MAANDAG 28 AUGUSTUS 1939.
211
Aanschaffing leermiddelen bestuur gesticht „deVoorzienig-
(Groeneveld e.a.) heid" voor school Krauwelsteeg 3.
zullen kunnen koopen en in hun kleine woning voor een
onhandig meubel als een trapnaaimachine geen plaats
hebben. Yoorzoover in deze gezinnen naaimachines aanwezig
zijn, zijn het handnaaimaehines, die gemakkelijk kunnen
worden opgeborgen. Spreker zou geen bezwaar hebben tegen
aanschaffing van handnaaimachines, maar wel tegen aan
schaffing van trapnaaimachines, in de eerste plaats wegens
de hooge kosten, maar verder omdat spreker het niet ge-
wenscht acht dat de kinderen onderwijs krijgen op een machine,
die in de gezinnen niet aanwezig is. Ook is spreker er tegen,
geld beschikbaar te stellen voor aanschaffing van strijk
planken en strijkijzers; onderricht in strijken moet niet op
de lagere school gegeven worden, maar behoort thuis op de
nijverheidsscholen. Wanneer men dezen weg opging, waarom
zou men dan hier ophouden; waar is de grens?
Waarom dan ook geen kookonderwijs op de lagere school?
Bovendien zal de consequentie van aanneming van dit voor
stel zijn, dat vrijwel alle bijzondere scholen dit voorbeeld
zullen volgen, de openbare scholen vanzelf ook, hetgeen
voor de gemeente toch allemaal kosten medebrengt. Boven
dien is strijken nogal zwaar werk, zelfs voor oudere meisjes;
spreker heeft er bezwaar tegen dit werk te laten doen door
de jongere kinderen. Misschien zullen de moeders die kinderen
ook eerder strijkwerk laten doen, omdat de school al het
goede voorbeeld gegeven heeft. Dit verzoek gaat de normale
eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, te
boven; dit behoort bij het nijverheidsonderwijs thuis. Dit
verzoek behoort dus te worden afgewezen, althans in dezen
vorm.
De heer Eikerbout sluit zich grootendeels aan bij het betoog
van den heer Groeneveld. Aanschaffing van trapnaaimachines
is in dit geval een overbodige luxe; men kan veel beter de
gewone handnaaimachines gebruiken, die men overal vindt.
Trapnaaimachines vindt men in den regel in de ateliers,
bijna nooit in de huisgezinnen. De kosten van een trap
naaimachine, die 92.50 a 100.bedragen, zijn 50.
hooger dan die- van een handnaaimachine, welke 42.50
bedragen of minder. Onder deze omstandigheden is aankoop
van dergelijke machines in het geheel niet noodzakelijk.
Spreker geeft daarom het College in overweging, alsnog
met het schoolbestuur in overleg te treden en te verzoeken,
de ingediende''begrooting terug te nemen en', in'plaats W&n
trapnaaimachines, gewone handnaaimachines te vragen.
De heer de Reede betoogt, dat de grenzen van het lager
onderwijs in de wet zijn getrokken en, voor zoover de wet
eenige ruimte biedt, de inspecteurs hebben te beoordeelen,
in hoeverre een aanvrage van een schoolbestuur kan geacht
worden aan de wet te voldoen. De inspectie heeft over het
verzoek van het bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid"
een gunstig advies uitgebracht, maar ook al zou dit niet
zijn geschied, dan nog zott spreker de stelling hebben willen
verdedigen, dat dit verzoek de normale eischen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet te boven gaat.
Het lager onderwijs, dat gegeven wordt op een school,
welke geacht kan worden eindschool te zijn, kan n.l. alleen
worden aangevuld met vervolg- of herhalingsonderwijs.
Niet elke leerling van de eindschool is evenwel in. staat het
vervolg- of herhalingsonderwijs te volgen en het spreekt
vanzelf, dat schoolbesturen er op bedacht zijn den leerlingen
voor het leven zooveel mede te geven, dat dezen in de praktijk
met de verworven kennis ook iets kunnen doen.
Daarbij is het eisch, dat de leerlingen de werkstukjes,
die zij op de handwerkles hebben gemaakt, naar huis mede-
krijgen in zulk een toestand, dat zij ook aan anderen kunnen
worden getoond, wat niet mogelijk is, wanneer zij eenige
maanden door de handen zijn gegaan en min of meer ver
fomfaaid zijn. Het is dan ook noodig, dat deze werkstukjes
behoorlijk opgestreken en afgewerkt worden. Het onderwijs
schiet te kort, wanneer dit niet gebeurt. Daarom is spreker
van harte voor het voldoen aan het verzoek en hoopt hij, dat
de Baad zijn standpunt zal kunnen begrijpen en deelen.
De heer Manders constateert, 'dat reeds bij Koninklijk
besluit is vastgesteld, dat op de scholen voor gewoon lager
onderwijs vervolgonderwijs mag worden gegeven. De vraag,
hoe ver men daarbij mag gaan, dient door de verschillende
daarvoor aangewezen instanties van het lager onderwijs en
het nijverheidsonderwijs in gemeenschappelijk overleg be
oordeeld te worden.
