38
N°. 89. Leiden, 9 Juli 1942.
Ten gevolge van het bedanken van den heer T. Groeneveld
als lid van de Monumentencommissie is in die Commissie
een vacature ontstaan.
In verband hiermede heeft de Burgemeester op 9 Juli 1942,
na raadpleging van de Commissie, het volgende besluit
genomen
De BURGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
in de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer
T. Groeneveld, te benoemen tot lid van de Monumenten
commissie, den heer E. Pelinck.
N°. 90. Leiden, 9 Juli 1942.
Teneinde te voorzien in een viertal aan o.l. scholen
bestaande vacatures, heeft de Burgemeester op 9 Juli 1942
het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
met ingang van een nader te bepalen datum te benoemen
tot onderwijzeres aan:
a. de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Drie Octoberstraat,
Mej. J. H. Scholten te 's-Gravenhage;
b. de o.l. school aan de Paul Krugerstraat, Mej. M. van
Bohemen te Zaandam;
c. de o.l. school aan de Medusastraat A, Mej. M. Koolman
te Garmerwolde;
d. de o.l. school aan de Medusastraat B, Mej. J. M.
Bartels te Utrecht.
N°. 91. Leiden, 9 Juli 1942.
Met den Leidschen Bond voor Volkstuindersvereenigingen
zijn onderhandelingen gevoerd over de verpachting van
perceelen weiland en tuinland voor de uitgifte van volks
tuintjes. Overeenstemming werd bereikt tegen de pacht
prijzen, genoemd in het hierna volgend besluit; deze prijzen
zijn aannemelijk. De huurtermijn is voorloopig op een jaar
bepaald, ingegaan 1 Januari j.l., waarvoor de toestemming
van de Grondkamer voor Zuid-Holland werd verkregen.
De perceelen weiland moesten worden gescheurd; de
kosten hiervan bedragen rond 5.800.Aangezien de bond
niet over de noodige middelen beschikte om deze uitgave
geheel te financieren, moest hem een renteloos voorschot
worden verleend van 5.500.Doordat de kosten van het
scheuren in de huren van de tuintjes zijn verdisconteerd,
kan de bond het voorschot in twee jaren terugbetalen.
In verband hiermede heeft de Burgemeester op 9 Juli 1942
het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
a. aan den Leidschen Bond van Volkstuindersvereenigingen
te verpachten voor volkstuintjes gedurende één jaar, ingegaan
1 Januari 1942, de navolgende op de bij dit besluit behoorende
situatie-teekeningen met groene kleur aangegeven perceelen:
1°. de perceelen weiland in den Bosclihuizer- en Gasthuis
polder, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O, nis
641 (ged.), 646 (ged.), 647, 648, 649, 653, 654, 659, 660,
661 (ged.) en 662 (ged.), groot 8.08.00 ha, voor een pacht
som van ƒ120.per ha en per jaar;
2°. de perceelen weiland nabij de Nachtegaallaan, kadastraal
bekend gemeente Oegstgeest, sectie E, nis 42 (ged.), 2536 (ged.)
en 2538, groot i 3.95.58 ha, voor een pachtsom van 130.
per ha en per jaar;
3°. de perceelen weiland bij den Lage Morschweg, kada
straal bekend gemeente Leiden, sectie P, nis 247, 248, 1036
(ged.) en 275 (ged.), groot 2.08.80 ha, voor een pachtsom
van ƒ130.per ha en per jaar;
4°. de perceelen weiland aan den Kanaalweg, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie O, nis 229, 930 en 1056,
groot 2.80.20 ha, voor een pachtsom 130.per ha en
per jaar;
5°. de perceelen grond, gelegen aan de trambaan Leiden-
Wassenaar-'s Gravenhage, kadastraal bekend gemeente Oegst
geest, sectie E nis 2575 (ged.) en 2511 (ged.), groot 1.85.35
ha, voor een pachtsom van ƒ153.70 in totaal en per jaar;
6°. de bermen van de verlaten spoorbaan in den Stads-
polder, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie N, nis
169 (ged.), 175 en 176 ged, groot 0.98.00 ha> voor een
pachtsom van 75.in totaal en per jaar;
b. ten behoeve van de aanlegkosten van de volkstuintjes
aan den genoemden Bond een renteloos voorschot van
5.500.te verleenen, terug te betalen in twee termijnen
van 2.750.welke vervallen op 31 December 1942 en 1943.
c. door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden
staat tot wijziging van de begrooting van het Grondbedrijf,
dienst 1942, een crediet van 5.500.beschikbaar te stellen
ten behoeve van het onder b genoemde renteloos voorschot.
N°. 92. Leiden, 9 Juli 1942.
De gemeente is in de gelegenheid geweest de perceelen
aan de Burgsteeg nis 12 en 10/10u, welke in openbare veiling
zouden worden gebracht, ondershands aan te koopen voor
13.000.t. w. het perceel Burgsteeg No. 12 voor 7.500.
en het perceel Burgsteeg No. 10/lOa voor 5.500.
Aankoop van deze panden is voor de gemeente met het
oog op hun ligging ten opzichte van ,,de Burcht" van belang.
Aangezien voorts de genoemde koopprijs aannemelijk is,
heeft de Burgemeester op 9 Juli 1942 het volgende besluit
genomen
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
a. aan te koopen van N. Dreef Sr., te Leiden, de huizen
aan de Burgsteeg nis 12 en 10/lOa, kadastraal bekend ge
meente Leiden, sectie I, nis 60 en 2440, groot resp. 68 en
110 m2, te zamen voor ƒ13.000.
b. vast te stellen den staat No. 23 tot wijziging van de
gemeentebegrooting, dienst 1942, tot het beschikbaar stellen
van een bedrag van 14.300.ten behoeve van den sub a
bedoelden aankoop en de daarop vallende kosten.
N°. 93. Leiden, 9 Juli 1942.
In verband met de huidige woningschaarschte in deze ge
meente is het noodig een overzicht te verkrijgen over vraag
en aanbod van woningen. Te dien einde is het gewenscht,
om een woningbeurs in te stellen als bedoeld bij artikel 15
van de Woningwet.
Uit de instelling van een woningbeurs vloeit voor den
verhuurder, die een woning te huur heeft of een woning
verhuurd heeft en voor den eigenaar, die een onbewoonde
woning te koop aanbiedt of verkocht heeft, de verplichting
voort daarvan aan de woningbeurs mededeeling te doen
overeenkomstig de voorschriften en binnen den termijn bij
verordening (woningbeursverordening) vast te stellen.
Ter completeering van de door middel van de woningbeurs
te verkrijgen gegevens en ten einde de controle op de naleving
van de woningbeursverordening te vergemakkelijken, ver
dient het aanbeveling het zich vestigen in en het verhuizen
binnen de gemeente afhankelijk te stellen van een vooraf
verkregen vergunning. Verder zullen de gegevens worden
aangevuld met die omtrent nieuwe gezinsvorming, gezins-
ontbinding, vertrek en vestiging van gezinnen en van ver
huizing van gezinnen binnen de gemeente, welke door de