145
arceering aangegeven, heeft een oppervakte van 1900 M2,
dat van den heer Bink, met roode kleur aangeduid, is
3300 M2 groot, terwijl beide perceelen hij het uitbreidings
plan zijn bestemd voor arbeiders- en kleinen midden-
standsbouw.
Na gevoerde onderhandelingen werd met belanghebbenden,
behoudens goedkeuring van Uwe Vergadering, overeen
stemming bereikt over een prijs van 2.12| per M2 voor
den grond van den heer Kuijpers en een prijs van 2.62J
per M2 voor den grond van den heer Bink.
Aangezien ook naar het oordeel van de Commissie van
Fabricage deze prijzen aannemelijk zijn, en het bezit van
voor arbeiderswoningbouw bestemden grond in dit stads
gedeelte voor de gemeente gewenscht is, geven wij Uwe
Vergadering in overweging:
a. in het belang van de Volkshuisvesting aan te koopen:
le. van Tj. Kuijpers alhier het perceel bouwgrond nabij
de Kortenaerstraat, op de overgelegde kaart met roode
kleur en arceering aangegeven, groot 1900 M2, kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie N, no. 340 ged., tegen den
prijs van f 2.12-J per M2;
2e. van W. Bink alhier de perceelen grond en water aan
en nabij de Bvertsenstraat en de van Speykstraat, op de
kaart met roode kleur aangegeven, groot 3300 M2,
kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie N, nis 337, 338
en 339, alle gedeeltelijk, tegen den prijs van f 2.621 per M2,
met dien verstande, dat onder den verkoop en koop niet
zijn begrepen de opstallen;
b. de sub a bedoelde gronden voor den koopprijs, ver
meerderd met de op de aankoopen vallende kosten, in te
brengen in het grondbedrijf;
c. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging
van de algemeene gemeentebegrooting en van de begrooting
van het grondbedrijf, beide dienst 1939, ten behoeve van
de sub a bedoelde aankoopen, met inbegrip van de kosten
van aankoop, een crediet van 12950.te onzer beschik
king te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 211. Leiden, 8 December 1939.
In aansluiting aan het medegedeelde in de Memorie van
Antwoord op het Algemeen verslag van het verhandelde
in de secties van den Gemeenteraad bij het onderzoek van
de ontwerp-begrooting voor het jaar 1940, geven wij Uwe
Vergadering, onder verwijzing naar het overgelegde advies
van de Commissie van Financiën, thans in overweging de
volgende verordening vast te stellen:
VERORDENING,
regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom, der
personeele belasting te Leiden.
Artikel 1.
Ten behoeve van de gemeente Leiden worden op de
hoofdsom der personeele belasting 150 opcenten geheven.
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1940.
Alsdan vervalt de verordening van 19 December 1938
(Gemeenteblad No. 24), met dien verstande, dat zij van
kracht blijft voor aanslagen betreffende het belastingjaar
1939.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.