Ten aanzien van de naaimachines merkt spreker op, dat
men trapnaaimachines kan aanschaffen, welke ook als hand
naaimachines kunnen dienst doen. Er is zeer veel voor te
zeggen, dat men de leerlingen, die een eindschool bezoeken,
in de gelegenheid stelt zoowel een trap- als een handnaai-
Aanseliaffing leermiddelen bestuur gesticht „de Voorzienig-
(Manders e.a.) heid" voor school Krauwelsteeg 3.
machine te leeren gebruiken. Trapnaaimachines zijn in de
huisgezinnen niet zoo zeldzaam als men het thans in den
Baad wel wil doen voorkomen. Het verschil in prijs bedraagt
ook niet 50.voor welk bedrag men zich tegenwoordig
een tweedehandsche trapnaaimachine kan aanschaffen. Voor
dezen prijs kunnen zelfs de vakscholen, die in den regel
niet het goedkoopst uit zijn, een trapnaaimachine koopen.
De heer Groeneveld merkt op, dat de thans aangevraagde
trapnaaimachines 90.per stuk kosten.
De heer Manders antwoordt, dat het verschil in prijs dan
ook geen 50.per stuk kan bedragen. Maar deze prijs
van 50.heeft ook geen betrekking op de trapnaaimachines,
die hier aangeschaft moeten worden, maar op de trapnaai
machines, die men in verschillende gezinnen gebruikt. Het
werken op een trapnaaimachine is, ook vooral bij moeilijk
werk, gemakkelijker, omdat men daarbij beide handen vrij
heeft, wat men bij een handnaaimachine niet heeft. Zoowel
het naaionderwijs als het leeren strijken behooren in beginsel
natuurlijk thuis op een vakschool. De heer Groeneveld
meent, dat de kinderen, wanneer zij dit laatste onderwijs
genoten zullen hebben, meer uitgebuit zullen worden en het
zwaarder zullen krijgen, maar dat meent hij toch nietDeze
werkzaamheden geschieden tegenwoordig veel gemakkelijker,
vooral met electrische strijkijzers. Spreker is dus vóór dit
voorstel.
De heer Tepe wijst er op, dat het geen vraag meer is, of
op de lagere school het geven van huishoud-onderwijs al of
niet de normale eischen, aan het geven van dat onderwijs
te stellen, overschrijdt. In verscheidene Koninklijke Besluiten
is dit implicite tot uiting gekomen. Zoo is bij het Koninklijk
Besluit van 19 Maart 1931 beslist, dat het gebruik van naai
machines, maar dan van handnaaimachines, niet te boven
gaat de normale eischen aan dit onderwijs te stellen.
In antwoord aan den heer Groeneveld verwijst spreker
verder naar hetgeen de heer Manders heeft gezegd over de
vraagtrapnaaimachine of handnaaimachine. Ook bij spreker
is aanvankehjk de vraag gerezen, of het niet veel practischer
zou zijn, voor dit onderwijs handnaaimachines te gebruiken;
langzamerhand is spreker echter duidelijk geworden, dat dit
'toch niet juist is. Het groote voordeel van dwtrapnaaimachine
boven de handnaaimachine is, dat de trapnaaimachine ook
als handnaaimachine gebruikt kan worden; de leerlingen
kunnen dan dus op beide soorten naaimachines onderricht
ontvangen. Daarmede is ook weerlegd het argument, dat de
meeste kinderen thuis op handnaaimachines zouden moeten
werken.
Een ander bezwaar, o.a. van den heer Groeneveld, tegen
het gebruik van trapnaaimachines is, dat de woningen van
de gezinnen, wier kinderen op deze soort scholen gaan, d.w.z.
scholen voor eindonderwijs, niet ingericht zijn voor het
gebruik van trapnaaimachines. In de eerste plaats is deze
quaestie hier niet terzake dienende, omdat de Baad uit
sluitend te beoordeelen heeft, of het gebruik van bepaalde
leermiddelen de normale eischen van het onderwijs over
schrijdt.
De vraag, of in de gezinnen moeilijkheden kunnen ont
staan, doordat in hun woningen geen plaats is voor een
trapnaaimachine, dient niet door den Baad beantwoord te
worden. Bovendien is het niet juist, zulks te beweren. Spreker
beschikt niet over uitvoerige gegevens, waaruit kan blijken,
dat, zooals de heer Eikerbout heeft beweerd, bijna uitsluitend
handnaaimachines in de gezinnen worden gebruikt, maar in de
19 gezinnen, waaruit de leerlingen van de 7de klasse der
school aan de Krauwelsteeg komen, treft men 10 handnaai
machines en 9 trapnaaimachines aan. De Inspecteur van
het Onderwijs deelde spreker een dezer dagen in een onder
houd over deze zaak mede, dat bijna geen handnaaimachines
meer worden aangeschaft.
De Baad der gemeente Utrecht heeft eenigen tijd geleden
afwijzend beschikt op een verzoek van een schoolbestuur om
toekenning van een vergoeding voor de aanschaffing van
trapnaaimachines op grond van de overweging, dat dit ver
zoek de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs
te stellen, te boven ging. Gedeputeerde Staten van Utrecht
hebben echter bij besluit van 10 Juni 1939 dit Baadsbesluit
vernietigd, overwegende, dat het gebruik van een naai
machine ten behoeve van het onderwijs in de nuttige hand
werken voor meisjes noodig mag worden geacht, een trap
naaimachine in het gebruik handiger is dan een handnaai
machine, een handnaaimachine vrijwel niet meer wordt
verkocht en de prijzen van de machines niet ver uiteenloopen.
Men dient bij het vergelijken van de prijzen in aanmerking
te nemen, dat in vele gevallen tegelijk met de handnaai-