14.200.en zullen eveneens door verhooging van het gemeentelijk subsidie moeten worden gevonden. In totaal zou het subsidie dus moeten worden verhoogd met 133.000.14.200.of 147.200.Aangezien echter op de begrooting van de Commissie een bedrag van 30.000. is uitgetrokken voor extra-verstrekkingen, kan met een subsidieverhooging van 117.200.worden volstaan. Mitsdien heeft de Burgemeester op 24 Juli 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied no. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: a. behoudens, voor zooveel noodig, goedkeuring van den Commissaris der Provincie, het subsidie aan de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon over het jaar 1942 te verhoogen met 117.200.zulks in verband met de aanpassing van de steunnormen voor armlastigen aan die van de steunregeling voor werkloozen en in verband met de kostelooze melkverstrekking aan de kinderen van armlas tigen, en daartoe vast te stellen den bij dit besluit behoorenden begrootingsstaat no. 24. b. de suppletoire begrooting van de Gemeentelijke Com missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, in verband met de sub a bedoelde subsidieverhooging, goed te keuren. N°. 101. Leiden, 30 Juli 1942. 31 December j.l. eindigde de verpachting van het visch- recht in de Haarlemmertrekvaart, bij raadsbesluit van 30 December 1940 (Ingek. Stukken no. 166) verhuurd aan den Hengelaarsbond voor Leiden en Omstreken voor 75. per jaar. Deze verpachting kon niet worden verlengd, omdat de pacht in verband met de desbetreffende voorschriften voor de visscherij in de eerste plaats aan een beroepsvisscher diende te worden toegewezen. Derhalve werd een openbare inschrijving onder beroepsvisschers gehouden. Van de in schrijvers komt het meest in aanmerking de hoogste in schrijver uit Leiden, C. D. Zandvliet. Hij heeft ingeschreven voor 202,50 per jaar, terwijl de Secretaris-Generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij op grond van artikel 8 van het Pachtbesluit Vischrecht 1941, den pachtprijs op 200 per jaar heeft gesteld. De pachtprijs dient derhalve tot dat bedrag te worden gereduceerd. Naar aanleiding van een en ander heeft de Burgemeester op 30 Juli 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied no. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie tot verpachting van het vischrecht in de Haarlemmertrek vaart van Leiden (Trekvaartbrug) tot den limietpaal „Half weg" onder de gemeente Noordwijkerhout, waaronder be grepen het zuidelijk deel van het Poelmeer tot de Molensloot, aan C. D. Zandvliet, te Leiden, gedurende het jaar 1942 voor 200.—. N°. 102. Leiden, 30 Juli 1942. De N.V. Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroe rende Goederen te Leiden heeft om niet aan de gemeente aangeboden de strooken grond en water kad. bekend Sectie K nis 1528, 3842, 3803, 4469, 3993, 3989, Sectie M no 215 en Sectie O no 1009, gelegen respectievelijk aan de Nassau- straat, de Groenoordstraat, tusschen de Alexander- en de Prinsenstraat, de Raamstraat, de Raamstraat, de Raamstraat, de Rijn- en Schiekade en de Hasebroekstraat, zoomede de eigendomsrechten, welke genoemde N.V. op de Leuvenstraat kan doen gelden, onder voorwaarde, dat de op de overdracht vallende kosten voor rekening van de gemeente komen. Met uitzondering van de perceelen Sectie K nis 3842 en 3803 maken de grondstrooken deel uit van de openbare straat. Tegen de overneming onder de genoemde voorwaarde bestaat geen bezwaar. Weliswaar is het gebruikelijk, dat strooken grond, welke deel uitmaken van de openbare straat, slechts zonder eenige kosten voor de gemeente door haar worden overgenomen, doch, aangezien zich onder de over te nemen grond ook een tweetal strooken bouwterrein bevindt, is er aanleiding i.e. van dezen regel af te wijken. Het onderhoud van de gedeelten openbare straat kan slechts met toepassing van artikel 20 van de Wegenwet ten laste van de gemeente worden gebracht. In verband met het bovenstaande heeft de Burgemeester op 30 Juli 1942 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied no. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening BESLUIT: behoudens, voor zooveel noodig, goedkeuring van den Com missaris der provincie I. van de N.Y. Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen, te Leiden, kosteloos in eigendom bij de gemeente over te nemen de strooken grond en water kad. bekend Sectie K nis 1528, 3842, 3803, 4469, 3993, 3989, Sectie M no. 215 en Sectie O no 1009, gelegen respectievelijk aan de Nassaustraat, de Groenoordstraat, tusschen de Alex ander- en de Prinsenstraat, de Raamstraat, de Raamstraat, de Raamstraat, de Rijn- en Schiekade en de Hasebroek straat, zoomede de eigendomsrechten, welke genoemde N.Y. op de Leuvenstraat kan doen gelden. II. met toepassing van artikel 20 van de Wegenwet het onderhoud van strooken grond kad. bekend Sectie K nis 1528, 4469, 3993, 3989 en Sectie O no 1009 ten laste van de gemeente te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1942 | | pagina 5