MAANDAG 4 DECEMBER 1939.
255
Uitvoeren van werken bij Wassenaar in werkverschaffing,
(van Stralen e.a.)
gevonden, dat de Leidsche Duinwater Maatschappij met de
uitvoering van het werk is begonnen.
Burgemeester en Wethouders geven alsnu den Raad in
overweging goed te vinden, dat aan vorengenoemde werk
verschaffing op de bovenvermelde wijze wordt medegewerkt.
De Voorzitter stelt voor dit voorstel dadelijk te behandelen.
De heer Wilmer zegt, dat het hem nog niet duidelijk is,
waarom dit voorstel spoedeischend is en dadelijk moet
worden behandeld. Waarom is er bij dit werk haast? Het is
een belangrijk voorstel, dat men niet dadelijk kan overzien.
Waarom kan de behandeling niet worden verdaagd tot 18
December, wanneer de Raad wederom in vergadering hij een-
komt? Indien er inderdaad redenen zijn om het voorstel
dadelijk te behandelen, zal spreker zich hiertegen niet ver
zetten. Die redenen moeten echter uit meer bestaan dan alleen
de verklaring, dat er haast bij het werk is.
De heer van Stralen zegt, dat er bij de uitvoering van dit
werk wel eenige haast is, omdat hierbij noodig is de mede
werking van verschillende eigenaren van teelgronden onder
Wassenaar en in het aanstaande voorjaar het resultaat van
deze bevloeiïng moet worden verkregen. De Leidsche Duin
water Maatschappij heeft althans medegedeeld, dat het in
verband met den aard van het werk noodzakelijk is het
nu spoedig uit te voeren en te voleindigen.
Deze zaak is eenigen tijd opgehouden, doordat verschil
lende besprekingen moesten plaats hebben, maar zoodra
het College wist onder welke voorwaarden het werk kon
worden uitgevoerd, heeft het den Minister van Sociale
Zaken daartoe diens toestemming gevraagd. De ministerieele
beschikking is vrij spoedig daarna afgekomen.
In de Subcommissie voor Steunverleening en Werk
verschaffing bestond tegen uitvoering van dit werk in werk
verschaffing geen bezwaar, behoudens dat een lid zich
tegen uitvoering in werkverschaffing verklaarde omdat het
z.i. een noodzakelijk en urgent werk betrof.
Volgens den heer Wilmer had het College deze zaak te
voren in den Raad moeten brengen.
Met het oog op de omstandigheid, dat de uitvoering
spoedig moest beginnen en de Ministerieele beschikking
onlangs is afgekomen
De heer Wilmer Op welken datum?
De heer van Stralen zegt, dat het College het verzoek
om medewerking voor dit werk bij schrijven van 23 September
heeft ingediend en dat op 20 November het Departement
heeft bericht, dat daartegen geen bezwaren bestaan. De
behandeling van deze zaak op het Departement heeft dus
ongeveer twee maanden geduurd, maar zoodra bekend was
dat het Departement geen bezwaar had, is ook door het
College het besluit daartoe genomen en is ook met het oog
op den daarbij noodig gebleken spoed met de uitvoering
van dit werk begonnen.
De heer Wilmer zegt, dat het, wanneer op 20 November,
dus twee weken geleden, het antwoord van den Minister is
gekomen, dan zeer wel mogelijk zou zijn geweest om den
Raad dit voorstel schriftelijk te doen bereiken. Spreker
betreurt het nu zeer, dat deze zaak op deze wijze moet worden
behandeldhet gewicht van deze zaak is toch wel zoo groot,
dat de Raad haar eerst te voren wel eens had mogen bezien
en dat deze zaak ook buiten den Raad wel eens bekeken
had mogen worden, en eventueel daarmede instemming
betuigd of daarop critiek geleverd had kunnen worden.
Spreker betreurt het zeer, dat dit niet is geschiednaar zijn
overtuiging was dit zeer wel mogelijk geweest. Nu het voor
stel er eenmaal ligt, zal er van spreker, waar het over werk
verruiming gaat, geen aandrang uitgaan, tenzij hij steun
vindt bij andere Raadsleden, om deze zaak op te schorten.
Waar spreker overigens geen overwegende bezwaren tegen
dit voorstel ziet,
De heer van Stralen begrijpt toch niet goed, dat de heer
Wilmer thans, bij dit voorstel, zulk een groot bezwaar
heeft tegen spoedeischende behandeling, waar in de ver
gadering van 17 April j.l. niemand critiek heeft doen hooren
op de spoedeischende behandeling van het voorstel tot den
aanleg van een vliegveld onder Valkenburg, bij welk voorstel
het ging om veel grooter bedragen en om veel meer arbeiders,
welke zaak door het College op dezelfde wijze aan de orde
is gesteld, terwijl thans, bij een soortgelijk voorstel, dat
echter veel geringer is in zijn uitwerking, daartegen bezwaren
bestaan. Ook spreker zou het beter achten, wanneer dit
Uitvoeren van werken bij Wassenaar in werkverschaffing,
(van Stralen e.a.)
voorstel, evenals alle voorstellen, schriftelijk bij den Raad
was ingekomen, en voorzoover spreker dat kan, zal hij dit
in het vervolg ook bevorderen zooveel mogelijk, maar het
kan in sommige gevallen niet anders. De Raad heeft dit
jaar met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarin
er bij het College op werd aangedrongen, inzake werkver-
ruimings- en werkverschaffingsobjecten zeer diligent te zijn
en het College kon niet aannemen, dat, zelfs al zou dit op
andere wijze aan de orde zijn gesteld, tegen de uitvoering
van dit object door den Raad bezwaar zou zijn gemaakt.
