MAANDAG 20 JUNI 1938. 169 Luchtbescherminq e.a. (Wilmer e.a.) V. Voorstel tot het besehikbaarstellen van gelden ten behoeve van de voorbereiding van den luchtbeschermings dienst. (109) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. VI. Voorstel: a. tot het verleenen van een subsidie aan de Jubileum- Commissie 19351 in de kosten van de door of vanwege die Commissie te organiseeren feestelijkheden ter ge legenheid van de a.s. herdenking van het 40-jarig regee- ringsjubileum van II. M. de Koningin; b. tot het verhoogen van het op de begrooting 19311 uit getrokken bedrag voor een kinderfeest enz. op den verjaardag van II. M. de Koningin; e. tot het verleenen van een subsidie aan de Commissie voor Meer-Werk-Actie ten behoeve van een te houden tentoonstelling van handel, industrie en vakbekwaam heid enz. en tot het aan die Commissie kosteloos ten gebruike afstaan van de lokalen der Stadsgehoorzaal ten behoeve van de door haar te houden tentoonstelling d. tot het verleenen van een subsidie aan de „Vereeniging voor liet houden van tentoonstellingen in het algemeen en in liet bijzonder van vee, paarden, zuivel- en bodem- producten" te Leiden, ten behoeve van de te houden veetentoonstelling 1938 e.a. e. tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootings- staat. (110) De heer Wilmer zegt, dat het enkele raadsleden heeft bevreemd dat het verzoek om een subsidie voor de Jubileum feesten gedaan wordt door de Jubileum-commissie en niet door de contact-commissie, welke commissie toch feitelijk de organisatie van deze feesten in handen heeft. De heer van Weizen is getroffen door het feit, dat men bepaalde gebeurtenissen, die jaarlijks plegen plaats te vinden, en waarvoor de gemeente subsidie verleent, zooals de tentoon stelling uitgaande van de Commissie voor Meer-Werk-Actie en de tentoonstelling van vee en zuivelproducten, combineert met dé viering 'van het Regeeringsjubileum. Het doet spreker eenigszins vreemd aan, dat dergelijke zaken worden gebruikt om het regeeringsjubileum luister te schenken. Als voorstander van den republikeinschen regeeringsvorm zal spreker stemmen tegen de punten a en b. Spreker denkt hierbij in het bijzonder aan de omstandigheid, dat talrijke ingezetenen nog voortdurend getroffen worden door den geesel van de werkloosheid en als gevolg daarvan vele ont beringen, schrijnende ellende en armoede moeten doorstaan, terwijl de Regeering nog geen enkele positieve toezegging ten aanzien van het nemen van maatregelen ter verbetering van den toestand heeft gedaan. Handhavende zijn bezwaren tegen het feit, dat de tentoon stellingen, bedoeld onder c en d, aan de feestelijkheden ter gelegenheid van de a.s. herdenking van het 40-jarig regeerings jubileum van de Koningin worden verbonden, meent spreker, dat deze tentoonstellingen een verder strekkende beteekenis hebben, waarom hij zich kan vereenigen met het voorstel tot het verleenen van de daarvoor gevraagde subsidies. Spreker verzoekt daarom den Voorzitter, het voorstel ge splitst in stemming te brengen. De heer Goslinga zal, indien het voorstel gesplitst in stem ming wordt gebracht, zijn stem onthouden aan punt c, omdat bij aanneming van dit onderdeel het de commissie, die sinds vele jaren op den Koninginnedag in de Stadsgehoorzaal een feest heeft georganiseerd voor de leerlingen van de hoogste klassen der lagere scholen, onmogelijk wordt gemaakt dit feest te vieren. Wel wordt de commissie blij gemaakt met een openluchtvoorstelling aan den Zoeterwoudschesingel, maar het is de vraag, of de weersgesteldheid het mogelijk maakt, deze voorstelling te houden. Bij ongunstige weersomstandig heden kan de viering van het feest geheel in het water vallen. Spreker betreurt het, dat de commissie niet is gehoord, voordat de plannen werden gemaakt en eenvoudig op de hoogte is gesteld van wat het College voornemens was den Raad voor te stellen. De commissie heeft niet meer haar meening daarover kunnen zeggen. Spreker zal dus tegen punt c van dit voorstel stemmen. De tentoonstelling van de Meer- Werk-Actie kan zeer goed op volgende dagen gehouden worden, zoodat op 31 Augustus de Stadsgehoorzaal voor het op dien dag te houden historische feest kan worden gereser veerd. 