4
flatbouw zooals op de mede overgelegde kaart I nader is
aangegeven, en voorts onder de overgelegde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welk. van Leiden.
N°. 16. Leiden, 12 Januari 1939.
In den loop van Augustus van het vorige jaar dienden
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec-
triciteit bij ons College een voorstel tot wijziging van de
Electriciteitsverordening in, waarbij naast eenige andere
tariefswijzigingen een niet onaanzienlijke verlaging van het
winkeltarief werd voorgesteld. Aangezien bij invoering van
de nieuwe tarieven de gemeente volgens mededeeling van
Commissarissen een bedrag van rond 30.000.per jaar zou
derven, indien zij althans niet tot een vermeerdering van het
stroomverbruik leidden, konden wij, mede in verband met de
moeilijkheden, welke wij bij het sluitend maken van de
gemeente-begrooting ondervonden, aanvankelijk geen vrij
heid vinden dienovereenkomstig een voorstel aan Uw Ver
gadering te doen. Wij namen ons echter, zooals wij in den
geleide-brief (Ingek. Stukken No. 184) reeds mededeelden,
voor, de financieele gevolgen van de beoogde tariefswijziging
nader na te gaan, waarna wij zouden beslissen of en in welken
vorm een voorstel ter zake aan Uw Vergadering diende
te worden gedaan.
Naar aanleiding nu van de door ons gestelde vraag, of
het bij nadere overweging niet mogelijk was een dusdanig
voorstel in te dienen, waardoor de gemeente-begrooting
voor 1939 niet ongunstig werd beïnvloed, deelden Commis
sarissen ons dd. 31 December j.l. mede, dat de tweede helft
van 1938 een zoodanige ontwikkeling van het electriciteits-
verbruik te zien had gegeven, dat het mogelijk zou zijn
door reserveering uit de overwinst van dat jaar de ver
mindering van inkomsten, welke uit het nieuwe winkeltarief
en het nieuwe tarief voor boerderijen, tuinderijen enz. zou
voortvloeien, op te vangen. Onder deze omstandigheden
hebben Commissarissen dan ook vrijheid gevonden een
nieuw voorstel ter zake in te dienen, dat slechts in geringe
mate van hun in Augustus j.l. gedaan voorstel afwijkt.
Met dit nieuwe voorstel, dat de gemeente-begrooting voor
1939 derhalve niet ongunstig beïnvloedt, kan ook ons College
zich vereeüigen; ter toelichting moge nog het volgende dienen.
Zooals uit het boven medegedeelde reeds kan zijn gebleken,
bevat het U hierbij aangeboden voorstel tot wijziging van
de Electriciteitsverordening in de eerste plaats een aan
merkelijke verlaging van het winkeltarief, waaraan in de
praktijk de behoefte is gebleken; vooral voor die winkeliers,
die een bepaalde licht-aansluitwaarde gedurende een groot
aantal uren per jaar gebruiken, zal het nieuwe tarief (art. Y,
tarief IV) voordeelig zijn. Invoering van dit tarief zal mede
tot gevolg hebben, dat ten behoeve van de middelgroote
en de kleinere winkels geen bijzondere overeenkomsten
meer zullen behoeven te worden gesloten.
In tegenstelling met het thans geldende winkeltarief,
waarbij het vaste recht wordt berekend naar de aansluit-
waarde in Deca-Watt, geldt bij het nieuwe winkeltarief de
naar bepaalde normen gemeten oppervlakte van den winkel
met daarbij behoorende ruimten als basis voor de berekening
van het vaste recht. Deze wijze van berekening heeft dit
voor op de thans gevolgde, dat ontduiking van het winkel
tarief bij het geldende tarief hierin bestaande, dat grootere
lampen worden ingeschroefd vrijwel onmogelijk wordt
gemaakt, zoodat de controle daarop een veel minder inten
sieve kan zijn.
Het nieuwe winkeltarief bevat voorts eenerzijds een be
veiliging tegen een te laag vast recht door de bepaling, dat
slechts een vermogen van ten hoogste 300 Watt per 10 m2
berekend oppervlak ter beschikking wordt: gesteld, ander
zijds beschermt het nieuwe tarievencomplex den winkelier
tegen een mogelijk hoogen stroomprijs, die in bepaalde
gevallen uit het vaste recht van het winkeltarief zou kunnen
voortvloeien, doordat voor hem de gelegenheid bestaat in
plaats van het winkeltarief van een van de beide kW-maxi-
mum-tarieven (art. V, tarieven VI en VII) of, indien ook
deze voor hem niet passend zouden zijn, van het dubbeltarief
(art. V, tarief II) gebruik te maken. In verband hiermede
is ook het dubbeltarief aanmerkelijk verlaagd door alle
kWh, buiten den spertijd boven de eerste 100 per maand
afgenomen, slechts tegen 4 cent te berekenen.
Door het nieuwe tarief krijgt men ook zeer ruime gelegen
heid om tegen lagen stroomprijs reclame-verlichting aan de
buitengevels te gebruiken en worden de bezwaren, die door
de winkeliers veelal in de weken vóór St. Nicolaas worden
gevoeld, ondervangen.
