GEMEENTERAAD VAN LEDEN. 95 ISieEKOHEN STUKKEN. N°. 127. Leiden, 8 Juli 1939. Ten vervolge op onze voorstellen van 6 April en 10 Juni 1939 (Ingekomen Stukken nis 54 en 107) moeten alsnog eenige wijzigingen in de gemeentebegrooting voor 1938 worden aangebracht. In de eerste plaats moet nog worden geregeld de ver hooging van: Volgn. 590. Subsidie aan de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon 120.396.46 Zooals reeds werd medegedeeld in Ingekomen Stuk No. 152 van 1938 zou de ter zake op de ge meentebegrooting uitgetrokken som van 803.300.met een aanzienlijk bedrag moeten worden verhoogd. Nu inmiddels de definitieve cijfers zijn ontvangen blijkt, dat het totaal bedrag der subsidie op 923.696.46 moet worden gesteld, zoodat verhooging van het bedrag van 803.300.met 120.396.46 noodzakelijk is. De overschrijding wordt in hoofdzaak veroor zaakt door de hoogere uitgaven voor onder steuning in geld, huishuur enz. In de dekking van het bedrag van 120.396.46 kan worden voorzien: 1°. door verhooging van de navolgende ont- vangstposten Volgn. 96. Schoolgelden (O. U.L.O.)550. De ontvangst ter zake, geraamd op 4.750. bedraagt i 5.300. Volgn. 135. Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gemeente hoogere burgerscholen als bedoeld in art. 36 quarter sub 1 der wet op het middelbaar onderwijs600. De ontvangst ter zake, geraamd op 47.000. bedraagt 47.600. Volgn. 147. Bijdragen van gemeenten in de kosten van scholen voor het nijverheidsonderwijs 1.500. De ontvangst ter zake, geraamd op 23.500. bedraagt 25.000. Volgn. 166. Overige inkomsten ter zake van de ondersteuning aan behoeftigen55.81 De hoogere ontvangst op dit volgnummer bedraagt 55.81. Volgn. 207. Uitkeering van het bedrijf (Electrici- teitsfabriek) wegens d. batig saldo47.399.15 Het batig saldo, geraamd op 1.098.917. bedraagt 1.146.316.15. Yerhooging der ontvangsten50.104.96 2°. door vermindering van de navolgende uitgaafposten Volgn. 340. Bijdragen ter tegemoetkoming in de betaling van rente en aflossing van door de ge meente verleende voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuisvesting7.428.81 De uitgaven ter zake, geraamd op 203.187. hebben bedragen 190.093.58, d. i. 13.093.42 minder. Aan bijdragen van Rijk, krachtens art. 56, derde lid der Woningwet werd 148.133.39, d. i. 5.664.61 minder ontvangen dan de raming ad 153.798.Het voordeelig verschil voor de gemeente bedraagt derhalve 13.093.42 5.664.61 f 7.428.81, welk bedrag kan worden aangewend ter gedeeltelijke dekking van de bovengenoemde hoogere uitgaaf. Volgn. 582. Bijdrage aan de vereeniging Onder linge Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging" en aan de Af deeling Ziekenhuisverpleging van de Coöperatie Vooruit4.700. Aan de „Vooruit" behoeft over 1938 geen bijdrage te worden uitgekeerd, terwijl de bijdrage aan „de Onderlinge" f 7.300.zal bedragen. De op 12.000.uitgetrokken som kan derhalve met 4.700.worden verminderd. Volgn. 624a. Subsidie aan de Commissie voor de Meer Werk Actie ten behoeve van de te dezer stede te houden tentoonstelling van handel- en industrie en vakbekwaamheid2.000. De bovenbedoelde subsidie behoeft niet te worden uitgekeerd. Volgn. 710. Rente- en provisie van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen gelden De uitgaven blijven alsnog ruim f 500. beneden het thans nog beschikbare bedrag. Volgn. 717. Bijdrage aan Hoofdstuk XV van den kapitaaldienst Ten laste van de verschillende hoofdstukken moet worden gebracht 9.855.d.i. 745. minder dan de raming ad 10.600. 500.— 745.— Vermindering der uitgaven 1A.373.81 en 3°. door vermindering van: Volgn. 718. Onvoorziene Uitgavenmet f 3.806.08 Op dezen post is thans nog 3.806.08 beschik baar. Door hoogere ontvangsten kan worden gedekt 50.104.96 door overschotten op uitgaafposten 15.373.81 en door afschrijving van den post voor „Onvoorziene Uitgaven"3.806.08 Tezamen69.284.85 Derhalve moet thans nog een bedrag van 51.111.61 120.396.46 69.284.85) worden gevonden. Hiervoor kan worden beschikt over: 1°. het restant van de „Reserve voor alge- meene doeleinden" ad28.477.48 Zie de verhooging van volgn. 2a der ont vangsten van den gewonen dienst Bijdrage van Hoofdstuk XV van den Kapitaaldienst wegens beschikking over het saldo van de „Reserve voor algemeene doeleinden'''' gewijzigde omschrijving) met ƒ28.477.48, alsmede de verhooging van volgn. 949a der uitgaven van den kapitaaldienst Bijdrage aan Hoofdstuk I van den gewonen diensten de verlaging van volgn. 949 „Over boeking naar den dienst 1939 van het saldo van de Reserve voor algemeene doeleinden"beide met eveneens ƒ28.477.48. 2°. het nog beschikbare gedeelte van de hoogere uitkeering ingevolge art. 3, letter c, der wet financiëele verhouding over het uitkeerings- tijdvak 1937/1938. Bij beschikking van den Minister van Finan ciën d.d. 21 Maart j.l. werd medegedeeld, dat ter zake eene hoogere ontvangst zou worden genoten van 45.439.56, van welk bedrag, inge volge raadsbesluit van 17 April j.l. op den dienst 1939 25.000.werd gebruikt ten behoeve van de luchtbescherming, zoodat toen aan 20.439.56 nog geen bestemming was gegeven. Bij ministeriëele beschikking d.d. 28 Juni d.a.v. werd de hoogere uitkeering, ingevolge art. 3, letter c der financiëele verhoudingswet over het uitkeeringstijdvak 1937/1938 nader vastgesteld op 47.634.13 in totaal, zoodat thans nog beschikbaar is 22.634.13. Zie de toevoeging aan de ontvangsten van: Volgn. 4a. Verrekening der uitkeering uit het Gemeentefonds ingevolge art. 3, onder c dier wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad No. 388), zooals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 4 Maart 1935 Staatsblad No. 74) betreffende vroegere uitkeeringstijdvakken (de in het kalender jaar ontvangen uitkeeringen)22.634.13 Totaal120.396.46 Voorts moeten nog eenige wijzigingen worden aangebracht in verband met de uitgaven voor ondersteuning van werkloozen, waarvoor geen bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds wordt verkregen; voor het grootste deel dier uitgaven, zooals die voor B-steun, centrale werkplaats, cursussen voor jeugdige werkloozen enz. wordt wel subsidie uit 's Rijks-kas genoten. De netto ten laste van de gemeente blijvende kosten ter zake hebben 25.244.58 bedragen tegenover een geraamd bedrag van 25.402.13. Vervolgens moeten worden herzien de be- grootingsposten ter zake van het „Fonds voor huurverlaging van arbeiderswoningen gefinan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 1