MAANDAG 22 MEI 1939. 183
Conlaet-commissies.
(Voorzitter e.a.)
een functie bekleeden", terwijl in artikel 2 staat „deskundigen,
onder wie op het desbetreffende organisatorische gebied voor
aanstaande personen". Dit verschil kan bij de uitlegging van
de bedoeling van den Baad van beteekenis zijn.
De heer Wilmer is den Voorzitter dankbaar voor deze
interruptie en dacht reeds bij het gebruiken van de uit
drukking „een functie bekleeden," dat zij weieens verkeerd
kon worden uitgelegd. Het is niet zoozeer de bedoeling,
dat worden benoemd personen, die een functie in de organi
saties bekleeden, als wel dat worden aangewezen personen,
die op het terrein van de desbetreffende Contactcommissie
deskundig zijn en onder wie er voorkomen, die in de organi
saties klaarblijkelijk een vooraanstaande plaats innemen,
zonder deel van het bestuur uit te maken.
Het kan en zal voorkomen, dat onder de deskundigen,
die in de Contactcommissies worden benoemd, belang
hebbenden zijn, hetzij persoonlijk belanghebbenden, hetzij
groepsbelanghebbenden. Dat behoeft echter geen bezwaar
te zijn, mits men de Contactcommissies met wijsheid samen
stelt en daarin alleen personen kiest, die het persoonlijk
belang of het groepsbelang willen en kunnen beoordeelen
in het licht van het algemeen belang en van het belang der
gemeente Leiden, indien men dus, gelijk spreker bij de
behandeling van de begrooting heeft gezegd, personen be
noemt, wier integriteit buiten alle verdenking staat. Het
behoeft immers ook niet per sé een bezwaar te zijn, dat
Eaadsleden als zoodanig dikwijls voor beslissingen komen
te staan, waarbij hun persoonlijk belang, of de belangen
van de sociale, politieke of godsdienstige groep, waartoe
zij behooren, zijn betrokken; het kan zelfs een voordeel
zijn, mits deze personen die belangen weten te zien, zooals
zij ze moeten zien, n.l. in het licht van het algemeen belang,
in casu van het belang der gemeente Leiden.
Het is uitstekend, dat men begint met een klein aantal
Commissies. Men kan later constateeren, hoe de Commissies
hebben gewerkt en of zij inderdaad in de praktijk datgene
zijn, wat men er thans van verwacht. Zij zijn geenszins
beperkt in haar taak, integendeel, haar wordt daaromtrent
geen enkele beperking opgelegd. Zij kunnen zich zoo breed
mogelijk ontwikkelen op het terrein, waarvoor zij zijn aan
gewezen, en haar werkzaamheid over dit geheele terrein
uitstrekken.
De heer van Weizen vreest, dat de resultaten van den
arbeid der Commissies in elk geval niet zullen beantwoorden
aan de verwachtingen, welke men er thans van koestert.
Dit is nu een pessimisme, dat spreker van den heer van
Weizen niet verwacht had. Ten hoogste zou men naar sprekers
meening kunnen zeggen: de mogelijkheid bestaat, dat de
resultaten niet beantwoorden aan de verwachtingen. Spreker
is optimist, maar reëel optimisthij erkent, dat de mogelijk
heid bestaat, dat de Contactcommissies niet aan de ver
wachtingen zullen beantwoorden, maar daartegenover acht
spreker de mogelijkheid, dat die Contactcommissies wel
aan haar doel zullen beantwoorden veel grooter; en de kans,
om die mogelijkheid te verwezenlijken, is des te grooter
naarmate de keuze van de leden van die Commissies beter is.
Wanneer daarin werkelijk deskundige personen worden
benoemd, die hun kunde en kennis willen wijden aan de
behartiging der belangen van de gemeenschap, voorzoover
die op het terrein van het gemeentebestuur liggen, dan
kunnen deze Contactcommissies ongetwijfeld zeer goed
werk verrichten. Volgens den heer van Weizen zal de berg
een muis baren, maar de Commissie heeft niet de pretentie,
den Eaad een berg voor te zetten, een voorstel voor te
leggen, bij aanneming waarvan het aanzien der gemeente
Leiden zal veranderen. Bij de indiening van dit voorstel
is de Commissie heel nuchter gebleven; zij heeft gezegd:
er kan veel goeds uit geboren worden, maar toch maat
schappelijk niet zooveel, dat hetgeen de Contactcommissies
door haar adviezen tot stand zullen brengen verbazing
wekkend zal zijn. Ongetwijfeld echter zullen de Contact
commissies zeer goed werk tot stand kunnen brengen.
De heer van Welzen vraagt welke eigenlijk de bedoeling
van deze Commissies is. Het verwondert spreker, dat de
bedoeling daarvan den heer van Welzen uit de artikelen
van de voorgestelde verordening en uit de schriftelijke toe
lichting nog niet duidelijk is. De bedoeling is: vaste inschake
ling van het zich steeds meer organiseerend maatschappelijk
leven in de behartiging der Leidsche huishouding; dit zal
aan een kostbaren schat van kunde en energie de gelegenheid
bieden zich met grootere intensiteit te wijden aan de be
hartiging van het algemeen belang der gemeente Leiden.
(Eede van spreker in de vergadering van 21 Januari 1935, bl.16).
De heer van Eek zegt, dat deze Contactcommissies op
Contact-commissies.
