MAANDAG
6 MEI 1940.
65
Verhuring winkelhuis; e.a.
(Huurman e.a.)
VIII. Voorstel tot het opnieuw verhuren van het winkelhuis
Nieuwe Rijn No. 20, met de bovenwoning van de v.m. Graan-
beurs, aan II. C. van Leeuwen. (57)
IX. Voorstel tot het opnieuw verhuren van de woning
Langegraeht No. 226 aan J. van Polanen. (57)
X. Voorstel tot het opnieuw verhuren van de speelplaats
van de v.m. bewaarschool aan de van der Werfstraat aan
J. A. van der Reyden Jr. (57)
XI. Voorstel tot het wederom verhuren van een tweetal
lokalen in het Administratiegebouw van het Openbaar Slacht
huis aan den Staat der Nederlanden. (56)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen IV tot en
met XI besloten.
XII. Voorstel in zake het verpachten van liet recht tot
heffing van den weg- en watertol o.a. tegenover den Rijns-
burgsclien Vliet, bij het „Lcidsclie Hek", aan 1'. Ciggaar
te (jegstgeest. (59)
Wordt aangehouden tot een volgende vergadering.
XIII. Voorstel tot het verkoopcn van een strookje grond,
gelegen aan den Zoeterwoudsche Singel hoek Fruinlaan,
kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M No. 5969 (ged.)
aan M. C. van Straten, alhier, q.q. (60)
XIV. Voorstel inzake het aankoopen van het perceel Noorder
straat No. 2, kad. hekend gemeente Leiden, Sectie R No. 661
en tot het vaststellen van de desbetreffende begrootings-
regeling. (61)
XV. V oorstel tot het aankoopen van een vijftal pereeelen,
begrepen in het saneeringsplan Gecregracht-Kraaierstraat. (62)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XIII tot en
met XV besloten.
XVI. Voorstel tot liet verhoogen van verschillende posten
der gemeentebegrooting, dienst 1939, waarvan de raming te
laag is gebleken, tot het toevoegen van eenige nieuwe posten
aan die begrooting, alsmede tot liet wijzigen van de begrooting,
dienst 1910. (7 i
De heer Huurman vraagt of de bedragen, welke bij deze
wijziging worden uitgetrokken voor luchtbescherming, toe
reikend zijn voor het snel aanschaffen van het allernood
zakelijkste materiaal en vreest, dat, nu men met deze zaak
zoo lang heeft getraineerd, het noodige materiaal niet be
schikbaar zal zijn, indien daaraan onverhoopt spoedig be
hoefte mocht bestaan. Is het b.v. mogelijk voor 10.000.
de stalen helmen voor het personeel van de verschillende
hulpdiensten aan te schaffen? Voor bijzondere kleeding voor
de brandweerlieden is niets uitgetrokkenmoeten deze per
sonen, die zich vrijwillig beschikbaar hebben gesteld, in hun
eigen, gewone kleeding branden blusschen
Tegenover de eventueel door den Voorzitter te maken
opmerking, dat luchtbescherming zelfbescherming is, zoodat
de burgerij zelf de kosten moet dragen, stelt spreker bij
voorbaat, dat de wijkhoofden groote moeilijkheden onder
vinden bij het ophalen van voldoende geld voor dit doel.
De heer Idenburg veronderstelt, dat iedereen het met hem
zal betreuren, dat in het jaar 1934 in het contract, hetwelk
met den pachter van het hotel-café-restaurant ,,den Burcht"
is gesloten, de bepaling is opgenomen, dat de gemeente den
aan den pachter toebehoorenden inventaris zoomede de
leidingen, voor zoover deze met goedkeuring van de gemeente
zijn aangelegd, na taxatie door drie deskundigen moet over
nemen. In het bijzonder acht spreker het te betreuren, dat
toentertijd niet nader is vastgesteld een criterium voor de
wijze van taxatie door de deskundigen. Nu het een en ander
echter is geschied, heeft het weinig waarde thans daarover
nog iets te zeggen. De Directeur van Gemeentewerken
vestigt er evenwel in zijn brief van 16 April 1940 de aandacht
op, dat de bedrijfswaarde van het niet verkochte gedeelte
van den inventaris ten gevolge van de slijtage bij het gebruik
door de militairen met een door hem genoemd bedrag zal
dalen. Gaarne zou spreker willen vernemen, in hoeverre deze
waardevermindering door de militaire autoriteiten zal worden
vergoed. In dit verband vraagt spreker ook, of de miütaire
Wijziging Gemeentebegrooting- 1939.
(Idenburg e.a.)
overheid op grond van de regeling, welke in zake de inbeslag
neming is gemaakt, voor haar rekening zal nemen een deel
van «1e andere schade, die de gemeente thans lijdt en welke
ten deele ook het gevolg is van de inbeslagneming.
