DONDERDAG 21 DECEMBER 1939. 333 Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen. (Key.) een persoonlijk feit te beginnen. De heer Koole begon zijn rede met het uitspreken van een verdachtmaking n.l. dat de indieners van het voorstel (N°. 20) den opzet hebben gehad den Wethouder van Financiën in een hoek te drukken; misschien heeft de heer Koole het in eenigszins andere be woordingen gezegd. Door deze uitlating gevoelt spreker zich persoonlijk ten zeerste gegriefd. Meer wil spreker niet hiervan zeggen. Het voorstel is ingediend in het belang van de gemeen- tehuishouding, zoowel voor het oogenblik als voor de naaste toekomst; dit is de eenige factor, die gelden mag en ook ge golden heeft. Voor de houding van het College, door den Wethouder van Financiën medegedeeld, heeft spreker dan ook de hoogste waardeering. De verdediging, die de heer van Oyen van diens voorstellen (Nis. 15 en 16) in zake de tarieven heeft gegeven, heeft spreker niet overtuigdspreker sluit zich op dit punt aan bij het betoog van den Wethouder van Financiën en zal tegen deze voor stellen stemmen. Uit de uiteenzetting van den Wethouder is gebleken, dat het watertarief uitsluitend rekening houdt met de grootte Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen. (Key e.a.) van de woning. Is het nu niet mogelijk, daarbij ook rekening te houden met het aantal bewoners? Daardoor zou men mis schien tot een billijker berekening kunnen komen. De heer Parmentier heeft een beroep gedaan op de vrijzin nig-democratische Raadsleden om niet met de motie-van Eek (N°. 1) inzake het houden van optochten op Zondag mede te gaan, wegens het conflict, dat daaruit voor de anti-revolu- tionnaire consciëntie kan voortvloeien. Het standpunt van den heer Riedel in dezen verschilt eenigszins van dat van spreker, hetgeen voornamelijk zijn oorzaak vindt in de ver schillende beroepen, die de heer Riedel en spreker uit oefenen. De Zondag is voor spreker even goed een werkdag als de andere dagen, maar spreker kan den regel, die in Leiden als practijk geldt, niet aanvaarden, omdat de Zondag de eenige dag is, waarop de menschen uiting kunnen geven aan hun levensvreugde. De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot Vrijdag 22 December 1939, des namiddags te 2 uur. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 25