(van Eek.)
een andere wijze geboren zullen worden dan de Contact
commissies in Nijmegen en waarschijnlijk in de toekomst
ook die in Amsterdam. In Nijmegen zijn de Contactcom
missies geboren op aandrang uit de burgerij; in Amsterdam
is vijf jaren geleden op voorstel van den heer Eomme en
eenige andere raadsleden een onderzoek ingesteld naar de
wenschelijkheid van dergelijke Commissies, welk onderzoek
zich ook heeft uitgestrekt tot de verschillende maatschappe
lijke organen; de overgroote meerderheid van deze maat
schappelijke organen heeft de wenschelijkheid van dergelijke
Commissies uitgesproken en acht dus contact wel wenschelijk.
In Leiden weet men echter nog niet, hoe de burgerij en de
lichamen, die in die Contactcommissies vertegenwoordigd
zullen worden, hierover denken. Het is in elk opzicht een
proefneming en daarom heeft spreker het voorstel in den
vorm, waarin het nu is ingediend, van harte gesteund.
In de Commissie ad lioc behoorde spreker tot de strooming,
die in de minderheid is gebleven, maar omdat men ten
slotte tot hetzelfde resultaat zal kunnen komen, heeft hij
zich neergelegd bij de meening, welke in de voorgestelde
bepalingen is belichaamd.
Het heeft spreker voor oogen gestaan, dat dit is de eerste
bescheiden stap in de richting van het stichten van nieuwe
organen. De parlementaire arbeid bestrijkt op het oogenblik
een zoo groot gebied, dat degenen, die dezen arbeid moeten
verrichten, niet altijd de noodige deskundigheid bezitten,
waarom het gewenscht is uit te zien naar andere organen,
die deze deskundigheid kunnen aanvullen.
Bovendien bestaat het gevaar, dat wanneer de parlemen
taire arbeid zich sterk uitbreidt en de Overheid zich veel
gaat bemoeien met de maatschappelijke verhoudingen,
besluiten en maatregelen worden genomen, die niet over
eenstemmen met de eischen van de praktijk, waarom het
gewenscht is uit te zien naar steun van buiten.
Het zou het meest gewenscht zijn, dat de Contactcom
missies werden samengesteld uit vertegenwoordigers van
de verschillende maatschappelijke organen, waardoor de
parlementaire lichamen bij hun arbeid steun ontvangen
van een reeks van organen, die op bepaalde gebieden mogen
geacht worden deskundig te zijn.
Men heeft dezen weg gevolgd in Nijmegen en zal hem
ook volgen in Amsterdam bij aanneming van het rapport
der Commissie betreffende de inschakeling van organisaties
van gemeentenaren in de huishouding van de gemeente.
Op bepaalde punten aldus wordt de figuur nemen
de Overheidsorganen geen besluit zonder dat zij in de ge
legenheid zijn gesteld om den maatschappelijken organen,
die op het desbetreffende gebied werkzaam zijn, advies te
vragen of zonder dat die organen zelfstandig advies hebben
uitgebracht. Men brengt hiertegen in, dat op die manier de
parlementaire verantwoordelijkheid wordt verzwakt. Indien
dit inderdaad het geval was, zou spreker er een tegenstander
van zijn, want hij is geen voorstander van gedeelde ver
antwoordelijkheid en meent, dat ten slotte de Overheids
organen, de parlementaire vertegenwoordigers de volle ver
antwoordelijkheid moeten dragen, wat zij echter gemakke
lijker kunnen doen, wanneer zij geen besluiten nemen voor
dat zij advies hebben ingewonnen van bedoelde organen.
In de Commissie ad hoe heeft spreker zich bij de meening
van de leden, die van oordeel waren, dat men vooral moest
letten op de benoeming van deskundigen, neergelegd, omdat
daarbij onder „deskundigen" ook verstaan werden zij, die
op een bepaald gebied vooraanstaande personen zijn en
waarschijnlijk (maar dit behoeft niet) deel uitmaken van
besturen van maatschappelijke organen. Men krijgt dus
toch een zeker contact tusschen aan den eenen kant personen,
die deskundig zijn en aan den anderen kant personen, die
ook naar sprekers meening vooral deskundig zijn, omdat zij
werken op het gebied, waaromtrent men advies vraagt.
In de practijk zal het dus hierop neerkomen, dat de arbeid
van de parlementaire lichamen en van de Overheidslichamen
gesteund wordt door adviezen, komende gedeeltelijk van
personen, op een bepaald gebied werkzaam, gedeeltelijk
van personen, om hun deskundigheid gekozen. Daardoor
wordt de vruchtbaarheid van den parlementairen arbeid
bevorderd, hetgeen spreker een groot voordeel acht.
Nu zegt de heer van Welzen: er komen zoo weinig Contact
commissies, slechts drie, terwijl er in Nijmegen twee meer zijn.
In Nijmegen is er een Contactcommissie voor het vreemde
lingenverkeer; die is hier niet noodig; in Leiden heeft men
de Eeclame-commissie Stad Leiden, die goed werk doet.
Wel zou het mogelijk zijn, hier een Contactcommissie voor
de verbruikers in te stellen, zooals er ook in Nijmegen een
bestaat; spreker is daarvan wel een voorstander, maar hij
acht dit niet van zoo groot belang om daartoe een voorstel
te doen; hij acht het beter eerst eens de resultaten van de