18 MAANDAG 12 FEBEUAEI 1940.
Verkoop bouwterrein aan van Speykstraat, enz.
(Eikerbout e.a.)
aan het extra winstje, dat voor de gemeente te maken is,
maar er dient ook met gedane toezeggingen rekening te
worden gehouden. Het vorige en ook dit College kunnen
misschien zeggen, geen toezeggingen te hebben gedaan,
maar uit de verklaring van den Directeur der Gemeente
werken in diens rapport blijkt, dat de grond is gekocht ten
behoeve van de woningbouwvereeniging „Eensgezindheid".
Spreker betreurt het daarom ten zeerste, dat deze grond
niet aan het terrein van „Eensgezindheid" kan worden
toegevoegd; daardoor zou een afgebakend geheel zijn ontstaan.
Bij de behandeling van de begrooting heeft de heer Huur
man gezegd, dat de woningbouwvereenigingen haar sociale
taak niet begrijpen en alleen zij, die de oudste papieren
hebben, bij de woningbouwvereenigingen het recht hebben
op een goedkoope woning. In verband met de rantsoeneering
van den spreektijd kon spreker bij die gelegenheid niet op
deze opmerkingen ingaan.
De woningbouwvereenigingen begrijpen haar sociale taak
zeker even goed als de huiseigenaren. Spreker geeft de ver
zekering dat men, wanneer de woningbouwvereenigingen
haar sociale taak niet hadden begrepen, op dit oogenblik
misschien nog in dezelfde narigheid zou zitten als vroeger,
toen er niets aan de woningen werd gedaan, toen tamelijk
hooge huren betaald moesten worden en men bovendien
nog sleutelgeld moest geven. Dat de menschen, die de oudste
papieren hebben, het eerst in aanmerking komen om een
woning te krijgen, is absoluut onjuist. Uit hetgeen de heer
Huurman hierover gezegd heeft, blijkt wel dat hij daarvan
in het geheel niets af weet. Spreker b.v. is de oudste bewoner
van de woningen van „Eensgezindheid" en toch woont hij
in het duurste huis. Daarom moet men niet zeggen, dat de
woningbouwvereenigingen eigenlijk niet in staat zijn haar
sociale taak te verrichten. Let men op de toestanden van
voorheen, dan wijst spreker b.v. op het blok woningen genaamd
„De 24 huizen", waar nu het Koninginnehof is, op de Lange-
graehtdat waren krottener was geen waterleiding en geen
gas; er waren slechts twee W.C.'s voor het geheele complex
de menschen moesten met een ladder naar hun slaapplaats
op zolder gaan; verder waren het éénkamerwoningen. Met
het oog op dergelijke toestanden was de oprichting van
woningbouwvereenigingen toch zeker dringend noodzakelijk.
Wanneer nu een woningbouwvereeniging tracht betere toe
standen in het leven te roepen, dan is daartegen geen enkel
bezwaar. Het is niet zoo, dat de menschen, die de oudste
papieren hebben, het eerst in aanmerking komen voor een
goedkoope woning; neen, zij die zulk een woning willen
hebben, geven zich daarvoor op en als voor hen te zijner
tijd een woning is gevonden, wordt hun de keuze gelaten.
Er is ook nog gezegd, dat er daardoor goedkooper woningen
open zullen komen. Spreker weet bij ondervinding hoe dat
gaat: in de Trompstraat zijn indertijd ook ongeveer 20
woningen gebouwd; de woningen zijn goed gebouwd, maar
het zijn duiventillen; zoo woont men er in, of men gaat
er weer uit. De woningen zijn te duur, maar voor het oogen
blik heeft men een huis; voor het oogenblik is men gedekt.
Zoo is het hier ook. Men bouwt hier middenstandswoningen
aan een straat, waar men nergens uit kande straat loopt
tegen de vaart dood.
Middenstanders zullen de woningen, die daar gebouwd
worden, niet willen betrekken; spreker zou er althans niet
aan denken, daar te gaan wonen. Men sluit zich er als het
ware op en ziet er nooit iemand passeeren; de uitdrukking
„je woont op Nazareth" is hier zeker van toepassing. De
arbeiders, die nu aan de Trompstraat, de van Speijkstraat
en de Kortenaerstraat wonen, zijn aan den toestand gewend
geraakt en vinden het wonen daar goed, omdat het be
trekkelijk goedkoope woningen zijn, maar zij zijn tuk op
een woning, die dichter bij den singel staat.
Spreker gevoelt dan ook niets voor het voorstel en hoewel
hij begrijpt, waarom het College het heeft gedaan, zal hij
zijn stem er aan onthouden.
De heer Lombcrt zal het voorstel van het College niet
uitvoerig verdedigen; de Wethouder van Fabricage is mans
genoeg om het zelf en beter te doen. Spreker wenscht enkele
opmerkingen te maken om daarmede ook zijn stem in de
Commissie van Fabricage te motiveeren.
Bij aanneming van het voorstel van het College zullen
in een minimum van tijd 40 behoorlijke woningen worden
gebouwd, die onmiddellijk na haar gereedkoming verhuurd
zullen zijn. De zaak is niet zoo dramatisch als de heer Eiker
bout haar heeft willen schetsen. Ieder, die op het terrein
van den woningbouw bekend is, weet, dat zoodra men
eenige woningen ziet bouwen, die er geriefelijker uitzien
dan de woning, die men op dat oogenblik heeft, men naar
de nieuwe woningen trekt, zoodat in een minimum van tijd
Verkoop bouwterrein aan van Speykstraat, enz.
