256 MAANDAG 4 DECEMBER 1939. Uitvoeren van werken bij Wassenaar in werkverschaffing. (Snel e.a.) Zaterdag 2 December geen loon zou worden uitbetaald, en zelfs geen voorschot zou worden gegeven. Ook dit is onbe hoorlijk; geen enkele werkgever in het vrije bedrijf zou zooiets met zijn arbeiders kunnen en mogen doen. Na veel moeite is aan deze menschen door het gemeentebestuur een voorschot van 9.verstrekt; anders zouden deze menschen tot a.s. Woensdag zonder eenig inkomen zijn geweest. Met dergelijke dingen kan spreker zich niet vereenigen en het zal voor spreker onder deze omstandigheden uiterst moeilijk zijn zijn stem aan dit voorstel te geven. Bovendien is aan deze menschen, die de vorige week onder zeer ongunstige weersomstandigheden hebben gewerkt, en die verschillende dagen met een nat pak naar huis zijn gegaan, de verheugende mededeeling gedaan, dat zij in de afgeloopen week hadden verdiend loonen van 12.a 13.voor velen een loon, dat lager is dan het steunbedrag. Men mag als eisch stellen, dat de arbeiders in de werk verschaffing op een behoorlijke en tevens menschkundige wijze worden behandeld; daaraan heeft, zeker bij den aanleg van het vliegveld onder Valkenburg, veel ontbroken, daaraan ontbreekt nog veel op het oogenblik. Zoo zijn er arbeiders geschorst wegens verzet tegen onrechtmatige handelingen van opzichters. De onrechtmatige handelingen zijn hersteld, maar het onrecht, tegenover de arbeiders begaan, is niet hersteldde menschen bleven geschorst. Inhoudingen hebben plaats gehad ten gevolge van administratieve vergissingen. Voor hetzelfde werk zijn verschillende tarieven vastgesteld door verschillende opzichters, waardoor de loonbedragen aanmerkelijk verschilden. De Voorzitter doet den heer Snel opmerken, dat de Raad dit niet kan beoordeelen bij gebrek aan kennis van de feiten. De heer Snel kan hierover wel bij een andere gelegenheid spreken. De heer Snel heeft wel een opsomming van de feiten voor zich liggen en beschikt over een dossier van klachten over de werkverschaffing; misschien zal hij bij een andere gelegenheid deze klachten ter sprake brengen. Tegen de wijze, waarop de Leidsche arbeiders zijn be handeld door de Nederlandsche Heide-Maatschappij wenscht spreker een woord van protest te uiten. Ten slotte verzoekt spreker het College er bij de Rijks inspectie voor de Werkverschaffing nogmaals op aan te dringen, de te werk gestelde arbeiders op meer mensch kundige en meer rechtvaardige wijze te behandelen. De heer van Weizen heeft zich dezen keer niet willen ver zetten tegen het dadelijk in behandeling nemen van het voorstel van het College, maar behoudt zich het recht voor bij volgende gelegenheden daartegen niet alleen ernstig bezwaar te maken, maar zich ook met alle hem ter beschikking staande middelen te verzetten. De wijze, waarop thans systematisch werken in werk verschaffing worden uitgevoerd tegen loonen, welke grenzen aan of liggen beneden de steunbedragen, levert voor de betrokkenen buitengewoon ernstige gevaren op. Met tal van voorbeelden zou spreker dit kunnen aantoonen. De wijze, waarop de Nederlandsche Heide-Maatschappij regelmatig speelt met de tarieven, waaronder de arbeiders hebben te werken en waaraan zij zich hebben te onderwerpen op straffe van ontslag, tart bijna elke beschrijving. Het is de vraag, of de Raad tot taak heeft mede te werken aan de uitvoering van werken in werkverschaffing onder leiding van de Nederlandsche Heide-Maatschappij. Reeds bij vorige gelegenheden heeft spreker de aandacht gevestigd op de wijze, waarop deze maatschappij te werk gaat. Thans heeft men nog meer ervaring met haar opgedaan. Spreker kan dan ook zijn toestemming niet geven om het werk van de Leidsche Duinwater Maatschappij onder leiding van de Nederlandsche Heide-Maatschappij te doen uitvoeren, tenzij de garantie wordt gegeven, dat de loonen niet komen te liggen onder of grenzen zullen aan de steunbedragen, gelijk thans wel het geval is. De heer van Bemmelen meent dat het, gehoord de discussie, misschien toch wel aanbeveling zou verdienen dit voorstel even aan te houden. Met groot genoegen heeft spreker van de zijde van de sociaal-democraten gehoord, dat zij er bezwaren tegen hadden, dat op deze wijze, door de uitvoering van werken in werk verschaffing, de vrije loonvorming en de daaruit voort vloeiende voordeelen voor de arbeiders werden tegengegaan. Spreker hoort daarin van socialistische zijde een bekend liberaal geluid; tenslotte blijken de vrije loonvorming en het vrije bedrijf beter garanties voor de arbeiders te geven Uitvoeren van werken bij Wassenaar in werkverschaffing, (van Bemmelen e.a.) dan deze wijze van werkverschaffing. Spreker