GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 137 INeEKOHEN STEKKEK. N°. 181. Leiden, 24 November 1939. In zijn in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven ver zoekt de heer Jhr. C. C. Eoëll hem, wegens vertrek uit deze gemeente, ontslag te verleenen als lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat nog bij die Commissie, noch bij ons College bezwaar. Ter voorziening in de vacature-Roëll, alsmede ter vervulling van de, in verband met het aftreden van den heer F. J. Groot Enzerink als raadslid, in de Commissie ontstane vacature, bieden wij Uwe Vergadering, na raadpleging der Commissie, de volgende aanbevelingen aan: VacatureJhr. G. G. Eoëll: 1°. Ir. J. J. G. VAN HOEK; 2°. W. VAN DEE LAAN. VacatureF. J. Groot Enzerink: 1°. J. A. VAN DEE REIJDEN; 2°. B. J. HUURMAN. Op 1 Januari a.s. zullen in de Commissie, wegens perio dieke aftreding, een drietal plaatsen openkomen, n.l. de plaatsen van a. Mevr. P. J. van KampenhoutEuhe; b. den heer Th. C. F. Stijnman en c. de plaats, voor welke hierboven de heeren van der Eeijden en Huurman worden aanbevolen. Tri overeenstemming met het advies der Commissie bieden wij Uwe Vergadering voor de vervulling van die plaatsen de volgende aanbevelingen aan: a. 1°. Mevr. P. J. VAN KAMPENHOUT—Euhe 2°. Mevr. J. MANDEESVermeulen. b. 1°. TH. C. F. STIJNMAN; 2°. M. TH. LAKEN. c. 1°. J. A. VAN DEE EEIJDEN; 2°. B. J. HUURMAN. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. den heer Jhr. C. C. Eoëll eervol ontslag te verleenen als lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, onder dankzegging voor de als zoodanig bewezen diensten b. ter voorziening in de ontstane vacatures en de op 1 Januari a.s. openkomende plaatsen, tot benoeming van een drietal leden van genoemde Commissie over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 182. Leiden, 24 November 1939. Tengevolge van het alsnog bedanken door de heeren J. Splinter Gzn. en Ir. J. A. van der Laan voor een candidatuur voor de Contactcommissie voor den woningbouw en de stadsontwikkeling moet eenige wijziging worden gebracht in de door ons op 28 October 1939 aan Uw Vergadering overgelegde voordrachten voor de benoeming van negen leden dezer Commissie (Ingek. Stukken No. 172). Wij doen U thans de volgende voordrachten toekomen: A. 1. J. H. A. MANDEES; 2. G. H. SPLINTER. B. 1. B. BUURMAN; 2. Ir. J. J. G. VAN HOEK. G. 1. M. E. GEOENEWEGEN; 2. J. VAM ITEESON. D. 1. A. VAN DEE HEYDEN 2. J. STIGTEE. E. 1. W. M. DE RUITER; 2. Ir. H. A. VAN OEELE. F. 1. J. EAVESTEIN 2. H. KOESWAGEN Nzn. G. 1. J. POE LIE JOE; 2. K. WASSENAAR. H. 1. J. GERRITSEN; 2. J. DE JONG. I. 1. P. W. A. VAN DAM; 2. O. A. M. BIK. Wij geven Uw Vergadering alsnu in overweging over te gaan tot benoeming van negen leden van de Contact commissie voor den woningbouw en de stadsontwikkeling. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 183. Leiden, 24 November 1939. Met ingang van 11 September j.l. werd door ons College, voorloopig voor den tijd van drie maanden, benoemd tot tijdelijk leeraar in het Fransch aan het Gymnasium, de heer Drs. K. Sneyders de Vogel. Aangezien het noodig blijkt de werkzaamheid van ge noemden tijdelijken leeraar na het verstrijken van dien termijn te doen voortduren, geven wij, met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der Gymnasia, in over weging de aanstelling van den heer Drs. K. Sneyders de Vogel als tijdelijk leeraar in de Fransche taal aan het Gymnasium, tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 19391940, te verlengen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 184. Leiden, 24 November 1939. Met ingang van respectievelijk 11 en 25 September j. 1. werden Mej. G. F. Land en Drs. J. W. Zwartsenberg, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden, benoemd onderscheidenlijk tot tijdelijk leerares in het Nederlandsch en tijdelijk leeraar in scheikunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, zulks in verband met ziekte van den leeraar B. M. Noach en militairen dienst van den leeraar Dr. Ir. J. J. Valkenburg. Aangezien de afwezigheid van deze leeraren nog wel eenigen tijd zal voortduren, geven wij U, met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van de Commissie van Toezicht op- en den Inspecteur van het Middelbaar Onder wijs in overweging de aanstelling van mej. G. F. Land, als tijdelijk leerares in het Nederlandsch en die van den heer Drs J. W. Zwartsenberg, als tijdelijk leeraar in scheikunde, aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus te ver lengen tot den dag, waarop de heer Noach, respectieveüjk de heer Valkenburg zijn werkzaamheden weder zal hebben hervat, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 19391940. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 185. Leiden, 24 November 1939. Zooals U bekend is, wordt voor de belegging van over tollige kasgelden jaarlijks een besluit van Uwe Vergadering vereischt. Onder verwijzing naar Uw besluit d.d. 12 December 1938 (Ingek. Stukken No. 199) geven wij Uwe Vergadering mits dien in overweging te bepalen: dat gedurende het jaar 1940 overtollige kasgelden, behalve in rekening-courant aan de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, ingevolge de met die Bank aangegane over eenkomst, kunnen worden uitgeleend aan: a. publiekrechtelijke lichamen; b. andere door ons College aan te wijzen instellingen; een en ander voor den tijd en onder de voorwaarden, in elk voorkomend geval, met inachtneming van den geldig heidsduur van dit besluit door ons College te bepalen, met dien verstande, dat het uitleenen van gelden tot een bedrag, hooger dan 100.000.niet mag plaats hebben zonder nadere goedkeuring van Gedeputeerde Staten, terwijl het uitleenen van gelden aan de sub b genoemde instel lingen bovendien slechts mag geschieden tegen verstrekking van zakelijk onderpand ten genoegen van ons College en met bepaling:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 1