GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 1 mOEKAHEK STUKKEN. N°. 1. Leiden, 12 Januari 1939. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het aan Dr. hi. Verwey bij Uw besluit van 12 December 1938 ver leende eervol ontslag, bieden wij Uwe Vergadering, na raad pleging van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest", de volgende voordracht aan ter benoeming, voorloopig in tijdelijken dienst, van een 2en geneesheer aan die gestichten: 1°. C. P. J. STOTIJN, 2°. F. VAN ITEBSON, heiden assistent van den hoogleeraar in de psychiatrie aan de Bijksuniversiteit alhier. Wij verzoeken U alsnu tot een benoeming, voorloopig in tijdelijken dienst, over te gaan, zulks met bepaling, dat de benoeming zal ingaan op een nader door ons College te bepalen datum. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 2. Leiden, 12 Januari 1939. Ten gevolge van de toeneming van het aantal leerlingen van de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Drie October- straat moet aan die school een verplichte leerkracht meer verbonden zijn dan thans het geval is. In de aldus ontstane vacature zouden wij wenschen te voorzien door benoeming van Mej. E. E. K. Scholz, die vóór hare op wachtgeldstelling als onderwijzeres aan een der openbare lagere scholen in deze gemeente werkzaam was en de laatste Leidsche wachtgeldster is. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering, met verwijzing naar het ter inzage gelegd advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs, in overweging Mejuffrouw E. E. K. Scholz, onderwijzeres aan de o. 1. school te Bijnsburg, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, te be noemen tot onderwijzeres aan de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Drie Octoberstraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 3. Leiden, 12 Januari 1939. Ter voorziening in de vacatures, welke op 1 Januari j.l. zijn ontstaan in den Baad van Beheer van de Sportstichting wegens het periodiek aftreden van de heeren Ir. F. Stokhuyzen, Ir. P. C. Lindenbergh, N. J. Moonen en D. van der Kwaak, welke leden terstond herkiesbaar zijn, bieden wij Uwe Ver gadering, na raadpleging van den genoemden Baad, de volgende aanbevelingen aan: Vacature-Stokhuyzen 1°. Ir. F. STOKHUYZEN, 2°. Ir. Y. YKEMA. Vacature-Lindenbergh 1°. Ir. P. C. LINDENBEEGII, 2°. S. N. WAEINGA. Vacature-Moonen 1°. N. J. MOOÏs EN, 2°. Mr. H. B. GOUDSMIT. Vacature-van der Kwaak 1°. D. VAN DEE KWAAK, 2°. A. VAN EOSMALEN. Wij verzoeken U alsnu tot een benoeming in deze vacatures over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 4. Leiden, 12 Januari 1939. Op 20 Februari 1939 zijn de heeren Th. M. W. Bergers en M. G. Verweij aan de beurt van aftreding respectievelijk als Commissaris en Commissaris-Voorzitter van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappijde heer Bergers bekleedt een commissarisplaats, waarvoor de candidaat door Uwe Verga dering wordt aangewezen, terwijl de heer Verweij een com missaris-plaats vervult, die bezet moet worden door een can didaat, aan te wijzen door en uit het College van Burgemeester en Wethouders. Ingevolge de statuten van de Vennootschap zijn de aftredenden herkiesbaar, in verband waarmede ons College inmiddels heeft besloten de herbenoeming van den heer Verweij te bevorderen. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging over te gaan tot aanwijzing van een candidaat, op wien de stemmen in de aandeelhouders-vergadering zullen worden uitgebracht voor de benoeming van een commissaris der N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij in de vacature-Bergers. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 5. Leiden, 12 Januari 1939. Met ingang van 19 September j.l. werd de heer L. Otto tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden benoemd tot tijdelijk leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, zulks in verband met de ziekte van den inmiddels overleden leeraar, den heer J. H. Wattez. Aangezien met de definitieve voorziening in de ontstane vacature nog wel eenige tijd gemoeid zal zijn en de werk zaamheid van den tijdelijken leeraar derhalve langer dan drie maanden moet duren, geven wij U, met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van de Commissie van Toezicht op- en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, in overweging de aanstelling van den heer L. Otto, als tijdelijk leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot den dag waarop de nieuw te benoemen leeraar in functie zal treden, te verlengen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. K°. 6. Leiden, 12 Januari 1939. Ingevolge het Beglement op de voorloopige pensionnee- ring van onderwijzers (Wet van 22 Februari 1936, S. 100) moet behoudens in enkele uitzonderingsgevallen op straffe van verües der Kijksvergoeding, outslag worden verleend aan onderwijzers, die den leeftijd van zestig jaren hebben bereikt. In verband daarmede geven wij U in overweging, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, wegens het bereiken van den zestigjarigen leeftijd, eervol ontslag te verleenen aan den heer N. J. Swierstra, onder wijzer aan de openbare lagere school aan den Zuidsingel B. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 7. Leiden, 12 Januari 1939. De B.K. Muziekvereeniging „Perosi" heeft de huur van het lokaal in het gebouw aan de Pieterskerkgracht No. 9, dat ingevolge raadsbesluit van 13 Januari 1930 (Ingek. Stukken No. 5) aan haar tot wederopzeggens voor 50. per jaar in gebruik was gegeven als repetitielokaal, per 31 December j.l. opgezegd. Van de gegadigden, die zich voor de huur van het vrij gekomen lokaal hebben aangemeld, komt blijkens de stukken, het meest in aanmerking het Leidsche Politie Muziek gezelschap, welke vereeniging reeds vanaf 1 Februari 1927 tegen een jaarlijksche vergoeding van 25.een aangrenzend lokaal in gebruik heeft (Baadsbesluit van 24 Januari 1927 (Ingek. Stukken No. 18). Het is gewenscht beide lokalen voortaan in één huur overeenkomst op te nemen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uw Vergadering mitsdien in over weging, met wijziging van het raadsbesluit van 24 Januari 1927, met ingang van 1 Januari 1939 aan het Leidsche Politie Muziekgezelschap tot wederopzeggens, doch uiterlijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 1