138 1°. dat de overwaarde van. het onderpand ten minste 20 moet bedragen, en onverwijld aanvulling van' het onderpand ten genoegen van ons College moet plaats vinden, zoodra de overwaarde beneden het percentage van 20 daalt, en 2°. dat, indien het zakelijk onderpand bestaat in effecten, dit slechts zullen kunnen zijn effecten, welke in de beurs- noteering zijn opgenomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 186. Leiden, 24 November 1939. In Uwe Vergadering van 28 Augustus 1939 (Ingek. Stukken No. 132) werd besloten om, zoo noodig, gedurende het 4e kwartaal 1939 kasgeldleeningen aan te gaan tot een maximaal bedrag van 1.000.000. Met het oog op de tegen het einde van het jaar aan het Pensioenfonds voor Burgerlijke Ambtenaren te betalen pensioensbijdragen over 1939 en de gedurende het le kwar taal 1940 te betalen rente en aflossing van geldleeningen, de uitgaven voor ondersteuning van werkloozen en arm lastigen enz., enz., is het gewenscht om het maximaal bedrag, dat gedurende het le kwartaal 1940 de kasschuld zal mogen beloopen, vast te stellen op 1.500.000. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te besluiten gedurende het le kwartaal 1940, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met in begrip van het in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten op te nemen bedrag, de som van 1.500.000.te boven gaat en onder de voorwaarden, als door ons College zullen worden gesteld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 187. Leiden, 24 November 1939. De Algemeene Friesche Levensverzekering-Maatschappij heeft onze medewerking gevraagd, om de met die Maat schappij gesloten 3J obligatie leening 1938, oorspronkelijk groot 1.000.000.thans nog bedragende 966.000.om te zetten in een onderhandsche leening op overigens de geldende voorwaarden. Zij doet dit verzoek, blijkens haar schrijven, ter vereenvoudiging van administratie, terwijl zij bereid is aan de gemeente voor haar bemoeiingen in deze een ver goeding van 1 %0 over het onafgeloste bedrag, zijnde derhalve 966.te betalen. Aangezien noch bij de Commissie van Financiën, noch bij ons College tegen inwilliging van het verzoek bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging: a. met wijziging van het raadsbesluit van 20 Juni 1938, medewerking te verleenen, dat de met de Algemeene Friesche Levensverzekering-Maatschappij ingevolge dat besluit aan gegane 31 obligatieleening, pro resto groot 966.000. wordt gewijzigd in een onderhandsche leening en daartoe vast te stellen het in de Leeskamer ter visie liggend ontwerp-besluit b. vast te stellen den mede overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1939, voor de ontvangst van de vergoeding ad. 966.op den kapitaaldienst. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 188. Leiden, 24 November 1939. De eigenaren van het gedeelte van de Bijnkade van de Oosterstraat tot de Broersloot hebben aan ons College, zulks in verband met een aan hen door Dijkgraaf en Hoogheem raden van Rijnland gerichte aanschrijving, om het oeverwerk te herstellen c. q. den walkant te beschoeien, verzocht te bevorderen, dat dat weggedeelte door de gemeente in eigen dom en onderhoud wordt overgenomen. Aangezien het in eigendom verkrijgen van dat weggedeelte, met het oog op den toekomstigen aanleg van de geprojecteerde straat ter plaatse van de Broersloot, voor de gemeente wel van be lang is, doch alleen, indien mede de daaraan grenzende voortuinen worden overgedragen, is dezerzijds ter zake van de overdracht ook van die voortuinen overleg met de be trokken eigenaren gepleegd. Dat overleg heeft er toe geleid, dat die eigenaren zich bereid hebben verklaard, zoowel het weggedeelte als de voortuinen, kosteloos in eigendom aan de gemeente over te dragen. De gemeente zal dan uiteraard voor haar rekening voor een behoorlijke beschoeiing van den walkant langs den Nieuwen Rijn moeten zorgen. Zoolang de voortuinen niet voor wegverbreeding noodig