Door de hierboven vermelde verlaging van het winkel
tarief kan geacht worden in den geest te zijn gehandeld van
het bij de behandeling van de gemeente-begrooting voor
1938 door Uwe medeleden, de heeren van der Tas en Tobé,
ingediend en in onze handen om praeadvies gesteld voorstel
en in dien van de aan Uw Vergadering gerichte adressen
van de Leidsche Middenstands-Centrale; mitsdien kunnen
naar onze meening dat voorstel en die adressen, welke in
de Leeskamer ter visie zijn gelegd, hiermede als afgedaan
worden beschouwd.
Omdat de oppervlakte als grondslag voor de berekening
van het vaste recht tevens zeer bruikbaar is voor de stroom-
levering aan café's, restaurants, lunchrooms, kapperssalons,
bioscopen en sociëteiten, kan het winkeltarief in het algemeen
mede voor deze inrichtingen gelden, zij het ook dat in deze
gevallen niet vaste normen voor de berekening van de opper
vlakte kunnen worden gesteld, zoodat te dien aanzien eenige
vrijheid aan de Directie moet worden gelaten (art. V, tarief
IV, laatste alinea).
Het feit, dat verreweg de meeste winkels (ruim 88
zijn gecombineerd met een woonhuis, maakt het onver-
mij delijk, dat ook het vaste recht van het woonhuistarief
op de oppervlakte wordt gebaseerd. Daarvoor geldt trouwens
nog een andere reden.
Bij het thans geldende woonhuistarief geldt het aantal
lichtpunten als maatstaf voor de berekening van het vaste
recht. Hieraan is dit bezwaar verbonden, dat, zooals ook bij
de periodieke contröle aan het licht is gekomen, bij de ver
bruikers de neiging ontstaat om zoo weinig mogelijk licht
punten te doen aanleggen, in welke leemte men dan tracht
te voorzien door den aanleg van zeer primitieve leidingen
als gespijkerde snoeren met stopcontacten en andere ontoe
laatbare voorzieningen. Het bestaande woonhuistarief leidt
dus tot praktijken, die voor de verbruikers niet ongevaarlijk
en ook niet in het belang van het bedrijf zijn.
Een en ander is dan ook aanleiding geweest de oppervlakte
mede als grondslag te nemen voor de berekening van het
vaste recht bij het woonhuistarief (art. V, tarief III).
Hoewel daarbij het streven van de Directie is geweest
zooveel mogelijk te voorkomen, dat de verbruikers, die de
electriciteit volgens het woonhuistarief betrekken, van het
nieuwe tarief financieel nadeel zullen ondervinden, moet het
niettemin niet geheel uitgesloten worden geacht, dat de
praktijk gevallen aan het licht brengt, waarin het nieuwe
tarief voor de verbruikers wèl financiëel nadeel medebrengt,
al zullen op grond van de reeds uitgevoerde berekeningen
die gevallen weinig talrijk zijn. Teneinde nu in elk geval
te voorkomen, dat degenen, die de electriciteit volgens het
woonhuistarief betrekken, bij het nieuwe tarief meer zouden
moeten betalen dan bij het thans geldende, is in art. VIII
de bepaling opgenomen, dat het oude tarief nog een jaar
naast het nieuwe zal blijven gelden.
Met hetzelfde doel dient ook het bestaande winkeltarief
nog gedurende een jaar naast het nieuwe te worden ge
handhaafd.
Tijdig vóór den afloop van dat jaar kunnen dan eventueel
de nog noodig gebleken correctie's in deze tarieven worden
aangebracht.
Tri navolging van hetgeen ook elders geschiedt, wordt bij
het woonhuistarief mede voorgesteld een speciaal tarief
(art. V, tarief III sub b) ad 2 cent per kWh in te voeren voor
het verbruik van stroom gedurende den nacht en gedurende
de morgen- en middaguren. De bedrijfsomstandigheden laten
zulks toe, evenwel met deze beperking, dat dit tarief slechts
kan gelden voor de periode, waarin niet de hoogste belastingen
optreden; met het oog daarop geldt dit tarief van 2 cent
per kWh in de maanden Januari, November en December
slechts voor het verbruik tusschen 23 uur en 7 uur, terwijl
het in de overige maanden zal gelden voor het verbruik
tusschen 23 uur en 15 uur. Wij verwachten, dat dit tarief
het stroomverbruik voor neven-doeleinden zeer sterk zal
kunnen bevorderen.
Aangezien echter een te snelle overgang naar dit tarief
voor het bedrijf verschillende bezwaren zou medebrengen,
bevat het daartegen een rem, hierin bestaande, dat het vaste
recht, opgenomen in tarief III onder a, bij het hierbedoeld
tarief met 50 cent per maand wordt verhoogd.
Voorts geven wij in overweging een afzonderlijk tarief
(art. V, tarief V) voor boerderijen, tuinderijen enz. in te
voeren, waaraan een steeds stijgende behoefte is gebleken
en bij welk tarief, zij het naar eenigszins andere normen,
eveneens de oppervlakte den grondslag vormt voor de be
rekening van het vaste recht.
In art. V (tarieven VI en VII) zijn verder een kW-jaar-
maximum- en een kW-maandmaximum-tarief opgenomen,