49
Volgn. 577. Abonnement op de telefoon en
kosten van telefoongesprekken
Zie de toelichting bij volgn. 308 der uit
gaven.
Volgn. 592. Subsidie aan de Gemeentelijke
Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon
Zooals reeds in Ingek. Stukken No. 71 van
1940 werd medegedeeld zal volgnummer 592
een aanzienlijk overschot opleveren.
Voorgesteld wordt ter dekking van de
bovengenoemde hoogere uitgaven over een
gedeelte hiervan ad 23.000.te beschikken.
Hoofdstuk XIII 1. Gasfabriek.
Volgn. 653. Uitkeering aan het bedrijf wegens
b. rente van in rekening-courant bij den
gemeente-ontvanger gedeponeerde gelden
Over 1939 hebben ter zake geen uitgaven
plaats gehad.
Hoofdstuk XIII 6. Reinigings- en Ont-
smettingsdienst.
Volgn. 694. Uitkeering aan het bedrijf wegens
b. nadeelig saldo van den ontsmettingsdienst
Zie de toelichting bij volgn. 694» der uit
gaven.
Hoofdstuk XIII 7. Gemeentelijke Volks-
credietbank gewijzigde omschrijving).
Volgn. 706. Uitkeering aan het bedrijf wegens
a. nadeelig saldo
De binnenkort in te dienen rekening over
1939 zal met een nadeelig saldo van 6.909.96
sluiten, d. i. 2.473.04 minder dan de raming
ad 9.383.—.
Volgn. 710. Rente en provisie van tijdelijk
ter voorziening in de behoefte aan kasgeld op
genomen gelden
Ben overschot ad ruim 5.000.kan alsnog
op dit volgnummer worden verwacht.
26.11
23.000.
375.-
213.48
2.473.04
5.000.—
Vermindering der uitgaven
39.588.49
119.60
3°. door vermindering van:
Volgn. 718.Onvoorziene Uitgaven'''1 met
Op dit volgnummer is nog 1.378.35 be
schikbaar.
Door hoogere ontvangsten kan dus worden
gedekt1.935.310.33
door overschotten op uitgaafposten 39.588.49
en door afschrijving van den post voor
„Onvoorziene Uitgaven"119.60
1.975.018.42
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging door
vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D,
dienst 1939, tot de voorgestelde begrootingswijzigingen te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 88.
Leiden, 14 Juni 1940.
De uitgaven van pensionneering, verzekering tegen onge
vallen, invaliditeit en ziekte van gemeente-ambtenaren en
werklieden, welke voor 1939 in totaal waren geraamd op
728.175.—, hebben bedragen 735.651.57 of 7.476.57
meer.
De ontvangsten, in totaal geraamd op ƒ435.393.hebben
bedragen ƒ445.397.35 of ƒ10.004.35 meer.
De ten laste van den gewonen dienst komende pensioen
en verzekeringskosten over 1939 zullen derhalve 10.004.35
7.476.57 ƒ2.527.78 minder bedragen dan geraamd was.
Voorts bedroeg het „voorschot van den kapitaaldienst ten
behoeve van de financiering van de ten laste van de Ge
meente komende pensioenen (eigen pensioenen), voortvloeiende
uit de verordening op de pensionneering van gemeente
ambtenaren, juncto art. 158 der Pensioenwet 1922, over
1939 geraamd op 53.738.—, 51.064.64. d.i. ƒ2.673.36
minder, zoodat volgn. 221 der ontvangsten met ƒ2.673.36
moet worden verlaagd.
Vervolgens moet volgn. 223 der ontvangsten „Opbrengst
van maatregelen tot versterking van de inkomsten en ver
laging van de uitgaven" met 9.000.worden verlaagd,
aangezien de mindere uitgaaf in verband met de halveering
van de premie voor het Gemeentelijk Ongevallenfonds,
waarvoor op volgn. 223 ƒ9.000.was uitgetrokken, op de
betrekkelijke posten tot uiting is gekomen.
Ingevolge de begrootingsvoorschriften moeten de boven
staande kosten, alsmede de daartegenover staande ontvang
sten, nadat zij op de daarvoor bestemde verzamelposten zijn
geraamd, over de verschillende hoofdstukken en paragrafen
der begrooting worden verdeeld.
In verband hiermede treft U hieronder een overzicht aan
van de voor pensionneering en verzekering op verschillende
verzamelposten geraamde en uitgegeven of ontvangen be
dragen met vermelding of de uitgaven en ontvangsten meer
of minder hebben bedragen dan geraamd was.
Bovendien vindt U aan het slot van den hierbij gaanden
begrootingsstaat, model D, de bij de verschillende verzamel
posten behoorende verdeelingsstaten, waarin de op de diverse
hoofdstukken en paragrafen der gemeentebegrooting ter
zake gedane uitgaven en ontvangsten zijn aangegeven.
Uitgaven.
tegen
Volgn. 260. Verzekering
ongevallen en invaliditeit.
De uitgaven ter zake, geraamd
op ƒ7.100.bedragen 6.004.49.
De lagere uitgaaf houdt ver
verband met de halveering van
de premie voor het Gemeentelijk
Ongevallenfonds.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 260.)
Volgn. 261. Premiën ingevolge
de Ziektewet
De uitgaven ter zake, geraamd
op ƒ6.161.bedragen 5.392.89.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 261.)
Volgn. 262. Wachtgelden
De uitgaven ter zake, geraamd op
82.736.bedragen ƒ81.924.27.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 262).
Volgn. 263. Pensioenen
De uitgaven ter zake, geraamd op
270.182.bedragen ƒ267.187.96.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 263).
Volgn. 264. Bijdragen voor eigen
en weduwen- en weezenpensioen,
ingevolge art. 36 der Pensioenwet
1922
De uitgaven ter zake, geraamd op
357.521.bedragen 370.561.25.
Deze hoogere uitgaaf is hoofd
zakelijk een gevolg van het onder
de pensioenwet brengen van het
personeel der Leidsche Duinwater-
Maatschappij.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 264).
Volgn. 265. Bijdrage voor inkoop
van diensttijd voor pensioen inge
volge de artt. 41, 42a en 135 der
Pensioenwet 1922
De uitgaaf ter zake, geraamd op
3.475.—, bedraagt 3.368.53.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 265).
Volgn. 266. Overige uitgaven ter
zake van de pensionneering van
ambtenaren
De uitgaven ter zake, geraamd
op 1.000.bedragen 1.212.18.
(Zie den verdeelingsstaat behoo
rende bij volgn. 266).
Ontvangsten.
Volgn. 10. Verhaal van premiën
ingevolge de Ziektewet
De ontvangst, geraamd op
1.750.bedraagt 1.466.24.
(Zie den verdeelingsstaat be
hoorende bij volgn. 10.)
Volgn. 11. Verhaal van bijdragen
voor eigen- en weduwen- en weezen-
1.095.51
13.040.25
212.18
13.252.43
768.11
811.73
2.994.04
106.47
5.775.86
283.76
Meer.
Minder.
Meer.
Minder.