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin, (van Eek e.a.) De heer van Eek zegt, dat uiteraard de sociaal-democraten als voorstanders van den republikeinschen staatsvorm anders tegenover dit voorstel staan dan de voorstanders van den monarchalen regeeringsvorm. Dit neemt echter niet weg, dat sprekers fractie tegenover deze voorstellen een objectieve houding wil aannemen, objectief in dezen zin dat zij zal stemmen vóór de voorstellen sub b en c, al zijn deze thans vastgekoppeld aan de Jubileumfeesten, waar zij anders haar stem daaraan ook gegeven zou hebben. Moeilijker wordt de houding der sociaal-democraten ten aanzien van het subsidie voor de Jubileumfeesten zelf. Vol komen terecht zegt de heer van Weizen, te betreuren dat zoo dikwijls noodzakelijke uitgaven niet kunnen worden gedaan, maar de sociaal-democraten zijn niet absoluut tegen feesten; het kan voorkomen, dat men, onder alle ellende, toch ook wel eens wil feestvieren. In waardeering voor de draagster van de Kroon doen de sociaal-democraten niet onder voor de andere partijen, maar deze bijdrage strekt ook tot het maken van propaganda voor het Koningschap en tot het geven van uiting aan sympathie voor het Koningschap en daartegen hebben de sociaal-democraten als voorstanders van den republikeinschen staatsvorm overwegend bezwaar. De sociaal democraten zouden niet gaarne deze voorstellen zonder meer onder den hamer laten doorgaan, waardoor voet gegeven zou worden aan de meening, alsof het geheele volk klaar staat met sympathie aan deze feesten deel te nemen en waardoor ge tuigd zou kunnen worden, dat elke Nederlander warm ge voelt voor de regeering van het huis van Oranje. Er is een zeer groote volksgroep in Nederland, die nog altijd de voor keur blijft geven aan de republiek boven het Koningschap. Al zijn de sociaal-democraten bereid en hebben zij het in Leiden ook getoond op elk gebied met de anderen samen te werken, zij willen toch dat zij zijn medewerkers, niet mee- loopers; zij willen büjven wie zij zijn; men kan trouwens niet met overtuiging medewerken, wanneer men zijn meening prijsgeeft. Echter willen zij om den ernst der tijden een zoo veel mogelijk tegemoetkomende houding aannemen; de ernst van den tijd dwingt ook wel eens zijn principes niet steil toe te passen. Men moet zijn beginselen handhaven, maar men kan plooibaar zijn, wanneer de omstandigheden daartoe leiden en nu meenen de sociaal-democraten, dat de ernst van den tijd hen wel degelijk, noodzaakt in die, richting te .gaan. Bij het aanheffen van de leuze ,,Ons Plan voor ons volk" hebben de sociaal-democraten reeds voor een belangrijk deel den scherpen klassenstrijd prijsgegeven en hebben zij hun bereidheid te kennen gegeven, de hand van anderen te aan vaarden bij en terwille van de bestrijding van de ontzaglijke ramp der werkloosheid. De sociaal-democratische fractie blijft daartoe bereid. Zij wil daarom ook de tegenstellingen niet scherper maken dan zij reeds zijn. De sociaal-democraten willen volkomen ge tuigen eerbied te hebben voor de gevoelens van anderen, wanneer men den sociaal-democraten het recht toekent voor hun eigen gevoelens uit te komen. De sociaal-democraten blijven het fascisme als een groot gevaar beschouwen en achten het van belang, dat verschillen de volksgroepen, die op het democratische standpunt staan, trachten elkaar zooveel mogelijk te vinden; zij hebben daar voor noodig degenen, die op een ander standpunt dan het hunne staan, maar daarvoor hebben anderen noodig een zeer belangrijk gedeelte van de bevolking, dat door de sociaal- democratie wordt bestreken. De vraag „koningschap of republiek?" maakt geen deel van de practische politiek uit. Al zijn en blijven de sociaal democraten republikeinen, ook in deze dagen, toch achten zij deze zaak niet van zooveel belang, dat zij daarvoor eenigen strijd willen voeren of eenige propaganda willen maken. Er zijn op het oogenblik belangrijker zaken, die de bevolking bezighouden. Om deze redenen zullen de sociaal-democraten hun stem aan het voorstel tot het vieren van het regeerings jubileum der Koningin niet onthouden. Spreker zegt met opzet „niet onthouden", omdat er geen sprake van is, dat de sociaal-democraten er met eenige warmte zullen voorstemmen; zij handhaven daarbij volkomen het recht, op te komen voor hun republikeinsche beginselen. De heer W ilbrink zal met groot genoegen zijn stem aan punt a geven als uiting van groote dankbaarheid voor het feit, dat het Nederlandsche volk en speciaal ook de kring van spreker en de zijnen dit jaar het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin mogen vieren. Indien de heer van Eek zegt, dat de sociaal-democraten republikeinen zijn en blijven, zet spreker achter het „blijven" een vraagteeken, omdat te dien aanzien in de kringen van den heer van Eek en de zijnen ook van een ommezwaai sprake is. Waar de heer van Eek niet zoo scherp behoefde te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 3