GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. imeBKOHEar stukken. 101 N°. 153. Leiden, 5 October 1938. Tegen inwilliging van het verzoek van Prof. Dr. L. Knappert om ontslag als Curator van het Gymnasium, alhier, bestaat bij ons College geen bezwaar. Met verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage gelegd advies van Curatoren van het Gymnasium, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan Prof. Dr. L. Knappert, te rekenen met ingang van 1 October j.l., eervol ontslag te verleenen als Curator van het Stedelijk Gymnasium, onder dankbetuiging voor de gedurende een reeks van jaren als zoodanig bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 159. Leiden, 6 October 1938. In Uw Vergadering van 1 Februari 1937 werd over eenkomstig ons voorstel van 22 Januari 1937 (Ingek. Stukken No. 9) besloten het nieuwe militair oefenterrein met sportveld nabij den Haagweg te verhuren aan den Staat der Nederlanden. Als voorwaarde werd o.m. gesteld, dat ook de gemeente gebruik kan maken van het sportveld, teneinde dit door sportvereenigingen te doen bespelen. In verband hiermede is het uiteraard gewenscht, dit sportveld, voor zoover de gemeente daarvan het medegebruik heeft, in te brengen in de Sportstichting. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging te besluiten het sportveld bij het militair oefenterrein nabij den Haagweg, voor zoover de gemeente daarvan op den voet van de met den Staat der Neder landen aangegane overeenkomst het medegebruik heeft, met ingang van een door ons te bepalen datum in te brengen in de Sportstichting. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 160. Leiden, 22 September 1938. Door het vragen van ontslag als Curator door Prof. Dr. L. Knappert zal met ingang van 1 October 1938 een vacature in ons College dienen te worden vervuld. Thans bestaat de o. i. ideale toestand een toestand, welken wij zouden willen zien voortduren dat het Curatorium is samengesteld uit, zij het niet officieele, representanten der vijf academische faculteiten, terwijl de voor een gym nasium zoo belangrijke litteraire faculteit een dubbele ver tegenwoordiging heeft, n.l. door een classicus en een neer landicus. Een dergelijke samenstelling van ons College biedt naar onze meening de beste waarborgen, dat het de hem door de Hooger-onderwijswet opgedragen taak naar den eisch vervult. Een gymnasium toch bereidt uitsluitend voor tot de studie aan een universiteit of hoogeschool en het is van uitnemend belang, dat Curatoren eenerzij ds deze voor bereiding zelf hebben ontvangen, anderzijds de resultaten van deze opleiding uit eigen practijk op zoo ruim mogelijk terrein kunnen beoordeelen. Wij meenen dan ook, dat het belang van het gymnasium het wederom benoemen van een theoloog eischt. Voor de vervulling van de vacature-Prof. Dr. L. Knappert doen wij Uw Vergadering mitsdien de volgende aanbevelings lijst toekomen: 1. Prof. Dr. J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK; 2. Prof. Dr. G. SEVENSTER. Wij hebben de eer Uw Vergadering te verzoeken tot be noeming, met ingang van 1 October 1938, van een lid van ons College over te gaan. Curatoren van het Stedelijk Gymnasium te Leiden, F. Muller Jz. Voorzitter. N. J. Rowaan, Secretaris, Aan den Gemeenteraad. N°. 161. Leiden, 14 October 1938. Bij Uw besluit van 6 September 1937 (Ingek. Stukken No. 132) werd de heer N. C. F. van Ginkel wederom benoemd tot Commissaris der gemeente bij de N. V. Leidsche Duin water Maatschappij, doch wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, slechts tot en met 31 December 1938. In afwachting van een beslissing omtrent de definitieve bezetting van deze functie, achten wij het gewenscht, de benoeming van den heer van Ginkel voorloopig nog voor een half jaar te verlengen. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging den heer N. C. F. van Ginkel alsnog voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 30 Juni 1939 te benoemen tot Commissaris der gemeente bij de N. V. Leidsche Duinwater Maatschappij. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 162. Leiden, 14 October 1938. Ingevolge raadsbesluit van 11 Januari 1932 (Ingek. Stukken No. 6) werd van de Leidsche Spaarbank het gebouw aan den Stillen Rijn No. 3 gehuurd tot 1 Januari 1937, en vervolgens van jaar tot jaar, zulks voor de vestiging van bureaux voor de gemeente-administratie. Gezien het stadium, waarin de bouw van het nieuwe raadhuis zich bevindt, komt het ons gewenscht voor, dat in dit huurcontract alsnog de bepaling wordt opgenomen, dat de gemeente het recht heeft de huur tusschentijds op te zeggen met een termijn van een maand. De eigenares kan zich hiermede vereenigen. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uw Vergadering, in overeen stemming met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien in overweging Uw besluit van 11 Januari 1932, inzake de huur van het gebouw aan den Stillen Rijn No. 3, in dien zin te wijzigen, dat met ingang van 1 Januari 1939 in de huurovereenkomst de bepaling wordt opgenomen, dat Burgemeester en Wethouders het recht hebben de huur tusschentijds op te zeggen met een termijn van een maand. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 163. Leiden, 14 October 1938. De heer C. de Groot verzoekt het op de overgelegde situatieteekening met roode kleur aangegeven gedeelte van het Consciëntieplein, groot i 23 M2, van de gemeente te mogen koopen in verband met een verbouwing van de ter plaatse gevestigde koper- en aluminiumgieterij. Adressant is bereid 10.per M2 te betalen, en boven dien voor verbreeding van den hoek Vliet-Consciëntieplein het geel gekleurde strookje grond, groot 3 M2, kosteloos af te staan aan de gemeente. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat deze verkoop op den aangegeven voet voor de gemeente aannemelijk is. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging het op de overgelegde kaart met roode kleur aangeduide gedeelte van het Consciëntieplein, groot 23 M2, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie E, no. 1166 (ged.), te verkoopen aan C. de Groot, te Leiden, voor den prijs van 10.per M2, onder beding, dat aan de gemeente kosteloos en vrij van lasten wordt overgedragen het op de kaart geel gekleurde strookje grond, groot 3 M2, gelegen aan den Vliet, hoek Consciëntieplein, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie E, no. 94 (ged.). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 164. Leiden, 14 October 1938. Bij besluit van Uwe Vergadering van 13 December 1937 (Ingek. Stukken No. 206) werd een 27-tal woningen onbe woonbaar verklaard. Van de 12 woningen, ten aanzien waarvan bij Gedeputeerde Staten dezer provincie geen voorziening van de onbewoon baarverklaring werd gevraagd, werd de termijn van ont ruiming voor 3 woningen bij Uw besluit van 11 Juli j.l. (Ingek. Stukken No. 118) verlengd tot 17 November a.s., terwijl voor de 15 woningen, waarvoor wel voorziening

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 1