MAANDAG 20 FEBRUARI 1939.
57
Gemeentebeg rooting Algemeene beschouwingen.
(Würtz e.a.)
worden en aan de werkloosheid paal en perk kan worden
gesteld, want ook den Wethouder van Sociale Zaken zal het
toch wel duidelijk zijn, dat op deze wijze toch niet zal kunnen
worden doorgegaan. Heeft het College zich op dit punt reeds
bezonnen, heeft het reeds zich een denkbeeld gevormd om tot
vermindering van de uitgaven te geraken en zoo neen, acht
het dan thans den tijd niet gekomen daartoe een uitvoerig
plan in studie te nemen?
Met alle kunstgrepen is deze begrooting nu weer sluitend
gemaakt. Tot deze kunstgrepen behoort ook weder de lial-
veering van de premie voor het Ongevallenfonds, waartegen
spreker zich zoowel in 1937 als in 1938 óm technische redenen
verzet heeft. Spreker gaat verder niet in op hetgeen dienaan
gaande in de Memorie van Antwoord is te berde gebracht,
daar dit op het oogenblik slechts theoretische waarde hebben
zou, aangezien het College het geld noodig heeft om de be
grooting sluitend te maken. In principe blijft spreker dezen
maatregel echter verkeerd achten, zooals elke afwijking van
den gewonen regel in deze materie verkeerd is te achten. Als
een enkel uitzonderingsgeval kan het er misschien mee door,
maar op den duur is dit toch niet mogelijk. In elk geval is
deze maatregel een abnormaliteit. Het doet spreker ge
noegen, dat de Wethouder van Financiën na de discussies
in 1938 en 1937 dit nu ook schijnt in te zien, want op blz. 116
van het Ingekomen Stuk No. 184 van 1938 spreekt hij van
„slechts de helft van de normale premie". Spreker neemt
daarvan gaarne acte en behoudt zich voor, zoo noodig, nader
op dit punt terug te komen.
Ten aanzien van het grondbedrijf der gemeente schijnt
er in sommige kringen ontevredenheid te bestaan omtrent den
verkoop van gemeentegronden aan particulieren; althans, in
een ingezonden stuk in het Leidsch Dagblad van 14 Februari j .1.
wordt door den schrijver eenige critiek geoefend. Beweerd
wordt o.a., dat voor gronden aan den Wassenaarscheweg
een prijs werd gevraagd van 11.a 12.per M2. en een
bod van ƒ9,50 a ƒ10.per M2. werd geweigerd, terwijl
onlangs terrein werd verkocht voor 6,40 per M2. Hierin
schijnt een zekere tegenstrijdigheid te liggen; het vereischt
een nadere verklaring, waarom voor 6,40 werd verkocht,
nadat een bod van 9,50 a 10.werd geweigerd. Is deze
bewering op waarheid gegrond en zoo ja, dan verzoekt spreker
eenige toelichting daarop.
In de sectie heeft spreker er op aangedrongen, voortaan
aan gemeente-ambtenaren geen toestemming te verleenen
tot het vervullen van bezoldigde nevenbetrekkingen. Spreker
acht het in den tegenwoordigen tijd van groote werkloosheid
onjuist, dat personen, die een behoorlijk inkomen hebben,
nog nevenbetrekkingen of -functies vervullen, die gesala
rieerd worden, terwijl talloozen, onder wie vele jeugdige
intellectueelen, rondloopen zonder werkkring, die er naar
snakken op een behoorlijke wijze iets te verdienen. Het ont
breekt zulken menschen aan sociaal verantwoordelijkheids
gevoel; voor hen is de rede van Hare Majesteit de Koningin
over geestelijke en moreele herbewapening, waarvan het
leidend motief was: Draagt elkanders lasten, slechts een
klank geweest, die het eene oor in en het andere uit ging. Dit
hebben zij echter met hun eigen geweten uit te maken, maar
van de Overheid, voor wie het werkloosheidsvraagstuk een
voortdurende, drukkende last is, mag verwacht worden, dat
zij dergelijke wanverhoudingen niet in de hand werkt.
Daarom dringt spreker er bij het College op aan, voortaan
aan ambtenaren in dienst der gemeente geen toestemming
meer te verleenen tot het vervullen van, in welken vorm ook,
gesalarieerde nevenbetrekkingen of functies, en de reeds be
staande vergunningen in te trekken.
De heer Snel sluit zich aan bij de woorden van waardeering,
die men gesproken heeft over datgene, wat het College in
deze zittingsperiode heeft tot stand gebracht, waarbij hij
speciaal denkt aan de manier, waarop het College in de
laatste jaren de verkeersmoeilijkheden door middel van den
bouw van bruggen tracht te verbeteren. De bouw van deze
bruggen draagt voor een niet onbelangrijk gedeelte bij tot
de verfraaiing van de stad, waardoor haar aantrekkelijkheid
grooter wordt, en tot verruiming van de werkgelegenheid,
welke verruiming in verband met het nog steeds abnormaal
hooge werkloozenpercentage noodzakehjk is.
Het antwoord van het College aan hen, die in de secties
aandrongen op werkverruiming en werkverschaffing is minder
bevredigend. Spreker had gehoopt, dat toen het er naar
uitzag, gelet op de circulaire van den Minister van Sociale
Zaken, d.d. 9 Mei 1938, dat de Regeering een ander standpunt
ging innemen ten aanzien van het beschikbaar stellen van
gelden voor werkverruiming en werkverschaffing, het College
niet bescheiden zou zijn geweest met het indienen van de
noodige voorstellen tot uitbreiding van de werkgelegenheid
Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen.
