MAANDAG 18 NOVEMBER 1940.
117
Industriecle inrichtingen in Gravensteen en v. m. Kweekschool
(Bergers e.a.) voor onderw.restauratie-Gravensteen.
het laatje brengt, zelf wil doen en datgene, waaraan eenig
risico is verbonden, voor de gemeente overlaat. Gaarna zag
spreker, dat het Leger des Heils ook voor de passanten de
verantwoording geheel op zich nam.
De heer Wilmer ontving gaarne een zeer concrete nadere
verklaring met betrekking tot de verplichting, welke het
Leger des Heils de gemeente verzocht heeft te aanvaarden,
dat zoowel in het volkslogement als in de industrieele in
richting voor ongehuwden ten minste een bezetting van
10 plaatsen door de gemeente wordt gegarandeerd. Beteekent
dit, vraagt spreker, dat de gemeente altijd voor 10 plaatsen
zal moeten betalen, ook al zijn er b.v. 5 door de gemeente
bezet, en dat het Leger des Heils altijd 10 plaatsen voor de
gemeente moet openhouden?
Bovendien vraagt spreker, of het voor de gemeente niet
een te zware last is, te zorgen voor de bezetting van 10 plaat
sen. Waar de industrieele inrichting voor ongehuwden in de
plaats van de Stedelijke Werkinrichting komt, zal het Voor
de gemeente niet moeilijk zijn, daarin 10 plaatsen te doen
bezetten. De gemeente zal echter ook de bezetting van
10 plaatsen in het volkslogement moeten garandeeren. Op
het oogenblik betaalt Maatschappelijk Hulpbetoon voor een
zeer klein aantal personen logies in logementen, welk aantal
personen nog kleiner zal worden, zoodra er een goede werk
inrichting is, omdat men degenen, die eenigszins in staat
zijn te werken, daarheen zal zenden en hun geen geld zal
geven voor logies in een logement, waar zij alleen slapen en
den geheelen dag niets hebben te doen. Hoe zal de gemeente
nu moeten komen aan 10 gasten voor het volkslogement!
Het kan moeilijk tot de taak van de gemeente geacht worden
te behooren, de particuliere logementen te bezoeken om onder
de gasten propaganda voor het volkslogement van het Leger
des Heils te maken.
Het schijnt spreker toe hij wil zich niet zeer beslist
uitspreken alvorens nadere inlichtingen van het College
te hebben ontvangen dat men nogal royaal een financieele
verplichting op zich genomen heeft en niet bevreesd is
geweest voor consequenties, welke er voor de gemeente aan
verbonden zouden kunnen zijn.
De heer van Stralen heeft reeds beantwoord het bezwaar
van den heer van Dijk, dat het Bestuur van de Werkinrichting
over deze zaak niet gehoord is, zoodat hij daarop niet verder
behoeft in te gaan.
De garantie, die de gemeente heeft moeten geven voor het
opnemen van tenminste 10 personen in de werkinrichting
voor externen, is een garantie, die voor zich zelf spreekt,
omdat het Leger des Heils toch ook zekerheid wil hebben,
dat een zoodanig aantal personen in de inrichting wordt
opgenomen, dat het de exploitatie-kosten ook daaruit kan
halen. Die beteekenis heeft deze garantiebepaling en de
gemeente heeft er geen enkel bezwaar tegen gehad, die garantie
te geven, waar het minimum-aantal van 10 personen, zoowel
voor de werkinrichting als voor het logement, zoo goed als zeker
zal worden bereikt, wanneer men althans in aanmerking neemt
het aantal personen, dat als regel de werkinrichting bevolkt.
De heer Lombert vraagt nu, wat onder de garantie van
10 personen verstaan moet wordenspreker antwoordt
daarop, dat hieronder verstaan wordt, dat wanneer de ge
meente niet zorgt, dat daar tenminste 10 personen opge
nomen worden, dan een soort schadeloosstelling betaald
moet worden. Er is niet afgesproken of bepaald, welk bedrag
de gemeente verschuldigd zou zijn, wanneer eventueel het
minimum-aantal van 10 niet bereikt wordt, omdat er aan
geen van beide zijden twijfel is geweest over het feit, dat door
de gemeente zeker 10 personen in die inrichting zullen
worden geplaatst. Spreker twijfelt geen oogenblik of dit
aantal zal worden bereikt, omdat het vrijwel allen personen
betreft, die ondersteund worden door Maatschappelijk Hulp
betoon en die ook door Maatschappelijk Hulpbetoon voor
plaatsing in aanmerking worden gebracht. Vanzelfsprekend
is ook de steunverleening zelf afhankelijk van die plaatsing,
zoodat men in het algemeen ook verplicht is, wanneer men
daarvoor aangewezen wordt, om naar de werkinrichting te
gaan, op straffe van verlies van ondersteuning.
Zóó gezien en spreker gelooft, dat men het zoo moet
zien is er volgens het College geen twijfel, dat de be
zetting van 10 plaatsen zal worden bereikt.