zijn, kunnen zij bij de eigenaren op den voor dergelijke gevallen gebruikelijken voet, o.m. dus tegen een jaarlijksche vergoeding van 0.10 per voortuin, in gebruik blijven. De kosten van beschoeiing en van de bijkomende werken worden geraamd op 3000. Overdracht van de voortuinen en het gedeelte Rijnkade op deze basis komt ons voor de gemeente aannemelijk voor. In verband met de aan de bepalingen van de Wegenwet gegeven interpretatie kan het onderhoud van een binnen de gemeente liggenden weg niet meer bij overeenkomst door de gemeente worden overgenomen, doch slechts ten laste van de gemeente worden gebracht door een besluit van den Gemeenteraad, hetwelk de goedkeuring van Gedeputeerde Staten behoeft. Het voorstel tot het nemen van zoodanig besluit en het besluit zelf moeten worden medegedeeld aan hen, die van het onderhoud worden bevrijd. Aangezien bij de overname van vorenbedoeld gedeelte Rijnkade in eigendom tevens het onderhoud van dat ge deelte openbaren weg wordt overgenomen, dient deze over name derhalve plaats te vinden met toepassing van die wet. Aan betrokkenen is een afdruk van dit voorstel toege zonden. Na de eigendomsoverdracht en net aanbrengen van de beschoeiing kan overgegaan worden tot een gewenschte uitdieping van den Nieuwen Rijn, althans vanaf de Singel- brug tot aan de Broersloot. Deze uitdieping zal door den Gemeentelijken Reinigingsdienst in eigen beheer geschieden. In verband met die uitdieping zullen een gaszinker en een zinker van de Leidsche Duinwater Maatschappij moeten worden gewijzigd. De kosten van wijziging van eerstge- noemden zinker worden geraamd op ƒ3.700.en komen voor rekening van de Stedelijke Gasfabriek, de kosten van wijziging van laatstgenoemden zinker, worden geraamd op 600.en moeten voor gedeelte door de gemeente worden gedragen. In verband met de beschoeiïngs- en uitdiepingswerken is derhalve een bedrag ad ƒ3.450.noodig, t. w. ƒ3.000. voor het aanbrengen van een beschoeiing en f x 600. of 450.voor wijziging van den waterleidingzinker. In verband met het vorenstaande geven wij Uwe Ver gadering, in overeenstemming met het gevoelen van de Commissie van Fabricage en met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, mitsdien in over weging a. te besluiten tot kostelooze overneming in eigendom bij de gemeente van het gedeelte van de Rijnkade, kadas traal bekend gemeente Leiden sectie K nis 3704, 3779, 3604, 3603, 984, 955 en 720, zoomede van de bij die kadastrale perceelen behoorende voortuinen, op de overgelegde teekening resp. met roode kleur en met roode kleur en roode arceering aangeduid b. met toepassing van art. 20 van de Wegenwet te be sluiten het onderhoud van het sub a bedoelde gedeelte van de Rijnkade ten laste van de gemeente te brengen; c. door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat ten behoeve van het aanbrengen van een beschoeiing langs de Noordzijde van den Nieuwe Rijn tusschen de Oosterstraat en de Broersloot, met bijkomende werken een bedrag ad 3.450.te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven, is thans nog ƒ6.139.— beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. ®"°- 189. Leiden, 24 November 1939. De eigenaren -van de perceelen le Gortestraat No. 29 en Klikstraat No. 9 hebben zich bereid verklaard die perceelen aan de gemeente te verkoopen voor een bedrag van ƒ325. resp. 250.Deze woningen zijn begrepen in het saneerings- plan Geeregracht-Kraaierstraat, terwijl eerstgenoemd perceel bij raadsbesluit van 19 December 1938 (Ingek. Stukken No. 219) onbewoonbaar werd verklaard. Aangezien de genoemde prijzen, ook naar het oordeel van de Commissie van Fabricage, aannemelijk zijn te achten, geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing naar deinde Leeskamer ter visie liggende stukken, in overweging in het belang van de volkshuisvesting aan te koopen: a. van A. Harteveld, te Leiden, het perceel le Gortestraat 'x

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 2