GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 17 ISeBKOHEN STVKHES. N°. 30. Leiden, 14 Februari 1939. In den bij de ontwerp-begrooting voor 1939 behoorenden geleide-brief gaven wij te kennen, dat naar onze meening ernstig diende te worden nagegaan, in hoeverre de gemeente lijke uitgaven wegens het verstrekken van schoolkinder voeding, -kleeding en -schoeisel konden worden verminderd en deelden wij mede, dat wij daarover in overleg waren ge treden met het bestuur der Yereeniging voor schoolkinder voeding en schoolkinderkleeding. Bij dat overleg bleek al aanstonds, dat bezuiniging feitelijk alleen mogelijk zou zijn door: a. afschaffing van de voeding gedurende de vacanties; b. het wederom verstrekken van klompen in plaats van schoenen. Wat het sub a. bedoelde punt betreft, is de meerderheid in ons College, met het bestuur der vereeniging, van ge voelen, dat tot afschaffing van de voeding gedurende de vacanties (uitgezonderd de Kerstvacantie) behoort te worden overgegaan. Zij grondt deze, hare, meening, in de eerste plaats op het feit, dat blijkens het betrekkelijk gering aantal aan de vacantievoeding deelnemende kinderen, van een algemeene behoefte aan het verstrekken van voedsel in de vacanties geen sprake is. Immers daalde dat aantal in de zomer- vacantie aan enkele scholen tot niet minder dan 25 (dat is dus met en in de Kerstvacantie dus in den meest ongunstigen tijd van het jaar gemiddeld toch nog tot 60 H.i. behoeft het dan ook geen verwondering te wekken, dat slechts enkele gemeenten in de vacanties voeding verstrekken. Bedenkt men dan nog, dat de kosten van'kindervoeding, -kleeding en -schoeisel van 20.000.in 1930 tot ruim 54.000.in 1938 zijn gestegen, dat het niet uitgesloten moet worden geacht, dat de verbetering van de hoedanig heid van het voedsel bovendien nog een niet onbelangrijk bedrag zal vereischen en dat daarentegen de financiëele toestand der gemeente steeds grooter zorgen baart, dan acht de meerderhêid in ons College het gezien ook wat in verreweg de meeste andere gemeenten ter zake van kindervoeding, -kleeding en -schoeisel wordt gedaan, niet alleen gewettigd, doch noodzakelijk den door haar aanbevolen maatregel, n.l. stopzetting van de z.g.n. vacantie voeding, te nemen. Hierbij komt nog, dat de afschaffing van de vacantie voeding, waarmede een besparing, van, naar raming, 3.500.per jaar zou worden verkregen, naar hare mee ning niet van invloed zal zijn op het geregeld schoolbezoek. Mochten er al enkele leerlingen zijn, voor wie die afschaffing met het oog op hun gezondheidstoestand schadelijk zou blijken te zijn, dan ligt het meer op den weg van andere instanties dan op dien van de Yereeniging voor school kindervoeding en -kleeding om daarin te voorzien. In dit verband wijst de meerderheid er ook nog op, dat het verstrekken van voeding gedurende de vacanties aan een betrekkelijk gering aantal leerlingen onevenredig duur is, doordat de vereeniging in dien tijd, wegens afwezigheid van het onderwijzend personeel, veel, betaalde, krachten in dienst moet nemen. Bovendien acht de meerderheid het nog de vraag, of de kinderen, die thans in de vacanties aan de voeding deel nemen, die voeding meer noodig hebben, dan degenen, die alsdan niet aan de voeding deelnemen. De voortdurende stijging van de kosten van kindervoe ding, -kleeding en -schoeisel vervult ook de minderheid in ons College met groote zorg; die stijging toch wijst h.i. op den algemeen ongunstigen financiëelen toestand, waarin een steeds groeiend deel der arbeidersbevolking komt te verkeeren. En nu komt het haar voor, dat waar het h. i. wel vast staat, dat de normen voor toelating tot de voe ding niet te hoog zijn en de kinderen, die thans aan de voeding in de vacanties deelnemen, die voeding toch ook wel dringend noodig zullen hebben, het juist in de tegen woordige, voor zoo velen ongunstige, omstandigheden, niet verantwoord zou zijn de voeding in de vacanties stop te zetten. Yerder is zij van oordeel, dat al mag dan van ondervoeding thans wellicht nog niet kunnen worden ge sproken, de algemeene gezondheidstoestand der kinderen toch ook weer niet van dien aard is, dat men zonder ge vaar tot stopzetting van de vacantievoeding kan overgaan. Te minder acht de minderheid daartoe aanleiding, nu niet is gebleken, dat bij hoogere instanties tegen het verstrekken van voedsel in de vacanties op zich zelf bezwaar bestaat. Wat betreft het wederom verstrekken van klompen in plaats van schoenen, waardoor een besparing van vermoedelijk 3.900.zou kunnen worden verkregen, komt het ons College voor, dat met het verstrekken van schoenen nog te weinig ervaring is opgedaan, om thans reeds een bepaalde conclusie te kunnen trekken. Om die reden zouden wij eerst over eenigen tijd in deze een beslissing wenschen te zien genomen. Op grond van het vorenstaande en met verwijzing naar de ter visie gelegde stukken, geven wij, als College, U mits dien in overweging te besluiten aan het bestuur der Ver eeniging voor schoolkindervoeding en schoolkinderkleeding te verzoeken voortaan in de vacanties (uitgezonderd de Kerstvacantie) geen voeding te verstrekken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. Ifag - - 1 i r i i i li

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 1