124 MAANDAG 18 NOVEMBER 1940. Rondvraaj). (Piena c.a.) zaak te bespoedigen, omdat deze reorganisatieplannen nogal belangrijk zijn. Hoe staat het voorts met de bevorderingen van het ge- meentepersoneel, en met de aanstelling van los personeel in vasten dienst? De heer Tepe deelt mede, dat de behandeling van het rapport van de subcommissie uit het georganiseerd overleg reeds sinds September j.l. op de agenda van het College ge staan heeft; tengevolge van het incompleet zijn telkens van het College, een enkelen keer ook om een andere reden, is deze zaak tot nu toe echter blijven liggen. Spreker gelooft echter, dat deze zaak nu a.s. Donderdag in het College behan deld zal kunnen worden. De bevorderingen gaan normaal door. De voorstellen tot bevordering worden door de hoofden van dienst bij het College ingediend; het College stelt ze dan in handen van de Promotie-commissie, en dan komen ze weer in het College terug, dat dan een beslissing neemt. Op dit oogenblik valt daarover niets naders mede te deelen dan dat de Commissie Rondvraag. (Tepe e.a.) onlangs vergaderd heeftdaarop moet de uitspraak van het College nog volgen. De heer van Oyen zegt, dat op het oogenblik onder de te- werkgestelden bij de werkverschaffing in Groningen ernstige ontstemming heerscht over het feit, dat zij zoo lang moeten wachten op de uitbetaling van de loonen, soms wel een half uur of een uur. De vrouwen, die na dien tijd het geld ontvangen, kunnen bijna niet meer in de winkels terecht, wegens de ver vroegde sluiting. Zou het niet mogelijk zijn, die loonen via de organisaties te doen uitbetalen of anders onmiddellijk bij het vertrek van die arbeiders? De administrateur zou zeker wel bereid zijn, daartoe mede te werken. De Voorzitter zegt toe, dat de Wethouder van Sociale Zaken dit zal onderzoeken. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1940 | | pagina 14