MAANDAG 14
OCTOBER 1940.
109
Luchtbescherming.
(Oostveen e.a.)
XXI. Voorstel inzake het verlagen van het bij raadsbesluit
van 6 Mei 1940 voor luchtbeschermingsdocleinden beschik
baar gestelde credict. (134)
De heer Oostveen vraagt hoe het op het oogenblik staat
met de beschikbaarstelling voor den luchtbeschermings
dienst van personeel van den Opbouwdienst; het personeel,
dat op het oogenblik tijdelijk in dienst is, leeft n.l. in voort
durende vrees, dat het vervangen zal worden door personeel
van den Opbouwdienst.
Voorts wordt voor vier vrachtauto's voor het vervoeren
der baby-spuiten ƒ3.200.gevraagd. Spreker was dezer
dagen getuige van het vervoer van zoo'n spuit met een
vrachtauto, maar het ging allerberoerdst! De auto moest
worden aangeloopen door het brandweerpersoneel!
Uit de opmerking in het Ingekomen Stuk, dat het vrij-
willigerssysteem, waarop de luchtbeschermingsdienst was
gebaseerd, in de practijk niet geheel bleek te voldoen, zou
bij oppervlakkige lezing geconcludeerd kunnen worden,
dat de vrijwillige luchtbeschermingsdienst niet voldaan heeft
dit nu klinkt niet aangenaam voor allen, die zich als vrij
willigers voor den luchtbeschermingsdienst beschikbaar
hadden gesteld. Deze vrijwilligers hebben veel werk in
het belang van de gemeenschap gedaan en spreker had
gaarne gezien, dat voor al het werk, dat deze menschen
gedaan hebben, eenigszins meer waardeering was uitgesproken.
De heer Riedel verzoekt nadere inlichtingen omtrent de
in de specificatie van het bedrag van 20.500.genoemde
bedragen. Voor stalen helmen wordt gevraagd ƒ2.500.
hoeveel helmen zullen daarvoor worden aangeschaft? Voor
16 slangenwagens wordt 10.000.gevraagd, dus 600.
per stuk. Voor kaarslantaars, zaklantaars, aanwijsborden,
het schilderen der sirenes enz., wordt gevraagd ƒ2.000.
Deze zijn toch wel fantastische bedragen; het zit misschien
in het woord ,,enz.". Daarnaast wordt echter 3.200 ge
vraagd voor 4 vrachtauto's voor het vervoeren der baby
spuiten, hetgeen weer een laag bedrag is. Vervolgens krijgt
men weer een verzamelpost van 1.400.voor het aan
brengen van een dubbelen wand in één post en het maken
van schotten in twee posten, afschermingsmiddelen enz.
De heer Tepe zegt, dat de heer Oostveen bij nauwkeurige
lezing van het Ingekomen Stuk zal bemerken, dat hierin
geen blaam wordt geworpen op hen, die tot nu toe het werk
vrijwillig hebben verricht. In het Ingekomen Stuk staat n.l.
,,In de praktijk bleek het vrijwilligerssysteem, waarop de
luchtbeschermingsdienst, zoo hier als elders was gebaseerd,
niet geheel te voldoen". Inderdaad is overal gebleken,
dat het systeem zelf niet deugdelijk was, waaruit echter
geenszins volgt, dat degenen, die zich vrijwillig aan deze
taak gewijd hebben, niet in elk opzicht hun plicht zouden
hebben gedaan en geen nuttig werk zouden hebben ver
richt. Het is ook geenszins de bedoeling geweest, op deze
vrijwilligers een blaam te werpen. Spreker laat het in het
midden, of wellicht geen andere redactie mogelijk ware
geweest.
In antwoord op de vraag, wat met de vrijwilligers zal
gebeuren, kan spreker den heer Oostveen iets mededeelen,
dat dezen evenmin zal verheugen als het hem zelf verheugd
heeft. Een dezer dagen heeft het gemeentebestuur een
circulaire ontvangen van de Bijksinspectie Luchtbescherming,
welke circulaire speciaal voor Leiden geldt inzoover zij
cijfers bevat, die op Leiden betrekking hebben, maar overigens
is gericht aan alle gemeenten, waar een luchtbeschermings
dienst bestaat. In deze circulaire wordt o.m. medegedeeld:
„Naar aanleiding van en ten vervolge op bijgaande cir
culaire van den Secretaris-Generaal, wnd. Hoofd van het
Departement van Binnenlandsche Zaken, deel ik U het
volgende mede:
Bij den Luchtbeschermingsdienst Uwer gemeente kan
thans een vaste kern worden gevormd uit gedemobiliseerden.
Waar deze kern van Rijkswege wordt betaald, wordt
dezerzijds het aantal krachten na met U gepleegd overleg
vastgesteld.
Deze vaste kern zal bestaan uit:
I. 7 man voor de doorloopende bezetting van den com
mandopost in 3 ploegen van 2 man; de zevende man
is voor vrije dagen.