(Snel.)
en aan de Regeering een aantal werkobjecten zou hebben
medegedeeld, welke naar het oordeel van het College voor
uitvoering in werkverruiming in aanmerking kwamen. Heeft
het College dit gedaan?
In den laatsten tijd maakt men misbruik van de werk
verschaffing. Tal van objecten, die als volkomen normaal
werk moesten zijn uitgevoerd, kwamen in werkverschaffing
tot stand, waardoor het herstel van een meer normalen
toestand in hooge mate werd belemmerd.
In de sectievergadering heeft spreker gevraagd, of het
College in de Memorie van Antwoord wilde mededeelen,
welke plannen het inzake de uitbreiding van de werkgelegen
heid in voorbereiding heeft.
Burgemeester en Wethouders antwoorden hierop, dat naar
hun meening naast de sport- en speelvelden nabij den Leid-
schen Hout nog voor uitvoering in werkverschaffing in aan
merking komen de doortrekking van den Wassenaarscheweg,
waartoe reeds geruimen tijd geleden is besloten, het maken
van een open zweminrichting, het verbeteren van de Hooi
gracht, met vernieuwing van de Gepekte brug, terwijl met
den Inspècteur voor de Werkverschaffing en via dezen met
den Minister van Sociale Zaken nog over andere en ook
kleinere in werkverschaffing uit te voeren werken overleg
wordt gepleegd. Burgemeester en Wethouders herinneren er
hierbij nog aan, dat naar hun meening voor uitvoering in
werkverschaffing slechts die werken in aanmerking komen,
die anders niet of niet dadelijk ter hand genomen zouden
worden. Dit antwoord en ook de genoemde werken zijn
onbevredigend. Zijn dit nu werken om in werkverschaffing
te worden uitgevoerd? Is dit al het werk, in Leiden voor
radig? Is voor de uitvoering van deze werken een beroep
gedaan op het Werkfonds? Welke is de reden, dat geen voor
stellen bij de Regeering zijn ingediend om bepaalde werken
in werkverruiming te doen uitvoeren (de Memorie van Ant
woord spreekt alleen van werkverschaffing)? Wanneer het
College meent, dat dit werken zijn, die voor uitvoering in
werkverschaffing in aanmerking komen, dan is men ver
afgedwaald van de grondslagen, waarop enkele jaren ge
leden de uitvoering van werkobjecten in werkverschaffing-
werd gebaseerd, waarbij als regel werd vastgesteld, dat slechts
die objecten in aanmerking komen, die indien er geen groote
werkloosheid was, niet, althans voorloopig niet voor uit
voering in aanmerking zouden komen. Nu kan men toch
niet ontkennen, dat de bouw van een tweede open zwem
inrichting noodzakehjk is, dat voorts de doortrekking van
den Wassenaarscheweg, ten aanzien waarvan helaas reeds
is besloten tot uitvoering in werkverschaffing, en ook de
verbetering van de Hooigracht en de Gepekte brug, normale
onderhouds- of verbeteringswerkzaamheden zijn. Spreker
betreurt dan ook, dat op het programma geen werken voor
uitvoering in werkverruiming voorkomende opgesomde
werken moeten naar sprekers meening stellig als werk
verruimingsobjecten worden uitgevoerd. Nu kent spreker
wel de oorzaak van de verkeerde ontwikkeling van de werk
verschaffing; de financieele moeilijkheden, waarin de ge
meente verkeert, geven in dezen den doorslag. Dat daardoor
echter de normale arbeidsmarkt nog verder ontwricht wordt
en de werkloosheid grooter blijft dan anders het geval zou
zijn, schijnt men over het hoofd te zien, evenals het feit,
dat tegen lager loonen moet worden gewerkt en de betrokken
arbeiders als werkloozen blijven behandeld en slechts ge
steunde werkloozen, en thans ook kleine zelfstandigen, voor
dezen arbeid in aanmerking komen. Spreker maakt dan
ook ernstig bezwaar tegen het uitvoeren van deze werken
in werkverschaffing.
Of een werk al dan niet in werkverschaffing moet worden
uitgevoerd, moet worden beslist door aard en karakter van
het werk, niet door de financieele positie van de gemeente,
die het werk uitvoert. Het wordt de hoogste tijd, dat aan
den nu bestaanden toestand een einde komt. Krachtige
aandrang op de Regeering tot het beschikbaar stellen van
gelden voor werkverruiming is noodzakehjk.
De bezwaren tegen uitvoering van dergehjke werken en
ook van grondwerk in werkverschaffing zijn vele. Behalve
de bezwaren, door den heer van Eek reeds genoemd, zijn er
nog deze: allereerst de loonen en arbeidsvoorwaarden en
in de tweede plaats de uitschakeling van de arbeiders, die
dit werk uit hoofde van hun beroep anders zouden doen.
In de derde plaats blijft de arbeider verkeeren in de sfeer
van de werkloosheid en blijft hij onder contröle staan, wat
de inkomsten van zijn gezin betreft.
Bij uitvoering in werkverschaffing houdt men geen rekening
met het beroep, dat de te werk te stellen arbeiders voorheen
hebben uitgeoefend. Vaak worden arbeiders aan grondwerk
gezet, die behalve de routine of de vakkennis ook de lichame
lijke kracht missen om dit werk te verrichten. Voor vele