(Lombert e.a.)
het aantal gegadigden tienmaal zoo groot is als er huurders
kunnen zijn. Het doet er niets toe, of de bewoners na verloop
van een half jaar weer verhuizen, want dat komt bij eiken
nieuwbouw voor. Er is een contingent menschen zij
komen ook onder de arbeiders voor die zoodra een huis
gebouwd is er heen trekken (dikwijls geldt daarbij de over
weging, dat het een schoon huis is) om na een half jaar of
een jaar, wanneer de woning hun niet meer bevalt, te ver
huizen.
Komen deze 40 woningen tot stand, dan zullen menschen,
die nu 5.verwonen in een huis van een woningbouw
vereeniging, er graag heen trekken, waardoor een aantal
andere woningen vrijkomt.
Wanneer het voorstel niet werd aanvaard en de woning
bouwvereeniging „Eensgezindheid" op dezen grond moest
bouwen, zou het ten minste een jaar langer duren, voor
er een huis stond, dat bewoond kon worden.
Het voorstel is naar sprekers oordeel zoo rationeel en
practisch mogelijk en verdient juist aanbeveling ter ver
grooting van het aantal beschikbare woningen.
De heer Oostveen acht het een belangrijke verklaring van
den heer Lombert, dat bij aanneming van het voorstel van
het College binnen zeer korten tijd een complex van 40
woningen op dezen grond zal zijn gebouwd en dat het een
jaar langer duurt, eer de woningen zijn gebouwd, wanneer
de woningbouwvereeniging „Eensgezindheid" in staat wordt
gesteld hier te bouwen. Dit beteekent, dat het een jaar
langer zal duren, eer deze woningbouwvereeniging in staat
is te bouwen. Dit is een zeer belangrijke uitlating. Spreker
heeft in anderen kring wel eens verklaard, dat het laatste
plan, dat nu door de gemeente ter hand genomen is, ongeveer
in October 1941 voltooid zal zijn; het zou jammer zijn,
wanneer nu reeds door de uitspraak van den heer Lombert
bevestigd zou worden, dat het bij niet-aanneming van dit
voorstel nog een jaar zou duren voordat „Eensgezindheid"
zou kunnen bouwen. De zaak van de volkshuisvesting hier
ter stede zal met buitengewoon grooten spoed ter hand
genomen moeten worden, omdat de reserve aan arbeiders
woningen veel geringer is dan 2.75 het cijfer dat de heer
Schriller noemde voor dit type van te bouwen woningen.
De heer Huurman wees er op, dat door den bouw van dit
complex woningen voor kleine middenstanders de beter
gesitueerde arbeiders daarheen kunnen verhuizen, waar
door goedkooper woningen vrij komen voor arbeiders met
lagere inkomens; maar zoo staat de zaak niet precies. Immers,
in de woningen boven de 6.huur neemt in Leiden de
dubbele bewoning schrikbarend toe. Dit komt, omdat een
arbeider van zijn loon alleen gewoonlijk niet 6.ver
wonen kan. De uitzonderingen bevestigen den regel.
De cijfers, door den heer Schüller aangehaald omtrent het
heien, zijn niet geflatteerd, tenzij naar den zeer lagen kant.
Bij de uitvoering van het laatste bouwplan van de woning
bouwvereeniging „De Eendracht" aan de Ambonstraat was
een verborgen sloot oorzaak, dat er voor zes woningen
geheid moest worden en dat voor drie kopwoningen een
zwaarder betonfundeering noodig was dan was voorgeschreven.
De kosten daarvan bedroegen in totaal 4.400.de door
den heer Schüller genoemde cijfers waren dus aan den lagen
kant. In het belang van de volkshuisvesting in Leiden en
in het belang van alle woningbouwvereenigingen verklaart
spreker zich tegen het voorstel van het College; in de naaste
toekomst zal de bouw van arbeiderswoningen veel sneller
voortgang moeten hebben dan ooit het geval is geweest.
De heer van Oyen overweegt tegen het voorstel van het
College te stemmen, omdat naar zijn meening de belangen
van de volkshuisvesting in het gedrang komen, wanneer
deze grond aan particuliere bouwers wordt verkocht. Er is
echter pas een argument in het geding gebracht, dat spreker
er toch nog toe zou kunnen bewegen voor te stemmen. Er
is n.l. op gewezen, dat het nog wel ruim een jaar zou kunnen
duren, voordat deze woningen tot stand kwamen, wanneer
de bouw door een woningbouwvereeniging ter hand genomen
zou worden, terwijl reeds binnen zeer korten tijd met bouwen
zou kunnen worden begonnen, wanneer dit door particulieren
werd gedaan. Dit is van belang voor het scheppen van werk
gelegenheid. In dit verband zou er dus wel iets voor te
zeggen zijn, dit betrekkelijk kleine stuk grond toch maar
aan een particulieren bouwer te verkoopen.
Gaarne wil spreker van den Wethouder vernemen, tot
welk type en welke huurklasse de woningen zouden be-
hooren, indien zij door de woningbouwvereeniging „Eens
gezindheid" werden gebouwd en tot welke huurklasse de
woningen zullen behooren, die door van Oosterom worden
gezet.