MAANDAG 20 F
'EBRUARI 1939.
Gemeentebegr ooting Algemeene beschouwingen.
(Brnggaar e.a.)
cieele argument, voor hem wel zwaar woog, maar dat ander
zijds hem ook zeer ter harte ging het lot van de armen en dat
het in dezen gaat om het arme kind. Datzelfde argument geldt
nu ook nog; wanneer er toen armoede was, dan is de toestand
nu niet beter. Toen, evenmin als nu, waren de ouders in staat
voeding te geven. Ook de heer Eikerbout verklaarde toen
(Handelingen 1935, blz. 104) huiverig te zijn tegen spreeksters
voorstel tot voortzetting der voeding tijdens de vacanties te
stemmen.
Ook de heer van der Heijden kon het toen niet over zich
verkrijgen tegen te stemmen. Spreekster hoopt dan ook zeer
sterk, dat zij, die het toen niet durfden, ook thans, nu de
omstandigheden hetzelfde zijn gebleven, hun stem niet zullen
geven aan het voorstel van de meerderheid van het College.
De verdere vooruitzichten zijn ook niet geruststellend,
want toen in de sectievergaderingen werd gesproken over de
verstrekking van schoenen in plaats van klompen, meende
men, dat daaromtrent naderhand een beslissing genomen
moest worden. Een goed verstaander heeft maar een half
woord noodig! Spreekster vreest zeer ernstig, dat indien het
de meerderheid van het College thans gelukt de meerderheid
van den Raad achter zich te krijgen, de Raad spoedig een
voorstel zal ontvangen om weer klompen in plaats van
schoenen te verstrekken.
De Roomsch-Katholieke en protestantsch-christelijke afge
vaardigden dienen te denken niet alleen aan de financiën,
maar ook aan het feit, dat de arbeiders van deze beslissing
nota zullen nemen.
De heer Eikerbout acht het van groot belang, dat het
College jaarlijks den hoofden van takken van dienst schrifte
lijk verzoekt voor het komende jaar de grootst mogelijke
zuinigheid te betrachten. Het is alleszins verklaarbaar, dat
de diensten op het een of ander kunnen bezuinigen. Wanneer
men echter Raadsbesluiten moet uitvoeren, wordt het
moeilijker bezuinigingen toe te passen, tenzij de Raads
besluiten worden gewijzigd. Toch heeft het College aan
leiding gevonden om ook tot het bestuur van de Vereeniging
voor Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding dit schrif
telijk verzoek te zenden, dat in dit bestuur ernstig is bezien.
Het bestuur vond het wel vreemd, dat het dit verzoek
ontving, omdat het slechts de uitvoerder van Raadsbesluiten
is, maar was ook van oordeel, dat het College door de om
standigheden tot het doen van dit verzoek gedwongen was.
Het bestuur kon niets anders mededeelen dan dat bezuiniging
feitelijk niet mogelijk was, indien de Raad niet besloot op
sommige punten een wijziging aan te brengen.
Een belangrijke factor is het Raadsbesluit betreffende de
verstrekking van schoenen in plaats van klompen. De
schoenen zijn van deugdelijke kwaliteit; de prijzen van de
jongensschoenen varieeren, al naar de grootte, van 2.33
tot 3.51 per paar; die van meisjesschoenen vanaf 1.99
tot 2.84 per paar. Men bedenke daarbij, dat het genomen
besluit aanleiding geworden is, dat velen, die voorheen niet
voor klompen in aanmerking wilden komen, zich thans,
voor het ontvangen van schoenen lieten inschrijven, zonder
dat zij van de schoolkindervoeding gebruik willen maken.
Spreker weet echter nog niet zeker, of men met het ver
strekken van schoenen wel in het belang van de kinderen
heeft gehandeldde ouders zijn niet in staat de schoenen
behoorlijk te laten maken, terwijl ook sommige ouders te
weinig aandacht aan reparatie schenken. Volgens een ruwe
schatting komen ongeveer 15 van de kinderen eerder
voor klompen dan voor schoenen in aanmerking. Bij een
gehouden contróle is dit wel duidelijk gebleken. Bij de uit
reiking van zomerkleeding had tevens contróle op de schoenen
plaats. Van vier kinderen uit één gezin waren de schoenen
geheel opzoowel de binnen- als de buitenzolen waren geheel
weggeloopen. Dit gezin kwam voorloopig nog niet in aan
merking voor nieuwe schoenen. Waar de schoenen ongeveer
vijfmaal zoo duur zijn als klompen is door het bestuur voor
de schoenen ook als regel een vijfmaal langeren levensduur
dan voor de klompen gesteld. Bij elke maand, dat de levens
duur korter is, zou het bedrag voor schoenen'met 1/10 moeten
worden verhoogd, waardoor de begrooting belangrijk hooger
zou stijgen. Er zijn gevallen aan te wijzen, dat de schoenen,
nadat men ze 10 maanden gedragen had, nog zóó waren dat
het nieuwe paar alleen voor den Zondag kon worden bestemd,
totdat de andere versleten waren. Dergelijke gevallen be
lmoren echter tot de uitzonderingen, daar niet alle menschen
daartoe in staat zijn, maar toch zal men hiermede rekening
moeten houden, wil men niet voor moeilijker gevallen komen
te staan.
Dat de verstrekking van schoenen niet in het belang van
alle kinderen is, bewijst het volgend overzicht uit de notulen,
betreffende de contróle, die uitgeoefend is. Een paar schoenen
Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen.