De Voorzitter antwoordt den heer Huurman dat, voor
zoover men deze zaak kan overzien, het thans aangevraagde
bedrag over het algemeen voldoende zal zijn. Bij de lucht
bescherming staat men telkens voor verrassingen en voor
nieuw opkomende noodzakelijke uitgaven, zoodat spreker
niet de garantie kan geven, dat hiermede de luchtbescherming
absoluut af is. Het moet dus niet uitgesloten worden geacht,
dat het College den Baad hiervoor nog een nieuw crediet
zal moeten vragen, maar voor de thans bestaande behoeften
zal het thans beschikbaar komende bedrag voldoende zijn.
Spreker noemt in dit verband kleeding, helmen en brandweer
materiaal; de daarvoor uitgetrokken posten zijn in sommige
opzichten zeer ruim beraamd. Dit is gebleken bij de aan
schaffing van helmen, waarvoor een eenheidsprijs was ge
raamd van 10.terwijl thans de aankoop heeft kunnen
geschieden, dank zij het feit, dat het College geaarzeld heeft
op een dure aanbieding in te gaan, voor 4.per stuk.
Hierdoor blijft op dezen post eenig geld over, dat gebruikt
zal kunnen worden, indien de andere posten overschreden
mochten worden, waarvoor echter niet veel vrees behoeft
te bestaan; in het algemeen behoeft men niet te vreezen,
dat deze prijzen steeds zullen stijgen.
Inderdaad ondervinden de wijkhoofden groote moeite bij
het verkrijgen van de gelden, benoodigd voor de uitrusting
van hun wijken. De grondgedachte is geweest, dat de burgerij
zelf zou zorgen voor de uitrusting van de verschillende wijken,
waarin de stad is verdeeld, met het noodige materiaal, voor
zoover dit niet door andere instanties beschikbaar kan
worden gesteld. Dit is b.v. geschied met de brandspuiten,
die kosteloos door het Rijk ter beschikking zijn gesteld; van
gemeentewege is hier en daar hiervoor iets beschikbaar
gesteld; spreker begrijpt echter, dat het in verschillende
wijken moeilijk is het daarvoor noodige geld bijeen te brengen.
Het College zal te dezer zake met beleid optreden en over
wegen om eenigszins tegemoet te komen aan die wijken, waar
het inderdaad niet mogelijk blijkt de noodige middelen bijeen
te brengen, iets waartegen de Regeering, hoewel zij ook op
het standpunt staat, dat dit zelfbescherming moet zijn, geen
bezwaar zal opperen. In het algemeen echter zal met de
gevraagde bedragen aan de meest dringende eischen voldaan
kunnen worden. Men bedenke daarbij, dat de eischen weieens
hoog opgeschroefd zijn, gelijk ook in de practijk gebleken is,
en dat deze eischen van tijd tot tijd gematigd moeten worden,
zoodat men met minder kan volstaan dan gevraagd is. Het
streven van de gemeente is echter den wijkhoofden, voor wier
vele moeiten en zorg spreker groote waardeering heeft, zooveel
mogelijk in hun zorgen tegemoet te komen.
De heer Wilbrink antwoordt den heer Idenburg, dat de
bepaling betreffende de overneming van den inventaris door
de gemeente tegen taxatieprijs niet in 1934, bij de ver
nieuwing van het contract, in het contract is opgenomen,
doch toen reeds in het contract stond. Het spreekt vanzelf
dat, wanneer men wijziging wenschte te brengen in nadeelige
clausules van een contract, daartegenover dan een zekere
compensatie had moeten staan, b.v. een verlaging van de
pacht. Waarschijnlijk heeft men er niet zoo ernstig over
nagedacht, omdat het gold een verlenging van bestaande
bepalingen. Had de gemeente in het jaar 1934 getracht het
contract te verlengen met schrapping van een bepaling,
die voor haar wel eens fnuikend zou kunnen zijn, dan was
dit misschien een handige manoeuvre geweest, maar het
was ook niet uitgesloten, dat de onderhandelaar ter andere
even handig zou zijn en zoo had gepareerd, dat ten slotte
van de geheele zaak niets was terechtgekomen.
De waarde van een gedeelte der niet verkochte goederen
zal inderdaad dalen. Dit geldt vooral de vloerbedekking,
die men heeft laten liggen, omdat het linoleum voor een
groot gedeelte geplakt was en bij opneming onverkoopbaar
zou zijn, terwijl het eveneens in waarde zou dalen, wanneer
het opgerold werd bewaard. Deze vloerbedekking zal zeker
nagenoeg zonder waarde zijn, indien de militairen haar
eenige jaren hebben gebruikt en zal dan door nieuw moeten
worden vervangen. Men heeft een gedeelte van de glas
gordijnen laten hangen, omdat niemand er een bod op
wilde doen.
Onder de taxatiewaarde van 6.993.is eveneens be
grepen de waarde van een groote partij vaatwerk en van
een tooneel, dat geschat is op 1000.De gemeente heeft
geen bod op het tooneel gevraagd, in de hoop, dat de zaal
nog eens in den vroegeren vorm zal worden geëxploiteerd