87
voegd. Rekening houdende met de hiervoor genoemde be
schikking over dat jaar ad 30.000.is de reserve per saldo
dus nog met 6.313.29 over 1940 toegenomen.
Hoewel de reserve over 1941 weinig aanvulling wegens
grondverkoopen zal ondergaan, is ook voor 1942 weer een
bedrag van 30.000.uit de reserve geput, mede op grond
van de overweging, dat de indertijd plaats gehad hebbende
periodieke taxatie een voordeelig verschil ten opzichte van
de boekwaarde liet van 100.000.
Ten laste van de gemeentebegrooting moest voorts meer
aan het bedrijf te betalen rente in rekening-courant worden
uitgetrokken.
HOOFDSTUK XIII §6. (Reinigings- en
Ontsmettingsdienst
Meer uitgaven 8.247.
Minder ontvangsten 1.615.
Xadeeliger 9.862.
De begrooting van dit bedrijf geeft een verlies aan van
totaal ƒ220.686.73, tegenover voor 1941 ƒ210.901.73, terwijl
het werkehjk verlies over 1940 bedroeg 207.530.37.
Het hoogere verliessaldo voor 1942 is voornamelijk een
gevolg van den 6 duurtetoeslag, die nog niet in de bedrijfs-
begrooting van 1941 was opgenomen, en voorts van de meer
dere kosten voor onderhoud en vernieuwing van materiaal.
HOOFDSTUK XIII 7. (Gemeentelijke
Y olkscredietbank
Meer uitgaven 898.
Meer ontvangsten 145.
Xadeeliger 753.
Verlies rekening 1940 7.776.10, raming 1941 6.547.en
1942 ƒ7.400.—.
HOOFDSTUK XIII 8. (Gemeentelijk Waschbureau).
Meer ontvangsten 565.
Meer uitgaven 7.
Yoordeeliger 558.
Winst 1940 86.06, raming 1941 verlies 16.in verband
met het inmiddels toegenomen gebruik van deze instelling
wordt voor 1942 een winst geraamd van 540.
Gemeentelij k R adio -Distributie-bedrij f
In verband met de overname door het Rijk van dit bedrijf
is 9 van hoofdstuk XIII vervallen.
HOOFDSTUK XIV (Kasvoorzieningen).
Meer ontvangsten 10.000.
Minder uitgaven. 5.275.
Voordeeliger 15.275.
De hoogere ontvangst ad 10.000.heeft betrekking op
de terugstorting van voorschotten door ambtenaren en is
slechts van administratieve beteekenis, omdat de corres-
pondeerende uitgaafpost eveneens met 10.000.is verhoogd.
Het voordeelig verschil ad 15.275.op dit hoofdstuk is
uitsluitend een gevolg van de lagere raming van den post
rente voor op te nemen kasgelden; voor 1942 is hiervoor n.l.
uitgetrokken 80.000.tegenover voor 1941 95.275.
Hiertegenover staat evenwel, dat op andere hoofdstukken,
afgezien van meerdere rekening-courant-rente, voor rente van
vaste geldleeningen voor 1942 wegens consolidatie van Tcas-
geldleeningen, in totaal 50.942.méér dan voor 1941
moest worden uitgetrokken.
HOOFDSTUK XV (Overige inkomsten en uitgaven).
Minder ontvangsten 253.469.
Meer uitgaven61.876.
Xadeeliger315.345.
In verband met de bij raadsbesluit van 13
Maart 1941 (Ingek. Stukken Xo. 27) in de be
grooting aangebrachte wijzigingen, komt
hierop in mindering306.291.
Met inachtneming van deze wijzigingen
wordt het nadeelig verschil9.054.
Overeenkomstig meergenoemde circulaire van het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken d.d. 13 September 1941 is
het tekort van den gewonen dienst van de begrooting 1942
tot uitdrukking gebracht in de verzameling aan het slot van
de begrooting.
Het tekort van de begrooting 1941 per saldo bedragende
33.930.werd evenwel voor het administratief doen
sluiten van die begrooting als een ontvangstpost op dit
hoofdstuk opgenomen.
Voorts is in 1941 op dit hoofdstuk in uitgaaf gebracht
(raadsbesluit van 13 Maart 1941) een bedrag van 60.000.
voor de kosten van den 6 duurtetoeslag enz., welke kosten
voor 1942 in de loonposten van de algemeene begrooting en
van de bedrijfsbegrootingen zijn verwerkt.
Schakelt men deze beide factoren uit, dan wordt het
nadeelig verschil 35.124.
Dit verschil nu betreft voornamelijk een 3-tal posten.
Ten behoeve van de begrooting 1941 kon nog, als restant,
een bedrag van ƒ25.000.worden teruggenomen van de
uit vroegere batige saldi van den gewonen dienst, via het
voormalige Fonds voor Stadsverbetering en Sociale Doel
einden, aangewende bedragen voor openbare werken van den
kapitaaldienstdeze ontvangstpost is mitsdien voor 1942
vervallen.
Terzake van de exploitatie-tekorten van de Centrale Keukens
is voor 1942 een bedrag van rond 70.000.geraamd. De
bijdrage van het Rijk in deze kosten is gesteld op 52.500.
zoodat de netto ten laste van de gemeente komende kosten
beloopen 17.500.
Evenwel werd voor reserve voor aflossingen ter zake van
nog niet in een vaste leening opgenomen kapitaalsuitgaven
een bedrag vereischt van 10.500.of 13.875.minder
dan voor 1941.
Evenals voor 1941 is ook thans een bedrag van 9.000.
onder het volgnummer „opbrengst van maatregelen tot ver
sterking van de inkomsten" uitgetrokken terzake van
halveering premie ongevallenwet.
HOOFDSTUK XVI (Onvoorziene uitgaven).
Meer uitgaven 50.329.
Xadeeliger 50.329.
Tengevolge van eenige wijzigingen bij de vaststelling van
de begrooting voor 1941 werd het gebruikehjke bedrag voor
onvoorziene uitgaven ad ƒ30.000.tot ƒ24.671.terug
gebracht.
Voor 1942 wordt 75.000.uitgetrokken, waaronder
evenwel 45.000.is begrepen als een globale raming van
de kosten, welke voor de gemeente (inbegrepen de bedrijven
en diensten) voortvloeien uit het Besluit op de verevenings
heffing 1941 (verordening Xo. 158/1941) alsmede uit het
Ziekenfondsenbesluit (verordening Xo. 160/1941).