112
MAANDAG 18 NOVEMBER 1940.
(Voorzitter.)
sectie P nis 2259, 1574, 1645 en 2258 (alle gedeeltelijk) aan
P. J. van Hoeken, te Leiden;
tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van
de verbetering van de Rijn en Schiekade en tot het kosteloos
in eigendom bij de gemeente overnemen van een strookje
grond aan de Rijn en Schiekade, kadastraal bekend sectie M
No. 5047 (ged.) van L. N. den Older;
g. tot het verkoopen van een strookje bouwterrein bij
den Rijnsburger weg, kadastraal bekend gemeente Leiden,
sectie P No. 1859 (ged.) aan J. B. de Koning te Leiden;
h. tot het opnieuw verhuren van het terrein op den hoek
van de Kernstraat en de Cobetstraat, kad. bekend gemeente
Leiden, Sectie M No. 9483 aan Mevrouw E. Versteegen—Juta.
i. tot het vaststellen van de begrootingsregeling, in ver
band met het verleenen van medewerking aan het bestuur
van de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs tot het aan
schaffen van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor
u.l.o. aan het Noordeinde 3;
j. tot het aankoopen van een drietal perceelen, begrepen
in het saneeringsplan GeeregrachtKraaierstraat en inzake
het verkrijgen, door middel van onteigening, van eenige
perceelen, begrepen in dat saneeringsplan;
k. inzake het aankoopen van perceelen bouwterrein nabij
de Tomatenstraat en aan den Zoeterwoudscheweg, met de
desbetreffende begrootingsregelingen
l. inzake het in eigendom en onderhoud overnemen van
de Voorstraat;
m. tot wijziging der begrooting voor 1940 in verband met
de verlaging van voor luchtbeschermingsdoeleinden beschik -
baan gestelde bedragen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Processen-verbaal van de opname van de boeken en
kas van bedrijven der gemeente.
Zullen in de Leeskamer voor de leden ter lezing worden
gelegd.
2°. Verslag van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium
nopens den toestand van het Gymnasium gedurende, het
jaar .1939.
Zal in uittreksel in het Gemeenteverslag worden op
genomen.
3°. Begrooting, dienst 1941, van het Gereformeerd Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
4°. Adres van den R.K. Volksbond, den Chr. Besturenbond
en den Leidschen Bestuurdersbond, houdende verzoek om te
bevorderen, dat de nieuw in te voeren identiteitsbewijzen
aan werkloozen en minder financieel krachtigen gratis
worden verstrekt.
Wordt gesteld in handen van den Burgemeester, ter af
doening, onder mededeeling, dat de nieuwe persoonsbewijzen
in geval van min- of onvermogen tegen halven prijs en geheel
kosteloos zullen worden verstrekt.
5°. Verzoek van den heer van Eek om hem toe te staan
tot Burgemeester en Wethouders eenige vragen te richten
met betrekking tot de uitkeeringen aan de door Maat
schappelijk Hulpbetoon gesteunden, de werkloozenuitkeerin-
gen en de loonen in de werkverschaffing.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten de gevraagde toestemming te verleenen en de
interpellatie te doen houden na afloop van de gedrukte agenda.
6°. Aanbeveling van de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs ter voorziening in de vacature in de
Commissie ontstaan door ontslagneming van den heer
<T. G. van Es.
Zal onder de Ingekomen Stukken worden opgenomen.
7°. Verzoek van F. C. de Graaf, om ontslag als onderwijzer
aan de o.l. school aan de Paul Krügerstraat.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
Benoeming lioofd aan o.l. school; e. a.
(Sehiiller.)
Aan de orde is alsnu:
I. Voorstel om het hoofd van de o.l. school aan de Boom-
markt J. I'. Paulusse te stellen aan liet hoofd van de op
leidingsschool voor u.l.o. aan de Drie Octoberstraat. (152)
II. Praeadvies op het verzoek van J. M. Koolhaas, om
ontslaq als onderwijzer aan de o.l. school aan het Schuttersveld.
