GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 105 IX(IEK«MES STOKKEN. N°. 168. Leiden, 21 October 1938. Bij de in de Leeskamer ter inzage gelegde circulaire van 17 October 1938 deelt de Minister van Sociale Zaken mede, dat ook gedurende het a.s. winterseizoen aan ondersteunde en bij een werkverschaffing geplaatste werklooze gehuwde of ongehuwde kostwinners, zoomede aan werkloozen, die steun voor alleenwonenden ontvangen, een brandstoffen- bijslag mag worden verstrekt en wel gedurende de tijdvakken van 30 October 1938 t/m 26 November 1938 en van 12 Maart 1939 t/m 15 April 1939 van ten hoogste 1.en gedurende het tijdvak van 27 November 1938 t/m 11 Maart 1939 van ten hoogste 1.30 per week (voor kamerbewoners de helft. Ten aanzien van de bij een werkverschaffing geplaatsten is de regeling iets ruimer dan die, welke voor het seizoen 19371938 gold, omdat zij, die geen volle week bij de werkverschaffing zijn geplaatst dan wel periodiek zijn te werk gesteld, thans over de z.g. wandeldagen resp. wandel- weken, ook voor den bijslag in aanmerking komen en wel voor de helft van den bijslag, welke hun zou worden uit gekeerd, indien zij over bedoelde dagen resp. weken tewerk gesteld waren geweest. Evenals vorige jaren zullen voor de verstrekking mede in aanmerking komen de kastrekkers, indien en voor zoo ver hun kasuitkeering minder bedraagt dan het steunbedrag hetwelk zij zouden ontvangen, wanneer zij volgens de steunregeling werden ondersteund, vermeerderd met het bedrag van den brandstoffenbijslag. In verband met de thans geldende kolenprijzen zal de verstrekking aldus geregeld kunnen worden, dat gedurende de beide eerstgenoemde tijdvakken II.L. parelcokes en i ILL. eierkolen per week worden beschikbaar gesteld en gedurende het laatstgenoemde tijdvak H.L. parelcokes en H.L. eierkolen. In de kosten van de verstrekking van den brandstoffen- bijslag aan vorengenoemde categorieën van werkloozen, welke kosten in totaal op f 70.000.worden geraamd, wordt eenzelfde bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds verleend als in de overige kosten van steunverleening en werkverschaffing. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging te be sluiten tot het, met inachtneming van de door den Minister in zijne circulaire van 17 October 1938 gegeven voorschriften, verstrekken van een brandstoffenbijslag: a. aan de ondersteunde en bij een werkverschaffing ge plaatste werklooze gehuwde en ongehuwde kostwinners, aan op zichzelf wonende en een kamer bewonende steuntrekkende werkloozen b. aan kastrekkers, indien en voor zoover hun kasuitkeering minder bedraagt dan het steunbedrag, hetwelk zij zouden ontvangen, indien zij volgens de steunregeling werden onder steund, vermeerderd met het bedrag van den brandstoffen bijslag; een en ander gedurende het tijdvak van 30 October 1938 t/m 15 April 1939 en wel in dier voege, dat gedurende de tijdvakken van 30 October 1938 t/m 26 November 1938 en van 12 Maart 1939 t/m 15 April 1939 een hoeveelheid van ten hoogste H.L. eierkolen en l H.L. parelcokes en ge durende het tijdvak van 27 November 1938 t/m 11 Maart 1939 een hoeveelheid van ten hoogste H.L. eierkolen en H.L. parelcokes wordt beschikbaar gesteld. Nadat door Uwe Vergadering overeenkomstig het boven staande zal zijn besloten, zullen wij de Gemeentelijke Com missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon verzoeken aan de daarvoor in aanmerking komende door haar ondersteunde armlastigen een gelijke brandstoffenverstrekking te doen plaats hebben. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 169. Leiden, 14 October 1938. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Het college van regenten en regentessen van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis heeft de eer Uwen raad de navolgende voordracht aan te bieden voor de benoeming van een regentes, ter voorziening in de vacature ontstaan door het overlijden van Mevrouw G. J. N autaBurgersdij k 1. Mevrouw C. SEVENSTERde Buck, 2. Mevrouw A. C. C. HERINGAHengeveld. Namens het college voornoemd, N. J. Krom, Voorzitter. J. J Groen, Secretaris. Ne. 170. Leiden, 19 October 1938. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Het college van regenten en regentessen van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis heeft de eer Uwen raad de navolgende voordracht aan te bieden voor de be noeming van eene regentes, ter voorziening in de vacature Mevrouw I. M. Snouck Hurgronje geb. Oort: 1. Mevrouw E. ESCIIERBrozy, 2. Mevrouw A. C. TROMPLoos. Namens het college voornoemd, N. J. Krom, Voorzitter. J. J. Groen, Secretaris. N°. 171. Leiden, 1 November 1938. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Het college van regenten en regentessen van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis heeft de eer Uwen raad de navolgende voordracht aan te bieden voor de be noeming van eene regentes ter voorziening in de vacature Mevrouw W. H. de Blécourt geb. Royaards: 1. Mevrouw A. C. TROMPLoos, 2. Mevrouw M. E. WENSINCKDaubanton. Namens het college voornoemd, N. J. Krom, Voorzitter. J. J. Groen, Secretaris. N°. 172. Leiden, 1 November 1938. Bij de behandeling op 14 Maart 1938 door Uw Vergadering van ons voorstel tot invoeging in de Verordening op de Straatpolitie van een artikel met betrekking tot het weren van ontsierende reclame werd op voorstel van den heer van Eek het volgende besluit genomen: ,,De Raad besluit, dat van een beslissing, waarbij het hebben van reclame is verboden, gelegenheid moet worden gegeven om in beroep te komen en verzoekt de Commissie voor de Strafverorde ningen daarvoor een regeling te ontwerpen." Naar aanleiding van dit besluit stellen wij voorop, dat naar onze meeuing besluiten om een vergunning tot het aanbrengen van een reclame te weigeren of om een aan schrijving tot het wijzigen of verwijderen van een reclame te doen uitgaan, slechts genomen kunnen worden door Burgemeester en Wethouders. Wil men tegen een dergelijk besluit beroep open stellen, dan is de daarvoor bevoegde instantie staatsrechtelijk slechts de Raad. De meerderheid van onze Commissie acht dit lichaam echter volkomen ongeschikt om te oordeelen over de eventueel uit de voor gestelde bepaling voortvloeiende geschillen, aangezien het hierbij gaat om een aesthetische waardeering en het afwegen van de aesthetische belangen van de gemeenschap tegen de economische van het individu. Het lijkt de meerderheid dan ook uitgesloten deze opvatting is in Uw boven genoemde vergadering ook reeds van andere zijde geuit dat in den Raad op deskundige en objectieve wijze over deze materie kan worden geoordeeld, zoodat zij meent niet met een voorstel tot het gelegenheid geven van beroep te moeten komen. Een lid is daartegenover van oordeel, dat een publieke behandeling in den Raad de beste waarborgen biedt, dat de belangen van gemeenschap en individu op juiste wijze worden behartigd. Hierbij zij nog aangeteekend, dat in slechts 2 van de 10 gemeenten, waarvan wij z.g. reclame verordeningen konden raadplegen, beroep op den Raad wordt toegestaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 1