De heer Wilmer constateert ter voorkoming van alle
misverstand, dat zijn bezwaar niet gericht is tegen den
inhoud van dit voorstel. Herhaaldelijk komen in den Raad
voorstellen aan de orde, waarvan men mag veronderstellen,
dat zij geen bezwaren zullen ontmoeten en die toch schriftelijk
worden voorbereid, terwijl de Raad er van te voren in kennis
mede wordt gesteld. Het had ook met dit voorstel kunnen
en moeten geschieden. De Wethouder heeft nu tegen spreker
aangevoerd, dat deze tegen de dadelijke behandeling van
een spoedeischend voorstel van veel wijdere strekking dan
dit (n.l. het voorstel tot aanleg van een vliegveld onder
Valkenburg) geen bezwaar heeft gemaakt. Hieruit trekt
spreker de les, dat men zeer voorzichtig moet zijn met iets
over zijn kant te laten gaan ter wille van de bevordering-
van een vluggen gang van zaken.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter tot dadelijke behandeling van
het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De heer Snel heeft er bezwaar tegen, dat dit voorstel,
waarbij de belangen van een aantal Leidsche werkloozen
zijn betrokken, in den vorm van een mededeeling aan den
Raad wordt bekend gemaakt. Ook bij de werkverschaffing
onder Valkenburg werd aan den Raad een voorstel gedaan,
toen reeds een belangrijk aantal Leidenaren in die werk
verschaffing waren geplaatst. De Raad wordt op deze wijze
voor een voldongen feit geplaatst en terwijl hij niet tegen
het voorstel kan zijn, omdat het het verstrekken van werk
betreft, wordt hem de gelegenheid onthouden om invloed
uit te oefenen op de arbeidsvoorwaarden, waaronder de
werkloozen te werk gesteld zullen worden.
Afgezien van dit bezwaar, is het de vraag of het object,
waarom het thans gaat, in werkverschaffing dient te worden
uitgevoerd.
Er is een tijd geweest, dat alleen die werken voor uitvoering
in werkverschaffing in aanmerking kwamen, welke niet-
noodzakelijk waren of eerst in een verre toekomst aan de
orde zouden worden gesteld. Op het oogenblik is de toestand
anders. Thans kan men bij de uitvoering van het werk het
Raadsbesluit niet afwachten en worden de arbeiders alvast
te werk gesteld. Op het vliegveld Valkenburg werd er in den
afgeloopen zomer bijna continu-arbeid in werkverschaffing
van gemaakt. Spreker vindt dit diep treurig.
Op 17 April 1939 heeft spreker bij de behandeling van de
werkverschaffing onder Valkenburg er op aangedrongen de
arbeidsvoorwaarden zoo draaglijk mogelijk te maken en te
voorkomen, dat arbeiders een loon werd betaald, dat kleiner
was dan het steunbedrag, dat zij anders hadden ontvangen.
De heer van Eek heeft bij die gelegenheid uitdrukkelijk
den eisch gesteld, dat voor dat werk geen arbeiders zouden
worden aangewezen, die physiek niet in staat waren het
te verrichten.
Nu zijn over het algemeen de loonbetalingen niet ongunstig
geweest, in aanmerking genomen de bij de werkverschaffing
geldende regelen, maar toch is het meermalen voorgekomen,
vooral in de laatste weken, dat er arbeiders naar huis zijn
gestuurd met een loon, dat lager was dan het bedrag, dat
zij als gesteunde werklooze zouden hebben ontvangen. Ook
zijn de loonen van verschillende ploegen gedrukt, doordat
daarin menschen zijn geplaatst, die physiek niet in staat
waren dit werk te verrichten.
Nu weer een aantal arbeiders aan een nieuw werkobject
van de Leidsche Duinwater Maatschappij zullen worden
te werkgesteld, acht spreker het gewenscht enkele ernstige
grieven te bespreken, die als noodzakelijk gevolg van het
systeem werkverschaffing naar voren zijn getreden en die
in het vrije bedrijf niet zouden kunnen of, volgens de wet,
niet mogen voorkomen. Zoo waren er op Maandag 27 Novem
ber bij stroomenden regen noch schaftlokaal, noch schuil-
gelegenheid, noch W.C.'s op dit terrein aanwezig. Spreker
acht dit niet minder dan ergerlijk in dit jaargetijde en mag
den eisch stellen, dat voor de arbeiders, die naar de werk
verschaffing gestuurd worden, beter gezorgd wordt. In de
tweede plaats werd aan deze arbeiders medegedeeld, dat op