(Eikerbout.)
was na 2 maanden niet meer te dragen6 paar na 3 maanden,
40 paar na 4 maanden, 5 paar na 5 maanden, 11 paar na
6 maanden, 21 paar na 7 maanden, en 4 paar na 8 maanden.
Verder waren er 33 paar meisjesschoenen, die men van
hooge tot lage schoenen gemaakt had, terwijl 45 paar hoog
noodig gerepareerd moesten worden, wilde men ze den
daarvoor gestelden tijd nog kunnen gebruiken. De schoenen
zelf zijn goede, sterke schoollaarzen. Spreker kan begrijpen,
dat het bestuur deze verstrekking van schoenen nog eenigen
tijd wil aanzien, alvorens een oordeel daarover uit te spreken.
Wat betreft de verstrekking van schoolvoeding tijdens de
vacanties, is uit een ingesteld onderzoek gebleken, dat in
de vacanties een belangrijk aantal kinderen geregeld weg
blijven. Dit was reeds aanleiding om minder voedsel te
bestellen, maar ondanks dezen maatregel heeft men dagelijks
een groot overschot. Zoo komen bij den heer Caro geregeld
115 kinderen in aanmerking voor voeding, doch in den
vacantietijd zijn er nooit meer dan 35. Hetzelfde verschijnsel
is overal waar te nemen, zoodat men tot de conclusie kwam,
dat in de vacanties niet meer dan 25 a 30 van de kinderen
van de voeding gebruik maken. Daarbij komen de kosten
voor de aanschaffing van extra-hulp, zoodat het feitelijk de
moeite niet loont om gedurende de vacanties (met uitzondering
van de Kerstvacantie) met de verstrekking van voeding door
te gaan. Afgezien nog van de principieele gedachte, die de
vereeniging voorstaat, n.l. om door voeding het school
verzuim tegen te gaan, is het in geen enkel opzicht gewettigd
om voor zoo'n klein aantal deelnemers aan de voeding
daarvoor een bedrag van 3.500.(naar raming) te besteden.
Waar het mogelijk is hier te bezuinigen, is er gereede
aanleiding om zich met het denkbeeld van de meerderheid
van het College te vereenigen.
Een woord van dank aan het bestuur der Vereeniging,
mede in verband met de werkzaamheden, die het tijdens de
periode van de kinderverlamming heeft verricht, is hier zeer
zeker op zijn plaats.
Wanneer men als gedelegeerde van den Raad bekend is
met de verschillende werkzaamheden van het bestuur, kan
men zeggen, dat het bijzondere toewijding toont. Van zelf
genoegzaamheid is bij het bestuur geen sprake.
Toen spreker destijds zeide huiverig te zijn om de ver
strekking van schoolkindervoeding gedurende de vacanties
te staken, waren hem nog niet bekend de percentages, die
het College in het praeadvies heeft medegedeeld, anders zou
hij niet zoo hebben gesproken. Het verblijdt spreker, dat
mevrouw Braggaar erkent, dat de meerderheid van het
College alleen uit noodzaak dit voorstel heeft gedaan.
Wat de volkshuisvesting en de stadsontwikkeling betreft,
verwondert het spreker sterk, dat nog geen beslissing is
genomen omtrent de bestemming van het open terrein aan
de Heerengracht. Men schijnt thans voornemens te zijn
daar een gebouw voor den dienst van Sociale Zaken en de
Arbeidsbeurs te zetten; in elk geval is het met het oog op
de bestrijding van de werkloosheid gewenscht, dat spoedig
hieromtrent een besluit wordt genomen.
Hetzelfde geldt ten aanzien van de verschillende saneerings-
plannen. Een dezer dagen vernam spreker in een vergadering
van den Nationalen Woningraad omtrent de opruiming van
krotten cijfers, die iedereen versteld moeten doen staan. De
steun, die alleen aan de bouwvakarbeiders over het geheele
land wordt betaald, is reeds voldoende om elk jaar 5.000,
dus in 12 jaar de thans bestaande 60.000 krotwoningen door
goede woningen te vervangen. Het is van zeer groote be-
teekenis, dat men in verschillende politieke partijen personen
aantreft, die van oordeel zijn, dat van Rijkswege moet
worden ingegrepen en het Werkfonds zijn medewerking moet
verleenen door gelden tegen een lage rente beschikbaar te
stellen. Ook de heer Smeenk, lid van de Tweede Kamer, is
van oordeel, dat de huiseigenaren dit werk niet kunnen doen
en van concurrentie in dezen geen sprake zal kunnen zijn.
Spreker veronderstelt, dat er in Leiden ook nog wel een
beduidend aantal krotwoningen in aanmerking komen om
te worden vervangen door nieuwe woningen. Spreker hoopt,
dat de in voorbereiding zijnde plannen spoedig in dat stadium
zullen zijn, dat tot uitvoering kan worden besloten.
Spreker heeft het voorstel gedaan, den bouw en de exploi
tatie van de woningen van het saneeringsplan Geeregracht
4de Binnenvestgracht op te dragen aan de woningbouw-
vereeniging „Eensgezindheid", welk voorstel is gesteld in
handen van het College om praeadvies, uit te brengen tegelijk
met het voorstel inzake den nieuwbouw. Welke beteekenis
hebben die woorden? Ligt het in de bedoeling, dit praeadvies
uit te brengen voordat een bouwplan voor het betreffende
saneeringsplan is ontworpen of bij de indiening van een
uitgewerkt voorstel met bouwplan? Dit laatste acht spreker
niet mogelijk, tenzij men de betrokken vereenigingen gepolst
02