186
MAANDAG 1 AUGUSTUS 1938.
Textiel-avondcursus aan Ambachtsschool.
(Tepe e.a.)
zij niet gedaan; ondanks dit niet zeer animeerende voor
beeld van Hilversum hebben zij blijven medewerken. In
een conferentie met de werkgevers is toen overeenstemming
verkregen over een zeker plan, dat inderdaad uitgebreider
was dan het voorstel, dat nu aan den Eaad gedaan is.
Over dat plan is toen overleg gepleegd met het bestuur
van de ambachtsschool en, nadat dit bestuur ook de werk
gevers hierover gehoord had, is het gekomen met het voor
stel, zooals het nu geformuleerd is. Ook het College had
zich echter een meer uitgebreiden cursus, in den zin als
door den heer Hessing uiteengezet, gedachthet heeft zich
toen opnieuw in verbinding gesteld met het bestuur van
de ambachtsschool; dit heeft zich ook bereid verklaard
alsnog in een schrijven kenbaar te maken dat het inder
daad niet zijn bedoeling was bij de pakken neer te zitten,
en te volstaan met dezen cursus, die in September zou
beginnen, maar dat het integendeel wilde zien of deze zaak
niet verder tot ontwikkeling zou kunnen worden gebracht.
Dit zou dan grootendeels afhangen van het bezoek aan en
het resultaat van den cursus. Het College heeft zich daar
mede echter niet tevreden gegeven, maar heeft gevraagd
of het niet mogelijk was, reeds nu een cursus van eenigszins
breederen opzet in te stellen. Daarop heeft het bestuur
van de ambachtsschool echter geantwoord, dat het dit
voor dezen cursus toch niet meer voor elkaar kon krijgen,
omdat dan de subsidie-aanvrage vóór Maart 1937 ingediend
had moeten zijn. Zeker, dat had men kunnen weten, maar
dat zou aan de zaak niets hebben kunnen veranderen,
omdat de voorbereidingen zooveel tijd in beslag genomen
hebben, dat die termijn toch reeds verstreken was. In elk
gevaldeze cursus begint met 1 September a.s.het is niet de
bedoeling dezen cursus alleen toegankelijk te stellen voor
personen, die op de fabriek werken, maar ook voor werk-
loozen. In het leerplan is bepaald, dat de cursus toegan
kelijk is voor hen, die bij den aanvang van den cursus den
14-jarigen leeftijd hebben bereikt, in de textielvakken
werkzaam zijn of zijn geweest, of van wie met redelijke
zekerheid kan worden aangenomen, dat ze in het textielvak
zullen worden opgenomen.
Indien het aantal deelnemers voldoende is en de cursus
inderdaad resultaten afwerpt hetgeen binnen eenige
maanden kan blijken is het bestuur der Yereeniging
,,de Ambachtsschool" bereid plannen in overweging te
nemen tot het in het leven roepen van een uitgebreideren
cursus of een dagcursus, welke 1 Januari 1940 kan beginnen,
indien vóór 1 Maart 1939 een verzoek tot het verkrijgen
van Rijkssubsidie wordt ingediend.
Het College kan op het oogenblik niet zeggen of dit
inderdaad zal gebeuren, maar kan wel verklaren, dat het
niets zal nalaten, dat tot een uitbreiding van den cursus
kan leiden.
Het ligt intusschen niet in de eerste plaats op den weg
van het gemeentebestuur, maar wel op dien van de besturen
der vakvereenigingen, de leden dezer vereenigingen aan te
sporen tot het deelnemen aan den cursus. Aangezien bedoelde
besturen het met hart en ziel zullen doen, is een aansporing
van de zijde van het gemeentebestuur overbodig.
Het ligt wel op den weg van het gemeentebestuur van
tijd tot tijd bij de belanghebbenden de herinnering aan het
bestaan van den cursus wakker te roepen. Het College wil
dit gaarne onder de oogen zien.
De post van 150.schoolgelden is een begrootingspost,
zoodat men niet kan volstaan met het bedrag te deelen
door het vermoedelijk aantal leerlingen. Een ongeveer gelijk
schoolgeld wordt echter geheven voor soortgelijke avond
cursussen, die aan de ambachtsschool worden gegeven. Het
is de bedoeling, dat evenals bij de andere cursussen bij
dezen cursus rekening wordt gehouden met de financieele
draagkracht der cursisten.
Indien de inkomsten uit schoolgelden minder dan 150.
bedragen, zal daarvan het eenige gevolg zijn, dat het Eijk
en ook de gemeente meer moeten betalen. Men behoeft dan
echter niet te vreezen, dat ambitieuze jongelui, die den cursus
willen volgen, maar geen ƒ5.schoolgeld kunnen betalen,
er niet aan kunnen deelnemen.
De heer Hessing heeft geenszins bedoeld den indruk te
vestigen, dat hij door het voorstel van het College geheel
niet voldaan zou zijn. Ook de Wethouder heeft aanvankelijk
gedacht, dat het resultaat grooter zou zijn. Naarmate sprekers
verwachtingen hooger gestemd waren, werd hij door het
voorstel meer teleurgesteld.
