GEMEENTE LEIDEN.
77
9.221.42
INGEKOIEI STUKKEN.
N°. 146. Leiden, 14 November 1941.
Ten einde met de geregelde afdoening van de bij het
sluiten van den dienst 1940 nog door de gemeente ver
schuldigde bedragen te kunnen voortgaan en de beschikking
te hebben over de voor verschillende doeleinden verleende
credieten, welke nog niet zijn verwerkt of verbruikt, moeten
de hierop betrekking hebbende gelden op den dienst 1941
worden overgebracht.
Ingevolge de administratieve voorschriften moeten de
achterstallige uitgaven van den gewonen dienst, evenals de
achterstallige inkomsten, op Hoofdstuk I „Vroegere diensten"
worden verantwoord, terwijl onverwerkt of onverbruikt
gebleven credieten en daarmede verband houdende ont
vangsten worden overgebracht op de hoofdstukken, waartoe
zij naar haren aard behooren.
Bij den kapitaaldienst moeten de achterstallige inkomsten
en uitgaven, alsmede de onverwerkt gebleven gelden en de
daarmede verband houdende ontvangsten worden over
gebracht op de hoofdstukken, waartoe zij naar haren aard
behooren.
A. Wat betreft de gewone uitgaven moeten de achter de
navolgende posten vermelde bedragen op den dienst 1941
(Hoofdstuk I) worden overgebracht.
1°. Volgn. 235 1). Achterstallige uitgaven van
vorige diensten
Een bedrag van 58.75, op den dienst 1940
overgebracht ter betaling van verschillende
coupons van geldleeningen dezer gemeente,
werd ook in het afgeloopen jaar niet geïnd en
moet derhalve naar den dienst 1941 worden
overgebracht.
Verder moet alsnog worden uitgekeerd:
a. de bijdrage over 1939 in de exploitatie
van het badhuis van de woningbouwvereni
ging „de Eendracht" ad 5.013.91.
b. de op de begrooting voor 1939 uitgetrok
ken bijdrage aan de Gemeente-Commissie van
het Nederd. Herv. Kerkgenootschap in de
restauratiekosten van de Marekerk ad
3.602.en
c. de laatste termijn van de subsidie over
1939 van de „Sportstichting" ad ƒ546.76.
Een bedrag "van 9.221.42 moet derhalve
naar den dienst 1941 worden overgebracht.
2°. Volgn. 290. Rente van geldleeningen
Verschillende coupons over 1940 van geld
leeningen dezer gemeente, tot een bedrag van
1.223.50, zijn nog niet ter inwisseling aan
geboden.
3°. Volgn. 291. Aflossing van geldleeningen.
Twee in 1940 uitgelote obligatiën ad
1.000.waarvan een van de 3 J obligatie-
leening 19371, groot 1.500.000.en een van
de 3J obligatieleening 1937", groot
6.500.000.zijn nog niet ter inwisseling
aangeboden.
4°. Volgn. 329. Kosten ter bestrijding van de
tuberculose
De laatste termijn ad 500.van de sub
sidie over 1940 aan de Vereeniging Herstel
lingsoord „de Leidsche Buitenschool" moet
nog worden uitgekeerd.
5°. Volgn. 333. Afdracht van rechten als be
doeld in art. 3, juncto art. 2 van het Koninklijk
Besluit van 26 Juni 1937 (Stbl. No. 850), tot
uitvoering van de artikelen 13, lid 2, en 33 van
de Warenwet (Stbl. No. 793)
De ter zake nader te verhalen som van
134.50 moet aan de gemeente Haarlem wor
den uitgekeerd.
6°. Volgn. 336. Subsidie ter ondersteuning
van plaatselijke drankbestrijdersvereenigingen
De subsidie over 1940 moest bij het sluiten
van den dienst 1940 nog worden uitgekeerd.
7°. Volgn. 339. Bijdrage in de exploitatie
van het badhuis van de woningbouwvereniging
„de Eendracht
De bovenbedoelde bijdrage over 1940 moet
nog worden uitgekeerd.
Transporteeren
1.223.50
2.000.—
500.—
134.50
300.-
5.250.—
18.629.42
Transport
8°. Volgn. 598. Aandeel van de Provincie in
de bijdragen van particulieren in de verplegings-
kosten van behoeftige krankzinnigen en zwak
zinnigen
Het aandeel ter zake over 1940 moet alsnog
worden uitgekeerd.
9°. Volgn. 606. Subsidie aan de Zita-Ver-
eeniging afd. Margarita van Gartonastichting
Van de subsidie over 1940 moet nog een
bedrag van 250.worden uitgekeerd.
10°. Volgn. 607. Subsidie aan de Vereeniging
„Christelijke Jeugdhulp
Van de subsidie over 1940 moet nog een
bedrag van ƒ250.worden uitgekeerd.
11°. Volgn. 609. Schadeloosstelling aan arm
besturen en godshuizen voor het verlies, dat zij
door de opheffing der armbakkerij als stedelijke
inrichting kunnen lijden
De uitkeering ter zake over 1940 aan het
Gereformeerd Minne- of arme oude mannen-
en vrouwenhuis kon niet meer op den dienst
1940 worden geboekt.
12°. Volgn. 635. Subsidie aan werkloozen-
kassen
De afrekening van het aandeel der gemeente
over 1940 in de subsidie aan werkloozenkassen
moet alsnog geschieden.
13°. Uitkeering van de rijks- en gemeentelijke
subsidiën aan de Vereeniging Leidsche Belas
ting Ophaaldienstte Leiden
De laatste termijn van de subsidie over 1940
moet alsnog worden uitgekeerd.
Voorts moeten de op de navolgende posten
onverwerkt of onverbruikt gebleven gelden op
den dienst 1941 worden overgebracht:
14°. Volgn. 295. Kosten van
wachtgebouwen en bureaux als
mede licht en brandstoffen voor
die lokalen150.
De uitvoering van eenige
onderhoudswerken werd tot 1941
uitgesteld, weshalve de ter zake
beschikbaar gestelde som van
150.naar den dienst 1941
moet worden overgebracht.
15°. Volgn. 368. Onderhoud van
gebouwen, voor den openbaren
dienst bestemd, niet in andere
hoofdstukken begrepen250.
Zie de toelichting bij volgn. 295.
16°. Volgn. 369a. Kosten van
verbetering van de Voorstraat 2.000.
De bovenbedoelde verbetering
werd tot 1941 uitgesteld; de ter
zake beschilkbaar gestelde som
van 2.000.moet derhalve
naar den dienst 1941 worden
overgebracht.
17°. Volgn. 369b. Kosten van
den verderen aanleg van de
Leuvenstraat met bijkomende
werken7.600.
Zie de toelichting bij volgn.
369a.
18°. Volgn. 369c. Kosten van
de verbetering van de Reitzstraat
en de verbinding van die straat
met de de la Reystraat3.300.
Zie de toelichting bij volgn.
369a.
19°. Onderhoud van wegen en
voetpaden445.99
Zie de toelichting bij volgn.
295.
20°. Volgn. 391. Verificatie 1.200.
De verificatie over 1940 van de
administratie van gemeente
werken was bij het sluiten van
den dienst 1940 nog niet be
ëindigd, zoodat de betaling ter
zake eerst op den dienst 1941
kan plaats hebben.
18.629.42
5.750.66
250.-
250.—
165.11
4.450.—
370.-
Te zamen29.865.19
Transporteeren
14.945.99 29.865.19
i) De hieronder vermelde volgnummers zijn die van de begrooting
voor 1940.