MAANDAG 17 JULI 1939.
207
Rondvraag
(van Eek e.a.)
De heer van Eek herinnert er aan, dat kortgeleden bij
Koninklijk besluit een bepaalde spelling der Nederlandsche
taal voor verschillende examens is voorgeschreven en vraagt,
of het niet op den weg van het gemeentebestuur ligt te over
wegen deze spelling ook in de officieele stukken der gemeente
te doen gebruiken.
De Voorzitter zal dit in het College ter sprake brengen.
De heer Snel vraagt, in verband met den dreigenden
internationalen toestand en in verband met het voor Leiden
wegens den aanleg van het militair vliegveld nabij Valkenburg
toegenomen gevaar, of het niet wenschelijk is, ook in Leiden
over te gaan tot het maken van schuilkelders, en daarnaast,
of het niet wenschelijk is, aan de Leidsche burgerij meer
voorlichting te geven omtrent hetgeen men bij eventueele
luchtaanvallen te doen of te laten heeft.
De Voorzitter antwoordt den heer Snel, dat inzake den
aanleg van schuilkelders een voorstel nog in behandeling is,
en dat voorts dit punt bij alle mogelijke gelegenheden, die
zich voordoen, door het College onder het oog wordt gezien.
Er bestaat geen mogelijkheid om, bij groote bouwwerken
van gemeentewege de menschen te dwingen tot den aanleg
van schuilkelders daar, waar dit mogeüjk zou zijn, afgezien
van de vraag, of die schuilkelders absoluut noodig zijn.
Dit geheele vraagstuk, vooral wat betreft de schuilloopgraven,
wordt echter door het College onder oogen gezien.
Rondvraag
(Voorzitter e.a.)
Wat betreft de voorlichting van de burgerij, was spreker
in de overtuiging, dat van de zijde van de afdeeling Leiden
van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming
nogal een en ander gedaan wordt ter voorlichting van de
burgerij. Herhaaldelijk ziet spreker oproepingen van deze
vereeniging, waarbij deze zich bereid verklaart de noodige
inlichtingen te geven. Ieder die inlichtingen wenscht, kan
gemakkelijk het adres vinden, waar hij al die gegevens kan
krijgen.
De heer Eikerbout geeft in overweging, de bij de noodbrug
over den Zijlsingel geplaatste verkeersborden eenige meters
te verplaatsen, en wel naar den ingang van het pad dat van
den Zijlsingel naar de brug voert en naar den Lagen Rijndijk.
De fietsers, die van de brug af komen, hebben geen uitzicht
op het verkeer, dat van de Zijlpoort af komt; het uitzicht
daar is niet goed. Bovendien passeeren op dit punt dagelijks
30 a 40 kinderen van de fröbelschool; het wordt moeilijk om
de orde onder die kinderen te bewaren, wanneer de fietsers
tusschen die kinderen door rijden. Door verplaatsing van
deze borden zou de toestand in orde komen.
De Voorzitter zal hierop den betrokken dienst opmerkzaam
maken.
Spreker wenscht den Raadsleden een prettige vacantie-
maand en sluit, niemand meer het woord verlangende, de
vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.