De toezeggingen omtrent de werkloozen hebben spreker
nog niet geheel en al tevredengesteld. Indien ambitieuze
werkloozen in een ongelimiteerd aantal aan den avondcursus
zonder betaling van lesgeld kunnen deelnemen, heeft spreker
Textiel-avondcursus aan Ambachtsschool; e. a.
(Hessing e.a.)
er vrede mee, maar hij gelooft niet, dat het in den opzet
van den cursus is begrepen.
Nu zullen de vakorganisaties in de eerste plaats toch
haar werklooze jongeren aansporen dezen cursus te bezoeken,
maar voor dezen is zelfs het geringste schoolgeld niet te
betalen. Zij zouden het er wel voor over hebben, maar zij
hebben het eenvoudig niet. Spreker zou daarom gaarne de
toezegging hebben, dat werklooze jongeren zonder eenige
vergoeding dezen cursus mogen bezoeken.
De heer Tepe zegt, dat zeker niet een ongelimiteerd aantal
werkloozen op dezen cursus kan worden toegelaten, aange
zien uiteraard het aantal deelnemers gelimiteerd zal moeten
zijn. Werkelijk ongelimiteerde toelating zal dus niet mogelijk
zijn; de mogelijkheid van toelating zal afhangen van den
toeloop in het algemeen; daaromtrent kan spreker op het
oogenblik geen toezegging doen. Tenslotte is het toelaten
van werkloozen tot den cursus zonder schoolgeldheffing
een zaak van de Ambachtsschool, maar spreker is overtuigd,
dat de Ambachtsschool daarvoor wel een oplossing zal weten
te vinden. In elk geval zal spreker deze zaak met de
Ambachtsschool bespreken; hij zal trachten het daarheen
te leiden dat werkloozen, voorzoover zij zich daarvoor aan
melden, aan dezen cursus zullen kunnen deelnemen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De heeren van Eosmalen en Manders waren inmiddels
ter vergadering gekomen.
IV. Pracadvies op liet verzoek van het bestuur der Gerefor
meerde Schoolvereeniging, om medewerking tot het stichten
van een bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan
de te verlengen de Mey van Streefkerkstraat. (130)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
V. Voorstel:
a. tot liet verlecnen van medewerking aan liet bestuur
van de Inrichting van Liefdadigheid voor R.K., tot
het voorzien in het tekort aan plaatsruimte voor zijn
Jongensschool voor u.l.o. aan het Pieterskerkhof No. 4;
b. tot het in eigendom overdragen van het schoolgebouw
aan de Vrouwenkerksteeg aan het sub a genoemde
schoolbestuur en tot het overbrengen van de op
leidingsschool voor u.l.o. aan de Vrouwenkerkstceg
naar het gebouw aan het Schuttersveld en van de
school voor g.l.o. aan de Vrouwenkerksteeg naar het
schoolgebouw aan de Boommarkt;
c. tot het bouwen van een school op het terrein aan
de Kernstraat hoek Verdamstraat en tot het over
brengen van de opleidingsschool voor Gymnasium en
H.B.S. aan de Boommarkt naar dat schoolgebouw;
d. tot het vaststellen van den desbetreffenden begroo-
tingsstaat. (131)
De heer van der Laan zegt, dat men uit dit zeer belang
rijke voorstel tot het inrichten van drie nieuwe schoolge
bouwen zou kunnen concludeeren, dat de bevolking van
Leiden zoozeer in grootte zou toenemen; helaas is dit niet
het geval; dit voorstel heeft slechts betrekking op het ver
plaatsen van leerlingen. Het bijzonder schoolbestuur zal
zeker verheugd zijn over de toegestane nieuwe school; ook
de vereeniging Volksonderwijs zal haar wensch tot stichting
van een nieuwe school aan den Hoogen Eijndijk vervuld
zien. Mogebjk zal deze vereeniging niet geheel tevreden zijn
over de plaats van deze school aan de peripheric van de
stad; wellicht had zij die meer in het centrum van de
nieuwe, dicht bevolkte wijk gewenscht.
Over de inrichting der school Vrouwenkerksteeg de vol
gende opmerking.
Het gebouw was oorspronkelijk bestemd voor een open
bare lagere school 4e klasse, is indertijd met groote kosten
verbouwd, hoewel daartegen van verschillende zijden ernstige
bezwaren werden aangevoerd, omdat men meende, dat een
school in dat gedeelte van de stad niet op haar plaats was.
Na eenigen tijd liep het aantal leerlingen in zoo sterke
mate terug, dat men besloot ook de Leerschool bij de
Gemeentelijke Kweekschool in het gebouw te vestigen. Het
gebouw is toen geheel verbouwd om twee verschillende
inrichtingen te verkrijgen. Thans stelt het College voor,
van de dubbele school weer een enkele school te maken,
hetgeen gepaard zal gaan met de uitgave van 26.000.