De heer van Dijk vergiste zich, toen hij zei, dat in 1937
de kosten van de verbouwing van de werkinrichting op
26.000.en die van de kweekschool op 62.000.waren
geraamd; de bedragen waren precies andersom. Intusschen
heeft het College de geheele groepeering van cijfers gegeven
om daarmede aan te toonen, dat ten slotte een inrichting zal
tot stand komen, waarbij de gemeente maar zeer weinig
Industrieele inrichtingen in Gravensteen en v. m. Kweekschool
(van Stralen.) voor onderw.; restauratie-Gravensteen.
financieel risico loopt; de thans voorgestelde oplossing zal
slechts 540.per jaar duurder zijn dan de oplossing, die
men zich aanvankelijk gedacht had. Het meerdere nadeelige
saldo ad 3500.is een gevolg van het voldoen aan een
wenscli, welken de Raad destijds zeer nadrukkelijk heeft
uitgesproken en die het karakter had van een opdracht aan
het College om, wat er ook mocht gebeuren, in elk geval te
zorgen, dat ook de gehuwden in de Werkinrichting konden
worden geplaatst. Het Leger des Heils heeft herhaaldelijk
bezwaar gemaakt tegen het voldoen aan dezen wensch, maar
de gemeente achtte het van groot belang, dat degenen, die
tot dan toe de Leidsche inrichting hadden bevolkt en door
de veranderde wijze van exploitatie daarin niet meer zouden
kunnen worden opgenomen, niet geheel en al werden los
gelaten. Het Leger des Heils heeft ten slotte zijn plannen
gewijzigd om aan den wensch van de gemeente te gemoet
te komen, maar heeft, waar het alleen inrichtingen exploiteert,
die alleenstaanden opnemen, het risico van een nadeelig
exploitatie-saldo voor de groep externen niet kunnen aan
vaarden en moeten overlaten aan de gemeente.
Het is thans alleen de vraag, of de gemeente dit bedrag
er voor over heeft. Heeft de gemeente het er niet voor over,
dan is het Leger des Heils bereid dit gedeelte uit de voor
waarden te schrappen. Het lijkt spreker echter toe, dat het
gezien van de zijde der gemeente zeer onwenschelijk zou
zijn, indien dit gebeurde. Bovendien zijn de cijfers, die
betreffende dit punt in de stukken zijn opgenomen, geen
cijfers, die zonder meer vaststaan; het is een begrooting, die
alleen maar betreft de aparte administratie van deze werk
inrichting voor gehuwden; verdere kosten zijn daarin niet
opgenomen, omdat er in tegenstelling tot de gedragslijn,
die thans gevolgd wordtvan uitgegaan is, dat aan de gehuwde
verpleegden, die daar te werk worden gesteld, niet meer zal
worden uitgekeerd dan het bedrag, dat door de opdracht
gevers daarvoor wordt betaald. Op het oogenblik wordt meer
aan loon betaald dan ontvangen wordt, maar in het vervolg
zal dit als regel niet meer geschieden. Daartegenover staat
dan, dat ten aanzien van eventueelen aftrek van die inkomsten
een andere regeling zal worden getroffen. Op het oogenblik
wordt 2/3 van de inkomsten uit de Werkinrichting ingehouden
op den steun van Maatschappelijk Hulpbetoondeze regeling
komt nu te vervallen; nu komt den verpleegden het geheele
loon ten goede. Daarin zit werkelijk niet zooveel risico; de
gemeente kan dit wel aanvaarden.
Den heer Veenendaal, die bezwaar maakte, dat de Com
missie voor de Financiën over dit voorstel niet gehoord is,
antwoordt spreker, dat dit voorstel zoo duidelijk en over
zichtelijk is, dat daaruit zoo sterk blijkt, dat er voor de
gemeente bijna geen financieel risico in is gelegen, waar de
kosten van dit plan bijna gelijk zijn aan de kosten, die de
gemeente thans aan de zeer ondoelmatige werkinrichting
besteedt, dat er op het oogenblik geen aanleiding zou
kunnen zijn, zelfs niet voor de Commissie voor de Financiën,
hiertegen bezwaar te maken.
Volgens den heer van Dijk zouden de kosten per jaar
8.000.a 9.000.meer bedragen, maar in deze bedragen
is alles inbegrepen. Van het bedrag van 8.538.43 moet al
direct 4.497.40 afgetrokken worden, zijnde de annuïteit
voor de kosten van de restauratie. Men verkrijgt hier niet
alleen een nieuwe werkinrichting, maar ook een zeer noodige
restauratie van een historisch gebouw.
De heer Tobé vraagt, waarom het huurbedrag van 1.500.
niet gesplitst is, en hoe de verhouding van de huren der
beide panden moet zijn, wanneer een van de beide inrichtingen
opgeheven zal worden? Spreker acht die vraag van den heer
Tobé min of meer overbodig. Wanneerzichhetonwaarschijnhjke
geval zou voordoen, dat één der beide inrichtingen zou worden
opgeheven, dan moet over de bepaling van de huur voor
het andere pand weer gesproken worden. Naar sprekers
meening zal dit geval zich echter niet voordoen.
De heer Tobé acht de huursom op zich zelf te laag. Zeker,
wanneer men bij een gewone verhuring van een gebouw,
waaraan kostbare herstellingen moeten worden aangebracht,
een huur moet bepalen in overeenstemming met de uit
gegeven som, dan acht ook spreker een bedrag van 1.500.
wel aan den zeer lagen kant. Maar moet men de zaak in dit
geval zoo commercieel bekijken? De gemeente geeft aan het
Leger des Heils in gebruik een gebouw, eigendom van de
gemeente, om daarin een hoogst nuttige maatschappelijke
inrichting te vestigen. Alleen dit feit op zich zelf al moet
reeds gewicht in de schaal leggen; waar bovendien de huur
aanvankelijk op 1.200.vastgesteld was, en nu op 1.500.
is bepaald, kan de Raad daarmede wel accoord gaan. In een
andere gemeente zijn zelfs de gebouwen voor een dergelijke
inrichting geheel en al kosteloos ter beschikking van het
Leger des Heils gesteld.