90 staat tot wijziging van de bedrijfsbegrooting, dienst 1938, voor de bovenbedoelde verbouwing en restauratie een bedrag van 46.000ten laste van bet afschrijvings- en vernieuwings fonds der gestichten „Endegeest" c.a., beschikbaar te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 Juli 1938. Ter voldoening aan de hem door Uw College bij besluit van 14 April j.l. verstrekte opdracht heeft de Directeur der Gemeentewerken aan onze Commissie overgelegd een in overleg met den Geneesheer-Directeur opgemaakt plan met raming van kosten in zake verbouwing en restauratie van het hoofdgebouw van Endegeest en de daaraan grenzende paviljoens B. Dit plan betreft de volgende wijzigingen en verbeteringen: 1°. Het dichtbouwen van de doorritten en ruimten tusschen het hoofdgebouw en de paviljoens B. Aan deze doorritten, die vroeger toegang gaven naar het gestichtsterrein bestaat geen behoefte meer, sinds de toegang bij het nieuwe recreatie gebouw in gebruik is genomen. De ruimte, die daardoor zal worden verkregen, zal op den beganen grond aan de voorzijde worden benut voor het maken van 2 slaapzaaltjes, één voor vrouwelijke en één voor mannelijke rustige patiënten, elk bestemd voor 5 verpleegden, en voor het inrichten van twee verbandkamers aan de achterzijde van het gebouw; deze verbandkamers zullen worden voorzien van vaste kasten, aanrechten met spoelbak enz. Op de verdieping van het hoofdgebouw wordt voorts ruimte gewonnen voor het maken van een zitkamer en twee slaapkamers voor hoofdverpleegsters, van een slaapkamer voor het hoofd der huishouding en van een keuken met vaste kast en aanrecht met gootsteen; de slaapkamers worden voorzien van vaste waschtafels, terwijl in alle kamers vaste kasten zullen worden aangebracht. Doordat de hoofdverpleegsters nieuwe zit- en slaapkamers in het hoofdgebouw zullen krijgen, kunnen de thans in de paviljoens B als zoodanig in gebruik zijnde kamers worden ingericht als slaapzaaltjes voor 2x4 patiënten. In totaal zullen derhalve 18 (9 vrouwelijke en 9 manne lijke) patiënten meer kunnen worden verpleegd. Ten slotte zal als gevolg van deze verbouwing het hoofd gebouw in directe verbinding komen met de paviljoens B. 2°. Het maken van een in het centrum van het midden gebouw, naast de kerkzaal, gelegen nieuw trappenhuis, hetwelk tevens dient tot verlichting van de beneden- en bovengangen, die thans zeer veel te wenschen overlaat. Tevens zal aldaar een ingang vanaf het gestichtsterrein en een W.C. voor studenten worden gemaakt. Aan de andere zijde van de kerkzaal zal eveneens een ingang en een W.C. worden gemaakt, bestemd voor bezoekers van de patiënten en voor het gestichtspersoneel, terwijl op de verdieping toiletten zullen worden ingericht voor het inwonende personeel. 3°. Het maken van 5 éénpersoons- en 2 tweepersoons- dienstbodenkamertjes op den zolder van het middengebouw de kamertjes zullen worden verlicht door middel van in het dak te bouwen dakvensters en ingericht elk met resp. 1 en 2 kasten, alsmede worden voorzien van een eenvoudigen waschtafel. 4°. Het verbeteren en verruimen van de kleerenmagazijn- ruimten op de beide zolders van de B. paviljoens, zulks door het in het dak aanbrengen van dakvensters, het hooger aanbrengen van de hanebalken en het maken van afschietingen met kleerhaken. 5°. Het, in verband met de sub 1°. en 2°. genoemde ver bouwingen en verwijdering van bestaande zijgangen en W.C.-ruimten, veranderen van een studenten- en een be- zoekkamer op den beganen grond en van een zitkamer voor een hoofdverpleegster en van een logeerkamer op de verdieping; drie van deze kamers zullen worden voorzien resp. van waschbakken en een waschtafel en twee kamers van vaste kasten. 6°. Het, in verband met het sloopen van de trap naar de verdieping enz., uitvoeren van de noodige verbouwings werkzaamheden aan de beneden- en bovenmiddengangen, aan de zoldertrap en aan de aangrenzende vertrekken, als mede het herstellen, verbeteren en opknappen (met inbe grip van verven, behangen enz.) Aran alle verdere lokalen en ruimten van het middengebouw. 7°. Het uithakken, bemetselen en afcementen van den vloer, de wanden en de zoldering van den kelder, alsmede het herstellen van het metselwerk van de koekoeken, ten einde deze waterdicht en geschikt te maken voor het daarin opstellen van apparaten voor de centrale verwarming en warmwatervoorziening. 