210
MAANDAG 28 AUGUSTUS 1939.
(Voorzitter.)
van de schade, haar toegebracht door aanrijding van een
straatlantaarn
b. tot het verkoopen van de perceelen bouwterrein aan de
Da Costastraat en Ten Katestraat aan L. Broker, te de
Bilt, q.q.
c. tot het aangaan van een overeenkomst van grondruiling
aan den Haagweg en de Potgieter laan met de N. V. Gemeen
schappelijk Eigendom, Maatschappij tot Exploitatie van
woon- en winkelhuizen te 's-Gravenhage;
d. tot het aankoopen van het perceel Haverstraat 10;
e. tot het verhuren van de drie voetbalvelden in den Stads-
polder
tot het aankoopen van het perceel Hartesteeg No. la
met de desbetreffende begrootingsregeling;
g. tot het aankoopen van het perceel 4e Binnenvestgracht
No. 70 met de desbetreffende begrootingsregeling;
h. tot het wijzigen van eenige bedrijfsbegrootingen, alle
den dienst 1938 betreffende;
i. tot het vaststellen van de begrootingsregeling in ver
band met het beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van
de vernieuwing van de ketelbatterij en de uitbreiding van het
leidingnet met radiatoren in het gebouw van de H.B.S. met
5-jarigen cursus.
3°. Missive van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
Koninklijk goedgekeurde verordening van 19 Juni 1939
houdende wijziging van de verordening, regelende de heffing
van gelden voor het bezichtigen van het Stedelijk Museum
„de Lakenhal" te Leiden.
4°. Missive van den Minister van Economische Zaken
houdende mededeeling, dat de verordening van 17 Juli 1939
tot wijziging van die op de Winkelsluiting, de Koninklijke
goedkeuring heeft verworven.
5°. Missives van Gedeputeerde Staten houdende bericht
van ontvangst van de verordeningen van 17 Juli 1939 tot
wijziging van de verordening op de Straatpolitie en tot wijzi
ging van de Monumentenverordening.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt hierna over:
1°. Bekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
over 1938.
Zal worden gesteld in handen van de Commissie van Finan
ciën.
2°. Adres van den hulpstraatmaker bij Gemeentewerken
W. Freeke inzake de wijze van uitbetaling van de overver-
diensten van het gemeentelijk straatmakerspersoneel.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
ter afdoening.
3°. Missive van de Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon ten geleide van de rekening en ver
antwoording over 1938.
De rekening en verantwoording worden gesteld in handen
van Burgemeester en Wethouders om praeadvies.
4°. Begrooting, dienst 1940, van het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
5°. Verslag van de Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon over 1938.
Zal in het gemeenteverslag worden opgenomen.
6°. Verzoek van de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs
om medewerking tot het aanschaffen van leermiddelen ten
behoeve van haar school aan het Noordeinde No. 3.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
7°. Verslag van de Commissie van Toezicht op het Middel
baar Onderwijs over 1938.
Zal in uittreksel in het gemeenteverslag worden opgenomen.
8°. Missive van de Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon ten geleide van de begrooting,
dienst 1940.
Zal worden behandeld bij de gemeentebegrooting voor 1940.
Overplaatsing leerkrachten o.l. scholen, e.a.
(Voorzitter e.a.)
De Voorzitter deelt alsnog mede:
dat de Stichting tot bevordering van Christelijk Nijver
heidsonderwijs aan Meisjes in Leiden en Omstreken heeft
medegedeeld, dat zij haar verzoek d.d. 18 Juli 1939, om,
ex art. 25, lid 2, der Nijverheidsonderwijswet, te verklaren
dat de oprichting en instandhouding van een Christelijke
Nijverheidsschool voor Meisjes noodig wordt geoordeeld,
intrekt.
De Voorzitter stelt thans aan de orde:
II. Voorstel tot liet overplaatsen van een tweetal leer
krachten aan o.l. scholen. (129)
III. Praeadvies op het verzoek van J. Tulleners om ontslag
als leeraar in de handelswetenschappen aan de Iloogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus. (130)
IV. Praeadvies op het verzoek van J. Heringa om ontslag
als lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting. (131)
V. Voorstel inzake het aangaan van kasgeldlceningcn ge
durende het 4e kwartaal 1939. (122)
VI. Voorstel tot het wijzigen van de met de provincie Zuid-
Holland d.d. 17 Juni/6 Augustus 1929 gesloten overeenkomst
inzake vergoeding voor onbezette plaatsen in de gestichten
„Endegeest" en „Voorgeest". (123)
MI. Voorstel tot het aankoopen van een strook grond nabij
de Trompstraat, ten behoeve van de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Êlectriciteit. (134)
VIII. Voorstel inzake het voorloopig vaststellen van de
bedragen, bedoeld in art. 55fer der Lager Onderwijswet 1920,
en inzake het vaststellen van de exploitatievergoeding voor
de bijzondere lagere scholen, bedoeld in art. 101, van de ver
goeding voor vakonderwijzers der bijzondere lagere scholen,
bedoeld in art. 10Ibis, en van de bijdrage in de kosten van het
bijzonder vervolgonderwijs, bedoeld in art. 102 der genoemde
wet, een en ander over het jaar 19311. (135)
IX. Voorstel tot het verleenen van medewerking aan het
bestuur van de Inrichting van Liefdadigheid voor B.K.,
alhier, tot het aanschaffen van schoolmeubelen, leer- en
hulpmiddelen, ten behoeve van zijn school voor uitgebreid
lager onderwijs aan de Haarlemmerstraat 34, en tot het vast
stellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. (136)
X. Voorstel tot het verleenen van medewerking aan het
bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid", alhier, tot het
aanschaffen van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn
school voor uitgebreid lager onderwijs aan het Levendaal en
tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat.
(137)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen II tot en
met X besloten.
XI. V oorstel tot het toekennen aan het bestuur van het
gesticht „de Voorzienigheid", alhier, van een vergoeding als
bedoeld in art. 84 der Lager Onderwijswet 1920 voor het aan
schaffen van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn
school voor gewoon lager onderwijs aan de Krauwelsteeq 8.
(138)
De heer Groeneveld is van oordeel, dat het verzoek van
het bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid" de normale
eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, te
boven gaat.
Het bestuur voert als een argument voor zijn verzoek aan,
dat het onderwijs in de 7de klasse voor de leerlingen eind
onderwijs is. Het gaat echter met het geven van onderricht
in het strijken veel te ver voor een school voor gewoon lager
onderwijs. Vooral tegen de aanschaffing van trapnaai-
machines heeft spreker bezwaar. Uit het verzoek bhjkt, dat
het in dit geval betreft kinderen uit de armere gezinnen,
in welke gezinnen men in den regel geen trapnaaimachine
en ten hoogste een handnaaimachine gebruikt. Tusschen het
werken met een trapnaaimachine en dat met een handnaai
machine bestaat een zeer groot verschil. Men zou den leer
lingen aldus onderricht geven in het werken met een machine,
die zij bij het verlaten van de school niet in het ouderlijk
huis zullen vinden, omdat de ouders een trapnaaimachine,
die duurder is dan een handnaaimachine, in den regel niet