(153)
III. Praeadvies op liet verzoek van mej. G. Eelman om
ontslag als onderwijzeres aan de openbare school voor buiten
gewoon lager onderwijs. (154)
IV. Suppletoire begrooting van het Gereformeerd Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1939. (139)
V. Rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1939. (139)
VI. Rekening van liet College van Vrouwen-kraammoeders,
dienst 1939. (139)
VII. Begrooting van het College van Vrouwen-kraam
moeders, dienst 1941. (139)
V III. Voorstel tot het aangaan van een geldleening. (139)
IX. Voorstel inzake het aangaan van kasgeldleeningen ge
durende het le kwartaal 1941. (149)
X. Voorstel tot het wijzigen van de met liet Rijk gesloten
overeenkomst inzake de verhuring van liet voormalig Pest
huis c. a. (141)
XI. V oorstel inzake het verhuren van de drie voetbalvelden
in den Stadspohler. (142)
XII. Voorstel tot liet verkoopen van de perceelen le Gorte
straat nis. 2, 4, 6, 9 en 10, kadastraal bekend gemeente Leiden,
sectie E nis. 1120, 1121, 1122, 1123 en 1124, aan G. J. Verberg,
te Leiden. (143)
XIII. Voorstel tot liet verkoopen van een perceel bouw
terrein, gelegen aan de Houtlaan en de Antonie Duycklaan,
aan F. J. A. van Beukering, q.q. te Leiden. (144)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen I tot en met
XIII besloten.
XIV'. Voorstel tot het verkoopen van een gedeelte van het
bouwterrein aan de Heerengracht, kadastraal bekend ge
meente Leiden, sectie C no. 1759, aan den Raad van Arbeid,
te Leiden. (145)
De heer Scliiiller zegt, dat uit de stukken in de Leeskamer
blijkt, dat bij dit voorstel eigenlijk verschillende zaken aan
de orde zijn. In zijn rapport van 10 October 1940 bespreekt
de Directeur van Gemeentewerken de missive van Gedepu
teerde Staten d.d. 8 November 1939, wat betreft de bebou
wingsvoorschriften ten aanzien van alle terreinen en niet
alleen ten aanzien van het terrein, waarvan de verkoop thans
wordt voorgesteld. Het is spreker bekend, dat het College
daaromtrent een advies heeft ontvangen. Eigenaardig is, dat
het College thans met geen woord voorstelt al of niet bebou
wingsvoorschriften vast te stellen.
Met dezen gang van zaken is spreker, die moeilijkheden
voorziet, het niet eens. Toen Gedeputeerde Staten hun missive
van 8 November .1939 zonden, was het gemeentebestuur
voornemens de terreinen te bestemmen voor de volkshuis
vesting, terwijl het ze nu wil bestemmen voor den bouw van
openbare gebouwen, maar niettemin is spreker van oordeel,
dat indien men aan een terrein een bestemming geeft, er ook
een uitbreidingsplan of bebouwingsvoorschriften dienen te
worden vastgesteld.
Spreker is overigens voor den verkoop van dezen grond,
maar hij voorziet, dat Gedeputeerde Staten straks tégen dit
Raadsbesluit bezwaar zullen maken, tengevolge waarvan
de verkoop van dezen grond geen doorgang zal kunnen vinden,
omdat Gedeputeerde Staten zullen vasthouden aan hun stand
punt, neergelegd in hun schrijven van 8 November, dat gelijk
tijdig met den verkoop van grond de bestemming van dien
grond moet vastgesteld worden. Welke is nu de reden, dat
gelijktijdig met dezen verkoop ook geen bebouwingsvoor
schriften aan den Raad zijn voorgelegd? Deze reden kan toch
niet alleen liggen in het feit, dat men dezen grond wil bestem
men voor openbare gebouwen, want ook voor bebouwing