8°. Het vernieuwen van de houten vloeren, plinten en balk lagen in de beganegronds gelegen eetzalen en gangen van de paviljoens, alsmede het treffen van voorzieningen voor conser veering van deze vloeren, voor herstelling van muren enz. 9°. Het verbeteren van de dagverlichting van 4 ruimten, gelegen voor de W.C.'s in de paviljoens B, benevens het vergrooten enz. van een verpleegsterskamer in het vrouwen- paviljoen. 10°. Het bijwerken, verbeteren, opknappen enz. van gevels, daken, goten, rioleering enz. van het middengebouw en van de paviljoens, voor zoover zulks als gevolg van de verbouwing noodig zal zijn. 11°. Het uitbreken van den bestaanden, verouderden aanleg van de centrale verwarming in het middengebouw en in de beide paviljoens B en het vervangen daarvan door een nieuwen aanleg voor centrale verwarming en warmwater voorziening, aan te sluiten aan de bestaande ketelinstallatie voor centrale verwarming nabij het middengebouw. 12°. Het uitbreken en vernieuwen in het middengebonw van de verouderde en, als gevolg van de verbouwing, on bruikbaar wordende gasleiding en electrische lichtleiding, alsmede het omleggen van de hoofdaanvoerleidingen en kabels en het verplaatsen van meters en apparaten. De aan een en ander verbonden kosten worden door den Directeur der Gemeentewerken als volgt geraamd: voor de verbouwings- en restauratiewerken, hierboven sub 1 tot en met 10 genoemd 21.200. voor de vernieuwing van den centrale ver- warmingsaanleg23.000. voor de vernieuwing van de gasleiding 450. voor de vernieuwing van de electrische leidingen1.350. Totaal 46.000 Bovendien is voor vernieuwing van eenige lichtornamenten en het compleet afmonteeren met eenvoudige lichtarmaturen en lampen en van gascomforen een bedrag van ƒ500. noodig, zoodat met de hierbedoelde verbouwings- en restauratiewerken in totaal een uitgave van 46.500. zal zijn gemoeid. Ondanks dit niet onaanzienlijke bedrag is onze Commissie, die zich met het ingediende plan geheel kan vereenigen, van oordeel, dat tot de uitvoering daarvan zoo spoedig mogelijk dient te worden overgegaan, omdat de in dat plan vervatte verbouwingen en verbeteringen inderdaad dringend noodig zijn. Te eer vindt zij daartoe vrijheid, omdat als gevolg van de uitbreiding van het aantal patiënten met 18 een jaarlijksch voordeel van rond 2.300. zal kunnen worden verkregen, zulks na aftrek van de kosten van rente en aflossing en van de meerdere kosten, die het gevolg zijn van de uitbreiding van het aantal patiënten (voeding, kleeding enz., uitbreiding van het verplegend personeel). Voorzoover het plan verandering van het gebouw en de rioleering betreft, behoeft het krachtens art. 7 van het Koninklijk besluit van 18 Juli 1930 Ho. 154, zooals dit sedert is gewijzigd, de goedkeuring van den Minister van Binnen- landsche Zaken. Aangezien de adviseur van den Minister, de Inspecteur van het Staatstoezicht op Krankzinnigen te 's-Gravenhage, met wien ter zake ondershands overleg is gepleegd, reeds verklaard heeft tegen het verbouwingsplan geen bezwaar te hebben, mag worden verwacht, dat ook de goedkeuring van den Minister gereedelijk zaljworden verkregen. Dit geeft ons vrijheid U in overweging te geven de goed keuring van den Minister eerst te vragen, nadat de Baad voor deze verbouwing en restauratie het vereischte kapitaal heeft beschikbaar gesteld; daarmede wordt dit voordeel bereikt, dat de tijd, die tusschen het nemen van het Raadsbesluit en de goedkeuring daarvan door Gedeputeerde Staten verloopt, kan worden gebruikt voor het treffen van de noodige voor bereidingen voor de vernieuwing van de centrale verwarmings installatie, welke het meest urgent is en die ook niet aan de goedkeuring van den Minister is onderworpen. Op grond van het bovenstaande, met verwijzing naar de hierbij overgelegde teekeningen en onder mededeeling, dat het bedrag van 500.voor de vernieuwing van lichtornamenten enz. uit de loopende middelen kan worden betaald, geven wij Uw College alsnu in overweging den Raad voor te stellen voor de hierboven omschreven ver bouwings- en restauratiewerken van het hoofdgebouw en de paviljoens B van het gesticht „Endegeest" een kapitaal van 46.000.aan onze inrichtingen te verstrekken. De Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest, Yoorgeest en Rhijngeest, M. G. Verweij, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Ileeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 4