II. 21 man als boven voor de doorloopende bezetting van
3 uitkijkposten.
III. 48 man voor de doorloopende bezetting van twee
brandweerpiketten, elk ter sterkte van 3 ploegen van
8 man, waarvan 7 man per etmaal 8 uur dienst doen;
de achtste man is voor vrije dagen.
IV. 21 man voor de doorloopende bezetting van één piket
Luchtbescherminge.a.
(Tepe e.a.)
geneeskundige dienst, ter sterkte van 3 ploegen van
7 man, waarvan 6 man per etmaal 8 uur dienst doen
de zevende man is voor vrije dagen.
V. 8 man voor een piket van den opruimings- en her-
stellingsdienst van 20.006.00 van 6 man; 2 man
voor vrije nachten.
VI. 12 onderofficieren als piket ploegcommandanten met
inbegrepen voor vrije dagen bezetting.
VII. 1 officier en 4 hoogere onderofficieren van dienst aan
den commandopost. In totaal 122 man.
Deze officieren en manschappen, wier namen U binnen
enkele dagen door den Opbouwdienst zullen worden op
gegeven, moeten op arbeidscontract bij de vaste kern van
den Luchtbeschermingsdienst worden aangesteld. Zij wonen
allen in Uw gemeente of komen er wonen en zullen zich op
den door den Opbouwdienst aan U op te geven datum bij
U melden. Op dienzelfden datum kunnen zij in dienst treden.
Indien Uwerzijds tegen een bepaalden persoon bezwaren
bestaan, zult U zich ter vervanging met de Rijksinspectie
Luchtbescherming in verbinding kunnen stellen.
Wanneer in Uw gemeente reeds personeel is aangesteld
ingevolge de circulaire van den Secretaris-Generaal, wnd.
Hoofd van het Departement van Binnenlandsche Zaken
d.d. 11 September 1940 no. 23592 afd. B. B., moet dit worden
ontslagen, om plaats te maken voor de gedemobiliseerden.
De redenen hiervoor zijn in de hierbij gevoegde circulaire
van den Secretaris-Generaal vermeld."
Als motief wordt in die circulaire het volgende opgegeven:
„Het is de uitdrukkelijke wensch van de Duitsche autori
teiten, dat de Opbouwdienst tot 20.000 manschappen
wordt teruggebracht en de overigen worden gedemobiliseerd.
Ter voorkoming, dat deze gedemobiliseerden werkloos
zouden worden, is de mogelijkheid geschapen een groot
aantal van hen aan te stellen bij de luchtbeschermings
diensten van die gemeenten, aan welke oorspronkelijk reeds
personeel van den Opbouwdienst was toegewezen.
Weliswaar zullen hierdoor wellicht personen, die ingevolge
de thans geldende tijdelijke noodregeling bij den Lucht
beschermingsdienst werden aangesteld, moeten worden ont
slagen, doch onze nationale pücht eischt, dat de manschappen
van den Opbouwdienst weder in het maatschappelijk leven
worden opgenomen. Hiermede vervullen wij een eereschuld.
Op zeer korten termijn zal de aanstelling op arbeids
contract moeten worden bewerkstelligd."
Op de vragen van de heeren Oostveen en Riedel, die meer
van technischen aard zijn, kan spreker niet onmiddellijk
een afdoende antwoord geven. Volgens den heer Oostveen
werd de auto, die de spuit moest vervoeren, niet goed be
diend. Spreker zal deze vragen aan den Commandant over
brengen; spreker kan daarop geen antwoord geven. Den
heer Riedel antwoordt spreker, dat de in de specificatie
van het bedrag van 20.500.genoemde artikelen uit
gereikt moeten worden aan 180 man; om dezen goed van
alles te voorzien, is toch wel een en ander noodig; spreker
kan echter niet beoordeelen of deze posten te hoog getaxeerd
zijn. Er zullen in Leiden 122 man van den Opbouwdienst
aangesteld worden; dus dan zal die post misschien te hoog
blijken te zijn.
Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Ook de heer van der Reijden was inmiddels ter vergadering
gekomen, terwijl de Burgemeester het Voorzitterschap
overneemt van Wethouder Tepe.
XXII. Voorstel
a. tot het beschikbaarstelle» van gelden ten behoeve van
de verbetering van de Rijn- en Sehiekadc
b. tot het kosteloos in eigendom bij de gemeente overnemen
van een strookje grond aan de Rijn- en Schiekade,
kadastraal bekend sectie M No. 5047 (ged.). (135)
XXIII. Voorstel
a. tot het aankoopen van een drietal perceelen, begrepen
in liet saneeringsplan Geeregracht-Kraaierstraat
b. inzake het verkrijgen, door middel van onteigening, van
eenige perceelen, begrepen in liet sub a genoemde
saneeringsplan. (136)
XXIV". Voorstel inzake het aankoopen van perceelen bouw
terrein nabij de Tomatenstraat en aan den Zoeterwoudsclien-
weg, en tot het vaststellen van de desbetreffende begrootings-
staten. (137)