acht het twijfelachtig of men hier te doen heeft met een object, geschikt voor uitvoering in werkverschaffing; naar zijn meening kan de uitvoering van dit object beter overgelaten worden aan het vrije bedrijf. Spreker zou gaarne van den Wethouder vernemen, waarom men hier niet te doen heeft met een werk, waarvoor kan worden ingeschreven, waaraan het vrije bedrijf kan medewerken. De heer Jongeleen sluit zich aan bij den heer Snel, en vraagt welke de motieven zijn geweest van het College en van de Directie van de Leidsche Duinwater Maatschappij, afge scheiden van de bezwaren tegen de werkverschaffing, om opnieuw de Nederlandsche Heide-Maatschappij met de leiding van dit werk te belasten? De Leidsche Duinwater Maatschappij heeft toch zelf bekwame opzichters genoeg in dienst en anders had zij voor dit werk een bekwamen op zichter in dienst kunnen nemen. De heer van Stralen acht het beter de beantwoording van het betoog van den heer Snel, dat niet alleen betrekking had op dit voorstel, maar ook op de methodes, in het algemeen bij werkverschaffing gebruikelijk, uit te stellen tot de be handeling van de gemeentebegrooting, waar spreker ook wel behoefte heeft over die zaak een en ander te zeggen. Spreker bepaalt zich thans derhalve tot het aan de orde zijnde voor stel. Inderdaad is op de wijze, waarop dit werk is aange vangen, wel wat aan te merken; doordat overhaast met dit werk moest worden begonnen, is de voorbereiding ook over haast geweest. Het spreekt vanzelf, dat men bij de uitvoering van een werkverschaffingsobject tevoren de maatregelen behoort te treffen voor de ontvangst, en ook voor de be veiliging bij slecht weer, van de te werk gestelde arbeiders. Dit is jammer genoeg nu niet gebeurd, omdat verleden week een 100-tal arbeiders, met het oog ook op den spoed die betracht moest worden, daarheen gezonden zijn zonder dat op dat oogenblik inderdaad behoorlijke beveiligingsmaat regelen waren genomen. Er waren b.v. geen schuilketen. Het noodlot wilde, dat het gedurende de eerste dagen van de tewerkstelling zeer slecht weer wasde menschen moesten dus gedurende die dagen onbeschermd op het terrein ver blijven, maar reeds den derden dag zijn schuilketen geplaatst, die verwarmd kunnen worden. Over de arbeidsvoorwaarden van de werkverschaffingen heeft de gemeente geen zeggenschap; zij heeft daarin zelfs geen medezeggenschap. De arbeidsvoorwaarden worden be paald door de Rijksinspectie voor de Werkverschaffing. De gemeente kan dienaangaande wel wenschen uiten, maar heeft niet het minste recht om er invloed op uit te oefenen. Daar door worden dikwijls grieven, wenschen en klachten geuit, die misschien wel geheel of ten deele juist zijn, maar waarin het College niet kan voorzien, omdat daarover door andere instanties wordt beslist. Dat de gemeente geen invloed heeft op de wijze, waarop en de voorwaarden, waaronder het werk wordt uitgevoerd, is een van de minder aangename kanten van de werkver schaffing, waaromtrent spreker te gelegener tijd het een en ander zal opmerken. De arbeiders, die te werk gesteld waren, kregen verleden Maandag de mededeeling van de Heide-Maatschappij, dat zij en dit in tegenstelling met wat tot nog toe had plaats gehad geen voorschotten op het loon meer zou verstrekken. De arbeiders, te werk gesteld op 27 November, zouden tot Woensdag 6 December op de uitbetaling van het eerste loon moeten wachten. Daarover zijn klachten ingekomen bij het gemeentebestuur, dat alle mogelijke pogingen heeft gedaan om bij de Rijksinspectie voor de Werkverschaffing te be reiken, dat Zaterdag j.l. een voorschot op het loon zou worden gegeven. De Rijksinspectie heeft dit evenwel ge weigerd. Het gemeentebestuur wilde voorkomen, dat de 100 arbeiders Zaterdag j.l. zonder een enkelen cent zouden thuiskomen en besloot daarom de helft van het vermoedelijke loon, n.l. 9.te geven en dit voorschot te zullen verrekenen aan het einde van de tewerkstelling. Aan het einde van de vorige week kwam een klacht over het loon zelf. Er is medegedeeld, dat door allerlei omstandig heden het loon zeer miniem zou zijn en het bedrag van 14. of 15.niet zou overschrijden. Daardoor is onrust gekomen onder de arbeiders op het werk. Zij hebben zich tot het gemeentebestuur gewend en spreker kan thans mededeelen, dat het College hem gemachtigd heeft al het mogelijke te doen om aan die klacht tegemoet te komen. De laatste drie dagen heeft een zeer nauw contact met de Rijkscommissie en -inspectie voor de werkverschaffing bestaan; nog hedenmorgen hebben besprekingen plaats gehad, maar het is spreker niet mogen gelukken de toezegging

